Artikel
1
1
Aan de algemeen directeur van Senter wordt mandaat verleend om namens de Minister van Verkeer en Waterstaat besluiten te nemen in het kader van de uitvoering van de Tijdelijke regeling eenmalige uitkering bestrijding regionale wateroverlast.
2
De algemeen directeur van Senter kan, met inachtneming van artikel 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht, van het in het eerste lid aan hem verleende mandaat ondermandaat verlenen aan een of meer onder hem ressorterende functionarissen.