Artikel
1
In deze verordening wordt verstaan onder:
1. |
productschap |
: |
Productschap Vee en Vlees; |
2. |
voorzitter |
: |
de voorzitter van het productschap; |
3. |
bestuur |
: |
het bestuur van het productschap; |
4. |
eigenaar |
: |
de natuurlijke of rechtspersoon die de paardachtigen in eigendom heeft dan wel beroepsmatig de beschikkingsmacht uitoefent over de paardachtigen; |
5. |
paardachtigen |
: |
als huisdier gehouden of in het wild levende paarden, met inbegrip van zebra’s, en ezels of kruisingen daarvan; |
6. |
geregistreerde paardachtigen |
: |
paardachtigen die zijn ingeschreven in een stamboek of register dat wordt bijgehouden door een erkende instelling; |
7. |
slachtpaarden |
: |
paardachtigen die zijn bestemd om hetzij rechtstreeks, hetzij na via een markt of een erkend verzamelcentrum te zijn doorgevoerd, naar een slachthuis te worden gebracht om daar te worden geslacht; |
8. |
erkende instelling |
: |
een krachtens het Fokkerijbesluit erkende organisatie die één of meer stamboeken of registers van paardachtigen bijhoudt; |
9. |
hippische sportorganisatie |
: |
een organisatie die de paardensport professioneel bevordert; |
10. |
levensnummer/UELN nummer |
: |
het door de voorzitter aan de paardachtigen toegewezen unieke 15-cijferige nummer als bedoeld in artikel 5, tweede lid; |
11. |
gekwalificeerde dierenarts |
: |
een in het register I&R paarden van de Stichting Veterinair Kwaliteitsorgaan ingeschreven dierenarts; |
12. |
officiële dierenarts |
: |
dierenarts in dienst van de Voedsel en Waren Autoriteit; |
13. |
dierenarts |
: |
degene die krachtens de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde (stb. 1990, 214) is toegelaten tot de uitoefening van de diergeneeskunde; |
14. |
paardenpaspoortconsulent |
: |
door de voorzitter aangewezen persoon die is gekwalificeerd tot het schetsen van paardachtigen en tot het implanteren van transponders; |
15. |
transponder |
: |
elektronisch implantaat ter identificatie van de paardachtigen dat voldoet aan het door de voorzitter bij besluit vastgestelde programma van eisen; |
16. |
paspoort |
: |
het identificatiedocument als bedoeld in Beschikking 93/623 EEG en Beschikking 2000/68/EG; |
17. |
invoer |
: |
het in Nederland in het vrije verkeer van de Gemeenschap brengen van één of meer paardachtigen uit derde landen; |
18. |
dierentuin |
: |
een inrichting met een permanent karakter, waar levende dieren van wilde diersoorten worden gehouden om gedurende tenminste zeven dagen per jaar te worden tentoongesteld aan het publiek; |
19. |
natuurterrein |
: |
grond met een houtopstand, of heideveld, ven, hoogveenterrein, zandverstuiving, duinterein, kwelder, schor, gors, slik, riet- en ruigtland, griend en laagveenmoeras, voor zover het geen landbouwgrond is. |