Wet van 6 februari 2003, houdende regels inzake de veiligheid en kwaliteit van lichaamsmateriaal dat kan worden gebruikt bij een geneeskundige behandeling (Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal)

Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging hebben genomen dat het wenselijk is, eisen te stellen aan de behandeling van menselijk lichaamsmateriaal dat bestemd is voor gebruik bij een geneeskundige behandeling;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

Artikel

3

Het is verboden bestanddelen van het menselijk lichaam of van een embryo, geslachtscellen, foetaal weefsel in de zin van de Wet foetaal weefsel, alsmede uit bestanddelen van het menselijk lichaam of van een embryo dan wel uit foetaal weefsel in kweek gebrachte cellen, die bij het ter beschikking komen bestemd waren voor een ander doel dan gebruik bij een geneeskundige behandeling, alsnog bij zo'n behandeling te gebruiken.

Hoofdstuk

II

Behandeling van lichaamsmateriaal

Artikel

4

Artikel

5

Een orgaanbank bewaart lichaamsmateriaal waarvan op grond van artikel 18, tweede lid, van de Wet op de orgaandonatie is bepaald dat het voor implantatie beschikbaar moet blijven, totdat het orgaancentrum met toepassing van die wet heeft aangewezen wie voor implantatie van dat lichaamsmateriaal in aanmerking komt, of totdat het orgaancentrum heeft bepaald dat het niet langer beschikbaar moet blijven.

Artikel 6

Vervallen

Artikel

7

Artikel

8

Hoofdstuk

III

Erkenning orgaanbanken en aanwijzing keuringsinstellingen

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Een erkenning kan worden ingetrokken indien niet meer wordt voldaan aan het bepaalde bij of krachtens deze wet of de aan de erkenning verbonden voorschriften dan wel indien in strijd is gehandeld met een beperking waaronder de erkenning is verleend.

Artikel

12

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel 13

Vervallen

Artikel 14

Vervallen

Artikel 15

Vervallen

Artikel 16

Vervallen

Artikel 17

Vervallen

Artikel 18

Vervallen

Hoofdstuk

IV

Handhaving

Artikel

19

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de ambtenaren van het Staatstoezicht op de volksgezondheid.

Artikel

20

Onverminderd de voorgaande bepalingen is het degene die lichaamsmateriaal ter aflevering voorhanden heeft, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de geschiktheid voor gebruik bij een geneeskundige behandeling geheel of in ernstige mate ontbreekt, verboden dat lichaamsmateriaal af te leveren.

Artikel

21

Wijzigt de Wet op de economische delicten.

Hoofdstuk

V

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

22

Wijzigt de Wet op de orgaandonatie.

Artikel

24

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

25

Deze wet wordt aangehaald als: Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. J. de Geus
De Minister van Justitie, J. P. H. Donner