Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
de ministers: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie;
-
b.
aanhoudings- en ondersteuningseenheid: een eenheid, als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van het Besluit beheer regionale politiekorpsen;
-
c.
AOE-hond: de hond in eigendom van het regionaal politiekorps Rotterdam-Rijnmond, waarvoor over een certificaat als bedoeld in artikel 6 wordt beschikt;
-
d.
geleider: de ambtenaar van politie, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, van de Politiewet 1993, die behoort tot de aanhoudings- en ondersteuningseenheid van het regionaal politiekorps Rotterdam-Rijnmond en dienst doet met een AOE-hond;
-
e.
voorlopig keuringsreglement: de bij deze regeling behorende bijlage waarin de keuringseisen zijn opgenomen;
-
f.
rijksgecommitteerden: de functionarissen welke door de ministers zijn aangewezen op grond van artikel 4 van de Regeling politiesurveillancehonden 1999;
-
g.
begeleidingscommissie: commissie bestaande uit een lid van het Landelijk Selectie- en Opleidingscentrum (LSOP), een lid van het Openbaar Ministerie en een lid van het Korps landelijke politiediensten.