Regeling van de Minister van Economische Zaken van 8 december 2003, nr. WJZ 3073206, tot vaststelling van uitvoeringregels voor meting en uitgifte van garanties van oorsprong ten behoeve van duurzame elektriciteit (Regeling garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit)

Regeling garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit

De Minister van Economische Zaken,

Besluit:

§

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

§

2

Onderzoek productie-installatie en meten van duurzame elektriciteit

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

§

3

Garanties van oorsprong

Artikel

5

Artikel

6

§

4

Biomassaverklaring

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Indien in de productie-installatie door de producent gewonnen, niet naar zijn aard zuiver biogas of niet-zuiver biogas wordt verwerkt, hanteert de producent ten aanzien van de grondstof die bij het ontstaan van dit biogas gebruikt wordt, een daartoe geëigende methode om aan de hand van bemonstering per partij vast te stellen dat het materiaal waaruit de duurzame elektriciteit is opgewekt, is aan te merken als zuivere of als niet-zuivere biomassa.

Artikel

10

De methode van vaststelling, bedoeld in de artikelen 8, eerste en tweede lid, en 9, is geëigend als de producent ter zake van de werkzaamheden voor de bepaling van het biologisch afbreekbare gedeelte van de biomassa beschikt over:

  • a.

    een productcertificaat als bedoeld in de Kiwa-beoordelingsrichtlijn BRL-K 10016 voor de vaststelling van het aandeel biomassa in secundaire brandstoffen, of

  • b.

    een schriftelijk bewijs dat hij voldoet aan vergelijkbare procesnormen als vastgelegd in de Kiwa-beoordelingsrichtlijn BRL-K 10016.

§

5

Garanties van oorsprong en accountantsverklaring voor biomassa

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

§

6

Garanties van oorsprong uit andere lidstaten van de Europese Unie

Artikel

15

Artikel

16

Ten behoeve van het boeken van de energiebelasting-aanduiding, bedoeld in artikel 15, tweede lid, ten aanzien van garanties van oorsprong die elektriciteit opgewekt door middel van zuivere biomassa betreffen, zijn de paragrafen 4 en 5 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:

  • a.

    onder ‘producent’ mede verstaan wordt: afnemer, leverancier of handelaar;

  • b.

    onder ‘garantie van oorsprong’ mede verstaan wordt: energiebelasting-aanduiding;

  • c.

    in plaats van bijlage 2, bijlage 3 bij deze regeling wordt gehanteerd.

§

7

Gegevensverstrekking

Artikel

17

De garantiebeheerinstantie deelt iedere maand aan de Minister de volgende gegevens mee:

  • a.

    de hoeveelheid en soorten duurzame elektriciteit waarvoor garanties van oorsprong en garanties van oorsprong voor niet-netlevering zijn geboekt;

  • b.

    de hoeveelheid en soorten duurzame elektriciteit waarvoor garanties van oorsprong en garanties van oorsprong voor niet-netlevering zijn afgeboekt, alsmede de reden voor afboeking;

  • c.

    de hoeveelheid en soorten duurzame elektriciteit waarvoor garanties van oorsprong, afkomstig uit andere lidstaten van de Europese Unie, in Nederland ingevoerd zijn, onderverdeeld naar de diverse lidstaten;

  • d.

    de hoeveelheid en soorten duurzame elektriciteit waarvoor garanties van oorsprong naar andere lidstaten van de Europese Unie uit Nederland uitgevoerd zijn, onderverdeeld naar de diverse lidstaten.

§

8

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

18

Artikel

20

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.

Artikel

22

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd bij de garantiebeheerinstantie, Utrechtseweg 310, Arnhem.

Den Haag
De Minister van Economische ZakenL.J.Brinkhorst

Bijlage

1

Ligt ter inzage bij de garantiebeheerinstantie te Arnhem.

Bijlage

2

Ligt ter inzage bij de garantiebeheerinstantie te Arnhem.

Bijlage

3

Ligt ter inzage bij de garantiebeheerinstantie te Arnhem.