-
1.
Het bedrag van de aansluitingsbijdrage wordt in één keer geïnd.
-
2.
De inning van de basisbijdrage wordt eenmaal aan het begin van het kalenderjaar geïnd, rekening houdend met het bepaalde in artikel 3 lid 2.
-
3.
De inning van de variabele bijdrage voor landbouwbedrijven geschiedt één keer per jaar.
-
4.
De inning van de variabele bijdrage voor bereiders en importeurs geschiedt over de voorafgaande periode op basis van gerealiseerde financiële omzet (eindafrekening).
-
5.
De inning van de voorschotbijdrage voor bereiders en importeurs als bedoeld in artikel 7 lid 2 geschiedt door middel van drie gelijke nota's. In de maanden april, juli en oktober vindt facturering van deze drie nota's plaats.
-
6.
De inning van overige bijdragen geschiedt op een door de directeur te bepalen wijze.
-
7.
De aangeslotene is verplicht de alle in dit reglement genoemde bijdragen alsmede andere door de Stichting hem in rekening gebrachte bijdragen, te voldoen binnen 30 dagen na datum van het schrijven waarin deze aan hem bekend gemaakt zijn. De aangeslotene, die - om welke reden dan ook - niet binnen de overeengekomen termijn betaald, is van rechtswege in verzuim, zonder dat een voorafgaande ingebrekestelling vereist is. De aangeslotene is in dat geval over het openstaande bedrag de wettelijke rente verschuldigd, te berekenen met ingang van de dag dat de genoemde dertig dagen zijn verstreken, tot de dag van de betaling (datum van bijschrijving op de bank- of girorekening van de Stichting).
-
8.
Onverminderd het bovenstaande zullen alle kosten, die aan het incasseren van openstaande vorderingen zijn verbonden - zowel de gerechtelijke als de buitengerechtelijke - voor rekening van de aangeslotene zijn. Zo zal de aangeslotene, die niet binnen de gestelde termijn betaald door Skal schriftelijk worden gemaand. Per schriftelijke aanmaning zullen aan aangeslotene € 12,50 administratiekosten in rekening worden gebracht. Buitengerechtelijke kosten zijn door de aangeslotene verschuldigd in ieder geval, waarin de Stichting zich voor de invordering van de hulp door een derde heeft verzekerd; zij bedragen 15% van het opstaande bedrag, met een minimum van € 50,00.
-
9.
De betaling van de bijdragen dient te geschieden op een door de directeur te bepalen wijze.