Regeling van de Minister van Economische Zaken van 20 augustus 2003, nr. WJZ/03/02550, houdende vaststelling van de aanvraag- en veilingprocedure voor vergunningen voor WLL (Regeling aanvraagprocedure en veiling gebruiksrecht frequentieruimte voor WLL)

Regeling aanvraagprocedure en veiling gebruiksrecht frequentieruimte voor WLL

§

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    minister: Minister van Economische Zaken;

  • b.

    WLL: digitale radiosystemen gebaseerd op multipoint technologie, zoals beschreven in de door het Europese Telecommunicatie Standaardisatie Instituut (ETSI) opgestelde geharmoniseerde norm, waarmee radioverbindingen in duplex gerealiseerd kunnen worden tussen een vast centraal punt en meerdere vast opgestelde aansluitpunten;

  • c.

    aanvraagdocument: document als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van het Frequentiebesluit ten behoeve van de verdeling van frequentieruimte voor WLL;

  • d.

    aanvrager: degene die een aanvraag voor een vergunning voor WLL doet;

  • e.

    deelnemer: aanvrager die gerechtigd is een bod uit te brengen;

  • f.

    kavel: aantal opeenvolgende frequenties dat ter beschikking is voor de exploitatie van een vergunning voor WLL.

§

2

Vergunningaanvraag

Artikel

2

Ingevolge het besluit van de minister van 20 augustus 2003 (Stcrt. 2003, 162) zijn voor WLL de volgende twee vergunningen beschikbaar die door middel van een veiling zullen worden verleend:

  • a.

    een vergunning in de 3,5 GHz band, met frequentiebereik 3500–3580 MHz; en

  • b.

    een vergunning in de 2,6 GHz band, met frequentiebereik 2523–2667 MHz.

Artikel

3

De radiofrequenties, bedoeld in artikel 2, worden ten behoeve van de veiling verdeeld in de volgende kavels:

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

De aanvrager geeft in de aanvraag aan op welke kavel of kavels als bedoeld in artikel 3 de aanvraag betrekking heeft, alsmede hoeveel vergunningen hij maximaal wil verwerven. Indien de aanvraag betrekking heeft op beide kavels, maar de aanvrager maximaal één vergunning wenst te verwerven, geeft de aanvrager tevens aan welke kavel zijn voorkeur heeft.

Artikel

8

Artikel

9

Als bijdrage in de kosten van de bemoeiingen van de overheid met betrekking tot de aanvraagprocedure wordt, onder vermelding van ‘aanvraagprocedure WLL’ uiterlijk op 3 november 2003 om 14.00 uur, een bedrag van € 1.000,– van de aanvrager ontvangen op het bankrekeningnummer, genoemd in artikel 4, derde lid.

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

13

Een aanvrager voldoet aan de volgende eisen:

  • a.

    de aanvrager is een rechtspersoon, opgericht in overeenstemming met het recht van een van de lidstaten van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en heeft zijn statutaire zetel, zijn hoofdbestuur of zijn hoofdvestiging binnen de Europese Economische Ruimte;

  • b.

    wat betreft de financiële positie van de aanvrager:

    • 1°.

      de aanvrager verkeert niet in staat van faillissement, noch is een verzoek tot faillietverklaring van de aanvrager ingediend,

    • 2°.

      de aanvrager is geen surcéance van betaling verleend, noch is ten aanzien van de aanvrager surcéance van betaling aangevraagd, en

    • 3°.

      geen substantieel beslag is gelegd op bedrijfsmiddelen van de aanvrager.

Artikel

14

§

3

Vaststelling schaarste

Artikel

15

Artikel

16

§

4

De veilingmeester en de notaris

Artikel

17

§

5

Algemene bepalingen omtrent de veiling

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

Een deelnemer is vanaf het moment dat hij een bod heeft uitgebracht tot en met het tijdstip waarop de veiling is afgerond onvoorwaardelijk en onherroepelijk aan zijn bod gebonden, tenzij hij op grond van artikel 18, tweede lid, wordt uitgesloten van verdere deelname aan de veiling.

§

6

De veilingprocedure

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

25

Artikel

26

Na de vaststelling, bedoeld in artikel 25, deelt de veilingmeester aan de deelnemers de uitslag van de veiling mee, alsmede aan elke deelnemer aan wie een kavel is toegewezen, welke kavel aan hem is toegewezen. Hiermee is de veiling geëindigd.

Artikel

27

§

7

Slotbepalingen

Artikel

28

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

29

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvraagprocedure en veiling gebruiksrecht frequentieruimte voor WLL.

Deze regeling zal met de bijlagen en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Minister van Economische ZakenL.J.Brinkhorst

Bijlage

1

Informatie over de aanvrager

A. 1 Algemeen

1. Naam van de aanvrager;

2. Rechtsvorm van de aanvrager;

3. Vestigingsplaats van de aanvrager en, als deze niet dezelfde zijn, de statutaire zetel en de zetel van het hoofdbestuur;

4. Een recent uittreksel, niet ouder dan twee maanden gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag, van het register van de Kamer van Koophandel;

5. Een lijst van degenen die bevoegd zijn de aanvrager rechtsgeldig te vertegenwoordigen, met daarbij vermeld de beperkingen die eventueel met betrekking tot de vertegenwoordigingsbevoegdheid gelden.

A. 2 Eigendomsverhoudingen

1. Beschrijving van de grootte van het aandelenkapitaal, de samenstelling in soorten aandelen, zoals gewone, preferente, converteerbare of prioriteitsaandelen, en de verdeling over de aandeelhouders;

2. Beschrijving van de zeggenschapsverhoudingen en van alle overeenkomsten die deze verhoudingen beïnvloeden.

A. 3 Overeenkomsten met derden

Een beschrijving van alle bestaande en voorgenomen strategische overeenkomsten met derden.

A. 4 Schriftelijke verklaring omtrent de juistheid der gegevens

1. De informatie over de aanvrager gaat vergezeld van een schriftelijke verklaring omtrent de juistheid en volledigheid van de door de aanvrager verstrekte gegevens, bedoeld onder A. 1, A. 2 en A. 3 verstrekt door een onafhankelijke advocaat die gevestigd is in een van de lidstaten van de Europese Unie of in een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;

2. De schriftelijke verklaring bedoeld onder A. 4.1, geeft tevens aan dat:

  • a.

    de aanvrager niet in staat van faillissement verkeert, noch een verzoek tot faillietverklaring van de aanvrager is ingediend;

  • b.

    ten aanzien van de aanvrager geen surséance van betaling is aangevraagd, noch aan de aanvrager surséance van betaling is verleend, en

  • c.

    geen substantieel beslag is gelegd op bedrijfsmiddelen van de aanvrager.

B. Vergunningen voor WLL

De aanvrager geeft aan op welke kavel of kavels als bedoeld in artikel 3 van de Regeling aanvraagprocedure en veiling gebruiksrecht frequentieruimte voor WLL de aanvraag betrekking heeft en hoeveel kavels hij maximaal wenst te verwerven. Indien de aanvrager maximaal één kavel wenst te verwerven, geeft hij tevens aan welke kavel zijn voorkeur heeft.

Bijlage

2

Biedkaart

Instructies

♦ Een bod wordt uitgebracht in euro’s

♦ Het bedrag wordt afgerond op hele euro’s

♦ Een bod wordt uitgebracht op een voorafgaand aan de veiling verstrekte biedkaart

♦ Het bedrag van het bod wordt in letters geschreven

♦ De biedkaart wordt in het Nederlands ingevuld

♦ De biedkaart wordt ingeleverd bij de notaris

Deelnemer (Naam)

Door de deelnemer in te vullen gegevens:

A

B

Ondertekening (Naam)

Bijlage

3

– Model bankgarantie –

1. De ondergetekende

...... (naam van een bank die een vergunning heeft van De Nederlandsche bank of van een andere toezichthoudende instantie in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte)*, gevestigd te ......, mede kantoorhoudende te ......, hierna te noemen: ‘de Bank’;

In aanmerking nemende:

  • A.

    dat art. 3.3, eerste lid, van de Telecommunicatiewet bepaalt dat voor het gebruik van frequentieruimte een vergunning is vereist van de Minister van Economische Zaken;

  • B.

    dat ...... (naam deelnemer), rechtspersoon naar ...... (het recht van een van de lidstaten van de Europese Unie of van een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte) recht, waarvan de zetel is gevestigd te ......, kantoorhoudende te ......, hierna te noemen: ‘de Deelnemer’, voornemens is een bod in de WLL-veiling uit te brengen teneinde een vergunning als bedoeld in art. 3.3, eerste lid, van de Telecommunicatiewet te verwerven;

  • C.

    dat de minister met betrekking tot de verlening van een WLL-vergunning regels heeft gesteld. Deze regels zijn vastgelegd in de Regeling aanvraagprocedure en veiling gebruiksrecht frequentieruimte voor WLL;

  • D.

    dat de minister op grond van deze regels van de Deelnemer verlangt dat deze een bankgarantie doet stellen ter zekerheid van al hetgeen de Deelnemer in verband met de veiling verschuldigd is of zal worden, hierna te noemen: ‘de Vordering’, aan de Staat der Nederlanden, rechtspersoon naar Nederlands recht, waarvan de zetel is gevestigd te ’s-Gravenhage, hierna te noemen: ‘de Staat’;

  • E.

    dat de Deelnemer de Bank heeft verzocht een onherroepelijke en onafhankelijke bankgarantie te stellen ten behoeve van de Staat, welke op eerste verzoek van de Staat betaalbaar is;

2. Verbindt zich tot het navolgende:

  • 1.

    De Bank stelt zich bij wijze van zelfstandige verbintenis tot een bedrag van ...... (zegge: ......), onherroepelijk garant jegens de Staat voor de betaling van al hetgeen de Staat blijkens een schriftelijke verklaring van de Staat ter zake van de Vordering van de Deelnemer te vorderen heeft, aldus dat de Bank zich verbindt het gevorderde bedrag als eigen verplichting aan de Staat te voldoen.

  • 2.

    De Bank verbindt zich om als eigen schuld op eerste verzoek en op de enkele schriftelijke mededeling van de Staat zonder overlegging van enig ander document of opgaaf van redenen te verlangen, aan de Staat te voldoen het bedrag dat de Staat verklaart ter zake van de Vordering van de Deelnemer te vorderen te hebben, met dien verstande dat de Bank nimmer gehouden is aan de Staat meer te voldoen dan het hiervoor vermelde maximumbedrag.

Zulks met inachtneming van:

  • 3.

    Deelberoepen onder deze bankgarantie zijn mogelijk. Het maximumbedrag van deze bankgarantie wordt met een bedrag gelijk met dat van elk deelberoep verlaagd.

  • 4.

    De bankgarantie vervalt na ontvangst door de Bank van een per aangetekende brief gezonden schriftelijke verklaring van een in Nederland ingeschreven advocaat van de Staat dat de bankgarantie is vervallen en in ieder geval één jaar na datum van ondertekening van deze garantie, tenzij de Bank tenminste één maand voor de einddatum van de garantie per aangetekende brief een schriftelijke verklaring van een Nederland inschreven advocaat van de Staat heeft ontvangen dat een procedure tussen de Staat en de aanvrager ter zake van de Vordering nog aanhangig is, in welk geval de garantie telkens voor een nieuwe termijn van een jaar geldig is.

  • 5.

    Deze bankgarantie wordt beheerst door Nederlands recht. Geschillen ter zake van deze bankgarantie kunnen uitsluitend worden voorgelegd aan de bevoegde Nederlandse rechter te ’s-Gravenhage.

  • 6.

    Na verval van deze bankgarantie kan de Staat geen enkele aanspraak meer maken jegens de Bank uit hoofde van deze bankgarantie en is de Staat op verzoek van de Bank verplicht het origineel van deze bankgarantie aan de Bank terug te geven.

Plaats:

Datum:

(naam Bank en ondertekening)

* Hetgeen in het bovenstaande cursief is gedrukt moet door de Bank worden ingevuld.