Besluit van 7 mei 2004, houdende regels met betrekking tot universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen (Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen)

Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 10 juli 2003, nrs. WJZ 3025210 en WJZ 3025247;
Gelet op richtlijn nr. 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten (Universeledienstrichtlijn) (PbEG L 108), richtlijn nr. 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (PbEG L 201), en de artikelen 7.4, derde en vierde lid, 7.5, 7.6, tweede lid, 7.8, 9.1, tweede en vierde lid, 9.2, tweede lid, 9.4, eerste lid, 12.1, 18.2 en 18.12 van de Telecommunicatiewet;
De Raad van State gehoord (adviezen van 14 augustus 2003, nr. W10.03.0310/II en 25 september 2003, nr. W10.03.0309/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 3 mei 2004, nr. WJZ 4028408;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Definities

Artikel

1.1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Telecommunicatiewet;

  • b.

    vervallen;

  • c.

    telefoonnummer: nummer uit een door Onze Minister krachtens artikel 4.1, eerste lid, van de wet vastgesteld nummerplan of uit de Europese telefoonnummeringsruimte dat krachtens zijn bestemming gebruikt mag worden voor de ontvangst van gesprekken en dat, indien de nummergebruiker tevens een aanbieder van elektronische communicatiediensten is, niet wordt gebruikt om toegang tot die elektronische communicatiediensten te verschaffen;

  • d.

    standaard telefoongids: algemeen beschikbare abonneelijst waarin uitsluitend telefoonnummers kunnen worden opgezocht aan de hand van gegevens betreffende de naam in combinatie met gegevens betreffende het adres en huisnummer, postcode of de woonplaats van de abonnee;

  • e.

    standaard abonnee-informatiedienst: algemeen beschikbare abonnee-informatiedienst waarmee uitsluitend telefoonnummers kunnen worden opgevraagd aan de hand van gegevens betreffende de naam in combinatie met gegevens betreffende het adres en huisnummer, postcode of de woonplaats van de abonnee;

  • f.

    semafoondienst: openbare draadloze elektronische communicatiedienst waarbij individuele abonnees of groepen abonnees kunnen worden gealarmeerd of waarmee berichten naar deze abonnees kunnen worden gestuurd;

  • g.

    ERMES: systeem voor een openbare pan-Europese semafoondienst te land, zoals omschreven in de bijlage bij aanbeveling nr. 90/543/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 9 oktober 1990, inzake de gecoördineerde invoering in de Gemeenschap van een openbare pan-Europese semafoondienst te land (PbEG L 310);

  • h.

    telexdienst: commerciële exploitatie ten behoeve van het publiek van direct transport van telexberichten overeenkomstig de te Melbourne op 25 november 1998 tot stand gekomen aanbeveling I 240 van de Internationale Raadgevende Commissie inzake telegrafie en telefonie (CCITT) van en naar netwerkaansluitpunten van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, waarvan iedere gebruiker van op een dergelijk netwerkaansluitpunt aangesloten apparatuur gebruik kan maken om met een ander netwerkaansluitpunt te communiceren;

  • i.

    carrierdienst: elektronische communicatiedienst, niet zijnde de spraakcommunicatiedienst, die voor het publiek beschikbaar is voor uitgaande gesprekken;

  • j.

    klacht: iedere klacht of vraag van een abonnee aan een aanbieder van een openbare elektronische communicatiedienst omtrent de bedragen die deze aanbieder aan hem in rekening brengt;

  • k.

    bemiddelingsdienst: algemeen beschikbare dienst waarmee door omzetting van real-time text of beeld van gebarentaal, eventueel ondersteund door spraak, naar spraak en spraak naar real-time text of beeld van gebarentaal, eventueel ondersteund door spraak, een gesprek kan worden gevoerd tussen enerzijds een eindgebruiker die gebruik maakt van tekst- of beeldtelefonie en anderzijds een eindgebruiker die gebruik maakt van reguliere telefonie;

  • l.

    real-time text: teken voor teken verstuurde en ontvangen tekst;

  • m.

    gebarentaal: Nederlandse Gebarentaal en Nederlands met Gebaren.

Hoofdstuk

2

Universele dienstverlening

§

2.1

Aard en kwaliteit

Artikel

2.1

De adequate breedbandinternettoegangsdienst, bedoeld in artikel 9.1, eerste lid, onderdeel b, van de wet, kan een bandbreedte leveren die:

  • a.

    overeenkomt met de minimumbandbreedte waarover de meerderheid van de consumenten in Nederland beschikt, en

  • b.

    ten minste toereikend is voor de ondersteuning van de in bijlage V van richtlijn (EU) 2018/1972 omschreven diensten.

Artikel

2.2

Vervallen

Artikel

2.3

Vervallen

Artikel

2.3a

Artikel

2.3b

Vervallen

§

2.2

Betaalbaarheid

Artikel

2.4

Vervallen

Artikel

2.5

Artikel

2.6

Vervallen

Artikel

2.7

Het tarief voor een gesprek dat door de bemiddelingsdienst wordt bemiddeld is voor de eindgebruiker niet hoger dan het tarief voor het bellen naar een geografisch nummer.

§

2.3

Verplichtingen voor aanbieders die krachtens artikel 9.2 van de wet zijn aangewezen

Artikel

2.8

De aanbieder die krachtens artikel 9.2 van de wet is aangewezen, verlangt geen betaling voor diensten of faciliteiten die voor het gebruik van de gevraagde dienst niet vereist zijn.

Artikel

2.9

Artikel

2.9a

De aanbieder van spraakcommunicatiediensten op een vaste locatie die krachtens artikel 9.2 van de wet is aangewezen, kan, waar deze de spraakcommunicatiedienst via een mobiel netwerk levert, een andere tariefstructuur dan de in artikel 2.5, derde lid, onderdelen a en b, beschreven tariefstructuur hanteren, mits consumenten in dat geval kunnen kiezen uit één van de volgende abonnementsvormen:

  • a.

    een belabonnement, waarbij de consument per jaar geen hoger bedrag in rekening wordt gebracht dan op grond van artikel 2.5, derde lid, onderdeel a, zou zijn toegestaan;

  • b.

    een bereikbaarheidsabonnement, waarbij de consument per jaar geen hoger bedrag in rekening wordt gebracht dan op grond van artikel 2.5, derde lid, onderdeel b, zou zijn toegestaan.

Artikel

2.10

Vervallen

Artikel

2.11

Artikel

2.11a

De aanbieder van de bemiddelingsdienst die krachtens artikel 9.2, eerste lid, van de wet is aangewezen, verstrekt aan consumenten op duidelijke, volledige en begrijpelijke wijze de bij ministeriële regeling te bepalen informatie.

§

2.4

Bijdrage in de kosten van de universele dienst

Artikel

2.13

Artikel

2.14

Artikel 12a van het Besluit doorberekening kosten ACM is van overeenkomstige toepassing op aanbieders van nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten wier omzet hoger is dan het krachtens artikel 2.13, tweede lid, bepaalde bedrag, indien:

Hoofdstuk

3

Eindgebruikersbelangen

§

3.1

Telefoongidsen en abonnee-informatiediensten

Artikel

3.1

Een aanbieder van een spraakcommunicatiedienst, voldoet aan alle redelijke verzoeken om, ten behoeve van het verstrekken van algemeen beschikbare telefoongidsen en algemeen beschikbare abonnee-informatiediensten, de relevante informatie in een overeengekomen formaat beschikbaar te stellen op billijke, objectieve, kostengeoriënteerde en niet-discriminerende voorwaarden.

Artikel

3.2

Artikel

3.3

Vervallen

§

3.2

Geschillenbeslechting door geschillencommissie

Artikel

3.4

Als openbare elektronische communicatiediensten als bedoeld in artikel 12.1 van de wet worden aangewezen:

  • a.

    semafoondiensten, waaronder begrepen ERMES-diensten;

  • b.

    carrierdiensten.

Artikel

3.4a

Vervallen

§

3.3

Transparantie van diensten, tarieven, contractvoorwaarden, nummers en kwaliteit, gebruiksbegrenzing en wanbetaling

Artikel

3.5

Artikel

3.5a

Artikel

3.5b

Artikel

3.5c

Artikel

3.6

Vervallen

Artikel

3.6a

Artikel

3.6b

§

3.4

Overstappen van aanbieder van een elektronische communicatiedienst

Artikel

3.7

Artikel 7.2c, derde lid, onderdeel a, van de wet, is van toepassing ten aanzien van abonnees:

  • a.

    die consument zijn, of

  • b.

    micro-onderneming zijn, voor zover zij een elektronische communicatiedienst afnemen die gelijk is aan of vergelijkbaar is met een elektronische communicatiedienst die wordt aangeboden aan abonnees die consument zijn.

§

3.5

Overig

Hoofdstuk

4

Bescherming van persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer

Artikel

4.1

Vervallen

Artikel

4.2

Hoofdstuk

4a

Toezicht op de netneutraliteitsverordening

Artikel

4a.1

Vervallen

Artikel

4a.2

Vervallen

Hoofdstuk

5

Slotbepalingen

Artikel

5.3

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Economische Zaken , L. J. Brinkhorst
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner