Artikel
1
De afschrijvingstermijnen voor de materiële vaste activa luiden als volgt:
1. Grond |
geen |
2. Huisvesting |
|
2.1 Standaard-gebouwen/ casco |
35 jaar |
2.2 Verbouwingen |
|
a. met als oogmerk de levensduur te verlengen |
a. Op basis van de verlengde levensduur |
b. zonder oogmerk de levensduur te verlengen |
b. Op basis van de resterende levensduur |
2.3 Installaties |
15 jaar |
2.4 Inrichting gebouwen / inventaris |
10 jaar |
3. Vervoer |
|
3.1 opvallende auto’s / motoren |
3 jaar |
3.2 onopvallende auto’s / motoren |
5 jaar |
3.3 ME-voertuigen |
10 jaar |
3.4 zeegaande vaartuigen |
|
a. romp (staal) |
20 jaar |
b. romp (kunststof / aluminium) |
10 jaar |
c. inbouw |
10 jaar |
d. overige onderdelen |
4 jaar |
3.5 overige vaartuigen |
10 jaar |
4. Verbindingen en automatisering |
|
4.1 Radiobediensystemen (vaste apparatuur) |
10 jaar |
4.2 Mobiele apparatuur |
|
a. mobilofoons |
a. 7 jaar |
b. portofoons |
b. 5 jaar |
4.3 pc’s en randapparatuur |
3 jaar |
4.4 Windows based terminals (WBT’s) |
5 jaar |
4.5 Servers |
5 jaar |
4.6 Software |
3 jaar |
4.7 Netwerken / bekabeling |
|
a. inpandig |
a. 5 jaar |
b. uitpandig |
b. 10 jaar |