Wet van 17 december 2003, houdende gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid)

Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om ter uitvoering van de Richtlijn 2000/78/EG, tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PbEG, 2000, L303) alsmede in verband met artikel 1 van de Grondwet, het maken van onderscheid op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs te verbieden;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§

1

Algemeen

Het begrip onderscheid

Artikel

1

Intimidatie

Artikel

2

§

2

Reikwijdte van het verbod van onderscheid

Arbeid

Artikel

3

Onderscheid is verboden bij:

  • a.

    de aanbieding van een betrekking en de behandeling bij de vervulling van een openstaande betrekking;

  • b.

    de arbeidsbemiddeling;

  • c.

    het aangaan en het beëindigen van een arbeidsverhouding;

  • d.

    het aanstellen tot ambtenaar en het beëindigen van het dienstverband van een ambtenaar;

  • e.

    de arbeidsvoorwaarden;

  • f.

    het laten volgen van onderwijs, scholing en vorming tijdens of voorafgaand aan een arbeidsverhouding;

  • g.

    de bevordering en

  • h.

    de arbeidsomstandigheden.

Vrije beroep

Artikel

4

Onderscheid is verboden met betrekking tot de voorwaarden voor en de toegang tot het vrije beroep en de mogelijkheden tot uitoefening van en ontplooiing binnen het vrije beroep.

Beroepsonderwijs

Artikel

5

Onderscheid is verboden bij:

  • a.

    het verlenen van toegang tot en het geven van loopbaanoriëntatie en beroepskeuzevoorlichting;

  • b.

    het verlenen van toegang tot, het aanbieden van, het afnemen van toetsen tijdens en het afsluiten van onderwijs dat gericht is op de toetreding tot en het functioneren op de arbeidsmarkt.

Lidmaatschap organisaties

Artikel

6

Onderscheid is verboden bij het lidmaatschap van of de betrokkenheid bij een werkgevers- of werknemersorganisatie of een vereniging van beroepsgenoten. Dit geldt ook voor de voordelen die voortvloeien uit het lidmaatschap van deze organisaties en verenigingen.

§

3

Uitzonderingen op het verbod van onderscheid

Objectieve rechtvaardiging

Artikel

7

Pensioenen

Artikel

8

§

4

Vermelding leeftijdsgrens

Artikel

9

Indien bij een openlijke aanbieding van een betrekking onderscheid op grond van leeftijd wordt gemaakt, wordt de grond daarvan uitdrukkelijk vermeld.

§

5

Rechtsbescherming

Bescherming tegen represailles

Artikel

10

Het is verboden om personen te benadelen wegens het feit dat zij in of buiten rechte een beroep hebben gedaan op deze wet of terzake bijstand hebben verleend.

Bescherming tegen ontslag

Artikel

11

Bewijslast

Artikel

12

Nietigheid

Artikel

13

Bedingen in strijd met deze wet zijn nietig.

De commissie gelijke behandeling

§

6

Overgangs- en slotbepalingen

Evaluatie

Artikel

15

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt in overeenstemming met Onze Ministers van Justitie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Overgangsrecht pensioenontslag

Artikel

16

Het in deze wet neergelegde verbod van onderscheid is tot 2 december 2006 niet van toepassing op onderscheid dat betrekking heeft op het beëindigen van een arbeidsverhouding of het dienstverband van een ambtenaar in verband met het bereiken van een bij arbeidsovereenkomst overeengekomen, een bij een toezegging omtrent pensioen toegezegde, of een bij regeling van een daartoe bevoegd bestuursorgaan vastgestelde pensioengerechtigde leeftijd lager dan de AOW-gerechtigde leeftijd, voorzover die leeftijd voor de datum van inwerkingtreding van deze wet in de arbeidsovereenkomst, de toezegging omtrent pensioen of de regeling van het bestuursorgaan was opgenomen.

Overgangsrecht defensie

Artikel

17

Het in deze wet neergelegde verbod van onderscheid is niet van toepassing ten aanzien van militaire ambtenaren als bedoeld in artikel 1 van de Militaire Ambtenarenwet 1931 tot 1 januari 2008, of tot een eerdere datum waarop in de Militaire ambtenarenwet 1931 een regeling is getroffen ten aanzien van het gebruik van leeftijdsgrenzen binnen de krijgsmacht betreffende aanstelling, functietoewijzing, aanwijzing voor een opleiding en ontslag.

Wijzigingen in andere regelgeving

Artikel

18

Wijzigt de Wet op de Raad van State.

Artikel

19

Wijzigt de Comptabiliteitswet.

Tijdstip inwerkingtreding

Artikel

20

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Citeertitel

Artikel

21

Deze wet wordt aangehaald als: Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid , A. J. de Geus
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner
De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties , Th. C. de Graaf
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap , M. J. A. van der Hoeven
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner