Skal-Bijdragereglement

Het bestuur van de Stichting Skal,
Gelet op artikel 11 van de Landbouwkwaliteitswet en mede gelet op het bepaalde in artikel 25, lid 4 van de statuten der Stichting;

Heeft 9 juli 2003 vastgesteld het hierna volgende Skal-Bijdragereglement.

Artikel

2

Aansluitingsbijdrage

Een natuurlijke of rechtspersoon die zich als aangeslotene bij de Stichting wenst te melden dient alvorens als zodanig door de Stichting te worden aanvaard, ter zake van de desbetreffende aansluiting een eenmalige aansluitingsbijdrage aan de Stichting te voldoen, zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 van de statuten.

Artikel

3

Basisbijdrage en variabele bijdrage

  • 1.

    De aangeslotene, als bedoeld in artikel 5 van de statuten, is jaarlijks ter dekking van de kosten van toezicht en keuring aan de Stichting verschuldigd:

    • a.

      een basisbijdrage;

    • b.

      een variabele bijdrage.

  • 2.

    De basisbijdrage per productie-eenheid wordt berekend naar rato van het aantal kwartalen dat men is aangesloten, waarbij een gedeelte van een kwartaal als geheel kwartaal wordt gerekend. De kwartalen lopen van 1 januari tot en met 31 maart, 1 april tot en met 30 juni, 1 juli tot en met 30 september, 1 oktober tot en met 31 december. Voor chargebedrijven geldt dat de basisbijdrage wordt berekend per productie-eenheid en per charge.

  • 3.

    De variabele bijdrage is voorzover het:

    • a.

      landbouwbedrijven betreft een omslagbedrag over het productieareaal dan wel de productiecapaciteit dan wel het aantal productie- dan wel producerende dieren dan wel per dierplaats, voorzover vallend onder de certificatie;

    • b.

      bereiders of importeurs betreft een omslagpercentage berekend over de verkoopwaarde van de op basis van de onder certificaat bereide producten.

Artikel

4

Bevoegdheden bestuur

  • 1.

    Het bestuur stelt de in artikel 2 en 3 genoemde bijdragen jaarlijks vast en legt dit vast in een tarievenblad.

  • 2.

    Het bestuur kan tussentijds een wijziging van de bijdragen als bedoeld in artikel 2 en 3 vaststellen indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven.

  • 3.

    De in de voorgaande leden bedoelde vaststelling behoeft de goedkeuring van de Minister als bedoeld in artikel 11 van de Landbouwkwaliteitswet.

  • 4.

    In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het bestuur.

Artikel

5

Bevoegdheden directeur

  • 1.

    De directeur is belast met de inning van alle bijdragen als bedoeld in dit reglement.

  • 2.

    De directeur is bevoegd de door hem benodigde gegevens, als bedoeld in artikel 6 en 7 voor het vaststellen van de door een aangeslotene verschuldigde variabele bijdrage bij de aangeslotene op te vragen.

  • 3.

    Elke aangeslotene is verplicht om ter controle van de door hem verstrekte gegevens, bedoeld in het tweede lid, op verzoek inzage te verschaffen in de boeken en bescheiden aan de directeur, door deze aangewezen personeelsleden van de Stichting en aangewezen derden, alsmede aan (personeelsleden van) de door het bestuur van de Stichting met het toezicht van de financiële rekeningen en verantwoording van de Stichting belaste accountant.

  • 4.

    Indien na een herhaald verzoek van de directeur de in het tweede lid bedoelde gegevens desondanks niet tijdig of niet conform het gestelde in artikel 6 en 7 worden verstrekt, wordt, onverminderd een eventuele tuchtrechtelijke dan wel sanctierechtelijke vervolging, het productieareaal dan wel de productiecapaciteit dan wel het aantal productie- dan wel producerende dieren dan wel de grootte van de omzet aan onder certificaat bereid product door de directeur ambtshalve geschat. In dat geval gelden de geschatte cijfers als gegevens als bedoeld in het tweede lid.

Artikel

6

Vaststelling variabele bijdragen landbouwbedrijven

Voor de variabele bijdrage die aan landbouwbedrijven wordt opgelegd, geldt het volgende:

  • 1.

    De variabele bijdrage wordt één keer per jaar, aan de hand van de gegevens, die op een daarvoor bestemd formulier zijn ingevuld en de eventueel daarna, door de desbetreffende aangeslotene schriftelijk te melden, aan te brengen wijzigingen, voor het desbetreffende jaar vastgesteld door de directeur.

  • 2.

    De directeur is gerechtigd aan iedere bijdrageplichtige een voorschotbijdrage op te leggen, gebaseerd op de in het eerste lid bedoelde productieopgaveformulier staande gegevens dan wel op basis van de in artikel 5, vierde lid, bedoelde schatting.

Artikel

7

Vaststelling variabele bijdragen bereiders en importeurs

Voor de variabele bijdrage die aan bereiders en importeurs wordt opgelegd, geldt het volgende:

  • 1.

    De directeur verstrekt elke bijdrageplichtige bereider c.q. importeur een opgave-formulier, waarop de aangeslotene de gevraagde gegevens over het afgelopen en het lopende jaar invult. De aangeslotenen dient het origineel, voorzien van een verklaring ondertekend door een accountant of door een door de directeur geaccepteerde deskundige, binnen 30 dagen en naar waarheid ingevuld, aan de directeur te zenden. De variabele bijdrage wordt vervolgens vastgesteld door de directeur.

  • 2.

    De directeur is, in afwijking van het voorgaande, gerechtigd aan iedere bijdrageplichtige aangeslotene een voorschotbijdrage op te leggen, gebaseerd op de financiële omzet in de voorafgaande periode. Daartoe stuurt de directeur de aangeslotene een nota, waarin de berekening van de bijdrage staat vermeld.

  • 3.

    In een kwartaal waarin de aangeslotene als zodanig is toegelaten kan door de directeur een voorschotbijdrage worden opgelegd, gebaseerd op een door de directeur te maken schatting van de financiële omzet vanaf het moment van certificaatverlening tot het einde van het kalenderjaar.

Artikel

8

Inning

  • 1.

    Het bedrag van de aansluitingsbijdrage wordt in één keer geïnd.

  • 2.

    De inning van de basisbijdrage wordt eenmaal aan het begin van het kalenderjaar geïnd, rekening houdend met het bepaalde in artikel 3 lid 2.

  • 3.

    De inning van de variabele bijdrage voor landbouwbedrijven geschiedt één keer per jaar.

  • 4.

    De inning van de variabele bijdrage voor bereiders en importeurs geschiedt over de voorafgaande periode op basis van gerealiseerde financiële omzet (eindafrekening).

  • 5.

    De inning van de voorschotbijdrage voor bereiders en importeurs als bedoeld in artikel 7 lid 2 geschiedt door middel van drie gelijke nota's. In de maanden april, juli en oktober vindt facturering van deze drie nota's plaats.

  • 6.

    De inning van overige bijdragen geschiedt op een door de directeur te bepalen wijze.

  • 7.

    De aangeslotene is verplicht de alle in dit reglement genoemde bijdragen alsmede andere door de Stichting hem in rekening gebrachte bijdragen, te voldoen binnen 30 dagen na datum van het schrijven waarin deze aan hem bekend gemaakt zijn. De aangeslotene, die - om welke reden dan ook - niet binnen de overeengekomen termijn betaald, is van rechtswege in verzuim, zonder dat een voorafgaande ingebrekestelling vereist is. De aangeslotene is in dat geval over het openstaande bedrag de wettelijke rente verschuldigd, te berekenen met ingang van de dag dat de genoemde dertig dagen zijn verstreken, tot de dag van de betaling (datum van bijschrijving op de bank- of girorekening van de Stichting).

  • 8.

    Onverminderd het bovenstaande zullen alle kosten, die aan het incasseren van openstaande vorderingen zijn verbonden - zowel de gerechtelijke als de buitengerechtelijke - voor rekening van de aangeslotene zijn. Zo zal de aangeslotene, die niet binnen de gestelde termijn betaald door Skal schriftelijk worden gemaand. Per schriftelijke aanmaning zullen aan aangeslotene € 12,50 administratiekosten in rekening worden gebracht. Buitengerechtelijke kosten zijn door de aangeslotene verschuldigd in ieder geval, waarin de Stichting zich voor de invordering van de hulp door een derde heeft verzekerd; zij bedragen 15% van het opstaande bedrag, met een minimum van € 50,00.

  • 9.

    De betaling van de bijdragen dient te geschieden op een door de directeur te bepalen wijze.

Artikel

9

Nadere specificatie betalingstermijnen

  • 1.

    De jaarlijkse basisbijdragen zijn verschuldigd over de periode beginnende op de eerste dag van het kwartaal waarin de betrokken aangeslotene als zodanig door de Stichting is aanvaard en eindigende op de laatste dag van het kwartaal waarin hij is uitgetreden.

  • 2.

    De variabele bijdragen voor de landbouwbedrijven, bedoeld in artikel 3, derde lid sub a, zijn verschuldigd over het gehele kalenderjaar ongeacht de datum van aansluiting dan wel uittreding.

  • 3.

    De variabele bijdragen voor de bereiders en importeurs, bedoeld in artikel 3, derde lid sub b, zijn verschuldigd over de verkoopwaarde van de producten als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de statuten, binnen de periode waarin de betrokkene aangesloten is bij de Stichting.

Artikel

10

Uitstel van betaling

  • 1.

    Het bestuur is bevoegd, op voordracht van de directeur, een aangeslotene uitstel van betaling te verlenen van de verschuldigde bijdragen.

  • 2.

    De aangeslotene die uitstel van betaling verlangt, bedoeld in het voorgaande lid, richt daartoe een schriftelijk gemotiveerd verzoek aan de directeur.

Artikel

11

Bijdragen additionele werkzaamheden

  • 1.

    Het bestuur is bevoegd om naast de bijdragen zoals genoemd in dit reglement andere bijdragen in te stellen voor het uitvoeren van additionele werkzaamheden. Deze bijdragen worden vastgelegd in het in artikel 4, eerste lid, bedoelde tarievenblad.

  • 2.

    Het bestuur is bevoegd om voor die productgroepen waarin de tarievenlijst niet voorziet, tarieven vast te stellen naar evenredigheid met andere tarieven.

  • 3.

    Met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde bijdragen is het gestelde in dit reglement van overeenkomstige toepassing.

Artikel

12

Slotbepalingen

  • 1.

    Dit reglement vervangt het bijdragereglement van Skal zoals vastgesteld door het bestuur op 14 november 1996.

  • 2.

    Dit reglement kan worden aangehaald onder de naam Skal-Bijdragereglement.

  • 3.

    Dit reglement treedt in werking op de tweede dag na publicatie in de Staatscourant.

  • 4.

    Wijzigingen van dit reglement treden eerst in werking na goedkeuring en openbaarmaking door de Minister en publicatie door de zorg van de Minister in de Staatscourant.

  • 5.

    In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het Bestuur van Skal.