de persoon die op vrijwillige basis, dan wel op basis van een dienstverband bij een bevoegd gezag dan wel bijeen andere werkgever, tussen de middag het overblijven verzorgt en toezicht houdt op leerlingen.
Artikel
2
Doel van de regeling
1
De minister verstrekt subsidie om de deskundigheid van de overblijfmedewerker te vergroten en hiermee bij te dragen aan de kwaliteitsverbetering van het overblijven.
2
Subsidie kan worden verstrekt als bijdrage in:
a.
de kosten van een niet uit ’s Rijks kas bekostigde korte cursus gericht op het overblijven;
b.
de kosten van niet uit ’s Rijks kas bekostigde beroepsgerichte scholing op het terrein van opvang van en toezicht op kinderen of
c.
de kosten die voor een deelnemer voortvloeien uit het volgen van een uit ’s Rijks bekostigde opleiding of deel van een opleiding gericht op het behalen van een kwalificatie of een of meer deelkwalificaties op het terrein van opvang van en toezicht op kinderen.
3
De subsidie wordt uitsluitend aangewend voor deskundigheidsbevordering van overblijfmedewerkers ter verbetering van de kwaliteit van het overblijven.
Artikel
3
Subsidieaanvrager
Subsidie wordt op aanvraag van het bevoegd gezag verleend.
De subsidie bedraagt € 500,- voor deelname aan een korte cursus en € 2000,- voor deelname aan (beroepsgerichte) scholing dan wel een opleiding gericht op het behalen van (deel) kwalificaties.
Artikel
6
Wijze van aanvragen
Aanvragen worden ingediend per school. Een aanvraag vindt uitsluitend schriftelijk plaats door middel van een per school door het bevoegd gezag volledig ingevuld en ondertekend CFI-formulier nr. 64012, dat de volgende gegevens bevat:
Naam, adres, telefoonnummer en bestuursnummer bevoegd gezag.
Naam, vestigingsadres en brinnummer van de school
De naam van de instelling(en) waar de scholing dan wel de cursus gevolgd gaat worden.
Indien het een subsidieverzoek voor een korte cursus betreft het aantal deelnemers
Indien het een subsidieverzoek voor (beroepsgerichte) scholing betreft de naam van betrokkene(n).
Het aanvraagformulier met nummer CFI 64012 is te downloaden via www.cfi.nl. Dit formulier is eventueel ook te bestellen met plaketiket CFI 84887.
Artikel
7
Termijn indiening en afgeven beschikking; betaalbaarstelling
1
Aanvragen kunnen vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling tot uiterlijk 1 juli 2004 worden ingediend. Aanvragers ontvangen voor 1 september 2004 een beschikking.
2
Het subsidiebedrag wordt uiterlijk in de maand na de subsidieverlening aan het bevoegd gezag betaalbaar gesteld.
Artikel
8
Criteria verdeling bij subsidieverlening
De minister verdeelt het beschikbare bedrag op de volgende wijze:
A
Voor wat betreft de subsidie voor korte cursussen:
1.
Eerste Tranche
Scholen of instellingen die op grond van de ”subsidieregeling scholing overblijfmedewerkers 2003”, kenmerk PO/OO-2003/11116 en op grond van de ”verlengde subsidieregeling scholing overblijfmedewerkers 2003”, kenmerk PO/OO-2003/46198, geen subsidie hebben ontvangen, waarbij wordt verdeeld:
a.
In de volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de aanvraag dient aan te vullen, de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen als datum van ontvangst geldt.
b.
In eerste instantie een maximum van € 1000,- per school of instelling.
2.
Tweede en volgende tranche
Indien het bedrag van € 3.050.000,- na behandeling van deze aanvragen niet blijkt te zijn uitgeput, zal dit resterende budget worden verdeeld onder alle aanvragers voor korte cursussen, waarbij voor de verdeling de procedure beschreven onder A. 1.a en A. 1.b telkens wordt herhaald.
Scholen die vorig jaar wel subsidie hebben ontvangen, kunnen eveneens opnieuw aanvragen. In deze tweede verdelingsronde zullen zij worden betrokken.
Mochten er geen aanvragen meer zijn en resteert er nog budget dan zal dit worden toegevoegd aan het budget voor beroepsgerichte scholing en opleidingen.
B
Voor wat betreft de subsidie voor (beroepsgerichte) scholing en opleidingen gericht op het behalen van een kwalificatie:
a.
In de volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de aanvraag dient aan te vullen, de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen als datum van ontvangst geldt.
b.
In eerste instantie een maximum van € 2000,- per school of instelling.
Indien het bedrag van € 900.000,- na behandeling van deze aanvragen niet blijkt te zijn uitgeput, zal dit resterende budget worden verdeeld onder alle aanvragers voor beroepsgerichte scholing, waarbij voor de verdeling de procedure beschreven onder B. a en B. b telkens wordt herhaald.
Mochten er geen aanvragen meer zijn en resteert er nog budget dan zal dit worden toegevoegd aan het budget voor korte cursussen.
Artikel
9
Tijdvak subsidieverlening
Subsidie wordt verleend voor cursuscontracten dan wel scholingscontracten, dan wel (delen van) opleidingen diezijn aangegaan in het schooljaar 2004 - 2005, en die uiterlijk 31 december 2005 zijn afgerond.
Artikel
10
Informatieplicht
De subsidieontvanger werkt mee aan door of namens de minister ingesteld onderzoek dat erop gericht is inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid.
Artikel
11
Verantwoording
Verantwoording over de besteding van de ontvangen subsidie wordt afgelegd bij de Aanvraag tot Vaststelling Rijksvergoeding (AVR) 2005.
Artikel
12
Bekendmaking
Deze regeling zal met de toelichting in het Gele katern worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.
Artikel
13
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van het Gele katern, waarin deze regeling wordt geplaatst.
Artikel
14
Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling scholing overblijfmedewerkers 2004.
De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap, M. J. A. van derHoeven