Subsidieregeling duurzame ontwikkeling cacao- en chocoladesector

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op de artikelen 2 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies; Na overleg met het Hoofdproductschap Akkerbouw;

Besluit:

Paragraaf

I

Begripsbepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    minister: minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • b.

    HPA: Hoofdproductschap Akkerbouw;

  • c.

    producten: cacaobonen, cacaoproducten en chocoladeproducten;

  • d.

    cacaosector: productie, be- en verwerking, handel, distributie en opslag van cacaobonen en cacaoproducten;

  • e.

    chocoladesector: productie, be- en verwerking, handel, distributie en opslag van chocoladeproducten;

  • f.

    sector: cacaosector en chocoladesector;

  • g.

    duurzame ontwikkeling: ontwikkeling die voorziet in de behoeften van vandaag, zonder daarbij het vermogen van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien, in gevaar te brengen.

  • h.

    capaciteits- en institutionele opbouw: totstandkoming van algemeen beschikbare voorzieningen voor de waarborging van voedselkwaliteit alsmede de daarmee verband houdende kennisontwikkeling en kennisoverdracht;

  • i.

    oorspronglanden: cacao-exporterende landen als bedoeld in bijlage A bij de Internationale cacao-overeenkomst 2001;

Paragraaf

II

De subsidie

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Geen subsidie wordt verleend:

  • a.

    indien de subsidie zou moeten worden aangemerkt als staatssteun als bedoeld in artikel 87 van het EU-Verdrag;

  • b.

    indien de subsidieverlening ertoe zou leiden dat het bedrag, genoemd in artikel 5, voor meer dan 40% besteed wordt aan:

  • c.

    voor in artikel 2 bedoelde activiteiten waarmee een begin van uitvoering is gemaakt alvorens de ontvangst van een aanvraag tot subsidieverlening schriftelijk aan de aanvrager is bevestigd;

  • d.

    indien de op aanvraag te verlenen subsidie niet ten minste € 50.000,– bedraagt, en

  • e.

    voor in artikel 2 bedoelde activiteiten, waarvoor door een bestuursorgaan reeds subsidie is verstrekt.

Artikel

5

Het subsidieplafond van deze regeling bedraagt € 12.000.000.

Artikel

6

Paragraaf

III

Subsidieverlening

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Paragraaf

IV

Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel

11

De subsidieontvanger voert de activiteit uit:

  • a.

    overeenkomstig de aanvraag waarop de beschikking tot subsidieverlening betrekking heeft, en

  • b.

    binnen 12 maanden na ontvangst van de beschikking tot subsidieverlening of in de gevallen dat in de beschikking tot subsidieverlening een andere termijn is genoemd, binnen deze termijn.

Paragraaf

V

Bevoorschotting, subsidievaststelling en terugvordering

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Indien de beschikking tot subsidievaststelling is ingetrokken, betaalt de subsidieontvanger op eerste vordering van de minister de onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten terug, vermeerderd met de wettelijke rente over de periode van de datum van intrekking tot het tijdstip van algehele voldoening.

Paragraaf

VI

Slotbepalingen

Artikel

15

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

16

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling duurzame ontwikkeling cacao- en chocoladesector.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en VoedselkwaliteitC.P.Veerman