Artikel
1
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
degene te wiens naam het vissersvaartuig in het visserijregister, bedoeld in het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998, staat geregistreerd;
al dan niet aaneengesloten tijdvak van in totaal 24 uur, waarin een vissersvaartuig niet in een Nederlandse haven ligt;
motorvermogen als bedoeld in de Regeling visserijlicentie;
totale opbrengst, uitgedrukt in euro's, verkregen door de verkoop van de met een vissersvaartuig in een kalenderjaar gevangen hoeveelheden vis, schaal- en schelpdieren;
groep als bedoeld in artikel 16 van de Regeling contingentering zeevis;
groepscontingent als bedoeld in artikel 16 van de Regeling contingentering zeevis;
segment als bedoeld in tabel 1 van bijlage I van verordening (EG) nr. 2091/98 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 september 1998 betreffende de indeling van de communautaire vissersvloot en de visserij-inspanning in segmenten ten behoeve van de meerjarige oriëntatieprogramma's (PbEG L 266);
Bijlage XVII van verordening (EG) nr. 2341/2002 van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2002 tot vaststelling, voor 2003, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften (PbEG L 356);
aaneengesloten tijdvak van 24 uur;
tijdvak vanaf 1 februari tot en met 31 maart;
tijdvak vanaf 1 april tot en met 31 mei;
tijdvak vanaf 1 juni tot en met 31 juli;
tijdvak vanaf 1 augustus tot en met 30 september;
tijdvak vanaf 1 oktober tot en met 30 november;
tijdvak vanaf 1 december tot en met 31 december;
per segment van in de desbetreffende groep gemaakte som van de uitkomsten van de per vissersvaartuig toegepaste vermenigvuldiging van het aantal zeedagen waarop de individuele ondernemer op grond van de artikelen 3, 5, 6, 7 en 8 aanspraak kan maken met het motorvermogen en de tonnage van het vissersvaartuig.
per segment van in de desbetreffende groep gemaakte som van de uitkomsten van de per vissersvaartuig toegepaste vermenigvuldiging van het aantal kalenderdagen waarvoor het vissersvaartuig op grond van onderdeel 5, 6a, 6e, 7, 8 en 9 van bijlage XVII en artikel 13, tweede, derde en achtste lid, in aanmerking komt met het motorvermogen van dat vissersvaartuig.