Besluit van 8 mei 2003, houdende de vaststelling van eisen voor het verlenen van diensten voor elektronische handtekeningen (Besluit elektronische handtekeningen)

Besluit elektronische handtekeningen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 13 november 2002, nr. DGTP/02/03931, Directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Gelet op richtlijn nr. 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen (PbEG 2000, L 13), alsmede op de artikelen 16.1, 18.15, eerste en tweede lid, en 18.17, eerste en vijfde lid, van de Telecommunicatiewet;
De Raad van State gehoord (advies van 12 december 2002, nr. W 10.02.0509/II);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 7 mei 2003, nr. WJZ/03/00755;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. wet:

Telecommunicatiewet;

b. certificatiediensten:

het afgeven, beheren en intrekken van gekwalificeerde certificaten door certificatiedienstverleners, alsmede andere diensten die samenhangen met het gebruik van elektronische handtekeningen;

c. sleutelbeheerdiensten:

het genereren, opslaan, verstrekken of vernietigen van cryptografisch sleutelmateriaal dat gebruikt wordt voor het aanmaken of het verifiëren van elektronische handtekeningen.

Artikel

2

Artikel

3

Certificaten als bedoeld in artikel 18.15, tweede lid, van de wet bevatten ten minste:

  • a.

    de vermelding dat het certificaat als gekwalificeerd certificaat wordt afgegeven;

  • b.

    de identificatie en het land van vestiging van de afgevende certificatiedienstverlener;

  • c.

    de naam van de ondertekenaar of een als zodanig geïdentificeerd pseudoniem;

  • d.

    ruimte voor een specifiek attribuut van de ondertekenaar, dat indien nodig, afhankelijk van het doel van het gekwalificeerde certificaat, wordt vermeld;

  • e.

    gegevens voor het verifiëren van de handtekening die overeenstemmen met de gegevens voor het aanmaken van de handtekening die onder controle van de ondertekenaar staan;

  • f.

    vermelding van het tijdstippen van het begin en van het einde van de geldigheidsduur van het gekwalificeerde certificaat;

  • g.

    de identiteitscode van het gekwalificeerde certificaat;

  • h.

    de elektronische handtekening van de afgevende certificatiedienstverlener die voldoet aan de criteria van artikel 15a, tweede lid, onderdeel a tot en met d, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;

  • i.

    eventuele beperkingen betreffende het gebruik van het gekwalificeerde certificaat, en

  • j.

    eventuele grenzen met betrekking tot de waarde van de transacties waarvoor het gekwalificeerde certificaat kan worden gebruikt.

Artikel

4

Artikel

5

Een veilig middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen voldoet aan de volgende eisen:

  • a.

    het waarborgt dat de gegevens voor het aanmaken van elektronische handtekeningen in de praktijk slechts eenmaal kunnen voorkomen en de vertrouwelijkheid daarvan redelijkerwijs gegarandeerd is;

  • b.

    het waarborgt met redelijke zekerheid dat de gegevens voor het aanmaken van elektronische handtekeningen niet kunnen worden afgeleid en dat de elektronische handtekening beschermd is tegen vervalsing met de op het tijdstip van het afgeven van de verklaring beschikbare technieken;

  • c.

    het waarborgt dat de gegevens voor het aanmaken van elektronische handtekeningen door de legitieme ondertekenaar op betrouwbare wijze kunnen worden beschermd tegen gebruik door anderen;

  • d.

    het laat de te ondertekenen gegevens ongewijzigd en belet niet dat die gegevens vóór de ondertekening aan de ondertekenaar worden voorgelegd.

Artikel

6

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de eisen genoemd in dit besluit.

Artikel

7

Wijzigt het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet.

Artikel

9

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit elektronische handtekeningen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Economische Zaken, J. G. Wijn
De Minister van Justitie, J. P. H. Donner