Wet van 8 mei 2003, houdende regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen)

Wet documentatie vennootschappen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de documentatie van gegevens over vennootschappen te regelen ten behoeve van de afgifte van verklaringen van geen bezwaar door de Minister van Justitie op grond van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede het gebruik van bedoelde gegevens ten behoeve van de voorkoming en bestrijding van het misbruik van vennootschappen, waaronder het plegen van misdrijven en overtredingen van financieel-economische aard door of door middel van vennootschappen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Paragraaf

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel

2

Paragraaf

2

Bronnen van de registratie

Artikel

3

Paragraaf

3

De inhoud van de registratie

Artikel

4

Paragraaf

4

Het verstrekken van gegevens uit de registratie

Artikel

5

Artikel

6

Onze Minister kan uit eigen beweging ter uitvoering van artikel 2, tweede lid, in individuele gevallen gegevens die in de registratie zijn opgenomen, verstrekken:

  • a.

    aan de vaste gebruikers, die deze in verband met de uitoefening van hun taak behoeven, over de personen ten aanzien van wie zij zulks kenbaar hebben gemaakt;

  • b.

    aan een persoon die met de opsporing van strafbare feiten is belast, wanneer uit de gegevens zelf een redelijk vermoeden voortvloeit dat een bepaalde persoon een strafbaar feit heeft begaan.

Artikel

7

Er worden geen gegevens verstrekt die afkomstig zijn van:

  • a.

    de Centrale Justitiële Documentatie;

  • b.

    het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;

  • c.

    de in artikel 1, onderdeel f, van de Wet politieregisters bedoelde bestuursorganen, voorzover het een politieregister betreft;

  • d.

    Onze Minister van Financiën, voorzover het gegevens betreft die verstrekt worden door de rijksbelastingdienst;

  • e.

    Onze Minister van Economische Zaken, voorzover het gegevens betreft die verstrekt worden door de Nederlandse Mededingingsautoriteit, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Mededingingswet en

  • f.

    bestuursorganen en diensten die met de opsporing van strafbare feiten of met het toezicht op financiële instellingen zijn belast bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder f, van deze wet.

Artikel

8

Paragraaf

5

Het verwijderen van gegevens uit de registratie

Artikel

9

Paragraaf

6

Wijzigingen in andere regelingen

Artikel

10

Wijzigt Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel

11

Wijzigt de Wet politieregisters.

Paragraaf

7

Slotbepalingen

Artikel

12

Onze Minister brengt jaarlijks een openbaar verslag uit over het functioneren van de registratie, onder vermelding van het aantal malen dat gegevens verstrekt zijn aan instanties of personen als bedoeld in artikel 5, derde lid, alsmede onder aanduiding van de instanties en personen en de doeleinden van de verstrekking.

Artikel

13

Onze Minister van Justitie zendt binnen twee jaren na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel

14

Deze wet wordt aangehaald als: Wet documentatie vennootschappen.

Artikel

15

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie, J. P. H. Donner
De Minister van Justitie, J. P. H. Donner