Wet van 5 juni 2003 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ten behoeve van de stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie

Wijzigingswet Elektriciteitswet 1998 (stimulering milieukwaliteit elektriciteitsproductie)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de doelstelling van een duurzame en milieuhygiënisch verantwoorde elektriciteitsvoorziening in de Elektriciteitswet 1998 vorm te geven door aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de taak te geven te bevorderen dat in Nederland geïnvesteerd wordt in productie-installaties voor duurzame elektriciteit en klimaatneutrale elektriciteit alsmede te bevorderen dat installaties voor warmtekrachtkoppeling op rendabele wijze kunnen worden geëxploiteerd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

I

Wijzigt de Elektriciteitswet 1998.

Artikel

II

Artikel

III

Artikel

IV

Wijzigt de Overgangswet elektriciteitsproductiesector.

Artikel

V

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In dat besluit kan worden bepaald dat aan de verschillende artikelen of onderdelen daarvan terugwerkende kracht wordt verleend. In dat besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Economische Zaken, L. J. Brinkhorst
De Minister van Justitie, J. P. H. Donner