de module: elke onderwijseenheid over een samenhangend deel van de leerstof, die zowel presentatie, verwerking als toetsing omvat en die flexibel programmeerbaar is in het systeem, waarvan het een onderdeel is;
e.
het module-examen: elk examen ter afsluiting van een module;
f.
de eindopdracht: de opdracht, bedoeld in artikel 26;
g.
het studiepunt: de eenheid, waarin de omvang van de module wordt uitgedrukt en die gemiddeld tien contact- of zelfstudie-uren vertegenwoordigt;
h.
de vrijstelling: een door het bestuur afgegeven verklaring, inhoudende dat de kandidaat voor de betreffende module over de vereiste kennis en vaardigheden beschikt.
Artikel
2
De opleiding bestaat uit 21 modulen:
a.
fysieke veiligheid (verplichte module);
b.
management van grote projecten (verplichte module);
c.
veiligheidsbeleid (verplichte module);
d.
recht (verplichte module);
e.
proactie en risicoanalyse (verplichte module);
f.
brandpreventie I (verplichte module);
g.
leiderschap en leidinggeven (keuze module);
h.
strategisch management (keuze module);
i.
kwaliteitszorgsystemen (keuze module);
j.
advisering (keuze module);
k.
onderhandeling en conflictbeheersing (keuze module);
l.
industriële veiligheid (keuze module);
m.
transportveiligheid (keuze module);
n.
gevaarlijke stoffen (keuze module);
o.
veiligheid bij meervoudig ruimtegebruik (keuze module);
een overeenkomstig getuigschrift, dat respectievelijk is verkregen, of op grond van artikel 16.2, eerste lid, van voornoemde wet kan worden geacht te zijn verkregen, op grond van voornoemde wet, dan wel een daaraan naar het oordeel van het bestuur gelijkwaardig getuigschrift of diploma van een met goed gevolg afgelegd, of
De eindopdracht behelst het doen van onderzoek naar- en schrijven van een rapport over een onderwerp naar keuze, dat wordt beschouwd vanuit de invalshoeken van vijf van de modulen, genoemd in artikel 2 onderdelen g tot en met u, alsmede het tegenover de examencommissie verdedigen van dit rapport.
Het diploma veiligheidsmanager wordt op advies van het bestuur door de minister afgegeven aan degene die voor de eindopdracht, bedoeld in artikel 26, ten minste een voldoende heeft behaald.
Artikel
28
Artikel 4 is niet van toepassing op diegenen die de opleiding zijn gestart in 2003.
In de door het bestuur vast te stellen handleiding voor de examinering van de opleiding worden ten aanzien van de module-examens en de eindopdracht regels gegeven voor de wijze van examineren, de wijze van waarderen, de geldigheidsduur van behaalde resultaten, en alle overige onderwerpen die van belang zijn.
Artikel
30
Deze regeling wordt aangehaald als: Examenreglement veiligheidsmanager 2004.
Artikel
31
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W.Remkes
Bijlage
Deel A, examenprogramma module fysieke veiligheid
OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager
MODULE: fysieke veiligheid
1. Inzicht hebben in de taken en bevoegdheden van de veiligheidsmanager.
2. Inzicht hebben in de plaats van de veiligheidsmanager in zijn organisatie.
3. Inzicht hebben in de relevante gesprekspartners voor de veiligheidsmanager voor de diverse aspecten van de veiligheidsketen.
4. Inzicht hebben in het functioneren van de diverse organisaties in de veiligheidsketen: brandweer, GHOR, politie, gemeentebestuur.
Deel B, examenprogramma module management grote projecten
OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager
MODULE: management grote projecten
1. Inzicht hebben in de aard, mate en soort complexiteit die speelt bij grote projecten.
2. Met behulp van geëigende instrumenten complexiteit inzichtelijk kunnen maken bij grote projecten.
3. Op basis van geëigende strategieën kunnen omgaan met complexiteit bij grote projecten.
4. Beheersen van de grondbeginselen van effectief projectmanagement.
Deel C, examenprogramma module veiligheidsbeleid
OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager
MODULE: veiligheidsbeleid
1. Kennis hebben van de inrichting en het functioneren van het (decentrale) openbaar bestuur.
2. Inzicht hebben in de beleidscyclus en beleidsinstrumentering in het algemeen.
3. Inzicht hebben in de beleidsinstrumentering van het integrale veiligheidsbeleid in het bijzonder.
4. Inzicht hebben in de specifieke besluitvorming binnen het fysieke veiligheidsbeleid.
5. Inzicht hebben in de samenhang tussen sociale veiligheid en fysieke veiligheid.
Deel D, examenprogramma module recht
OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager
MODULE: recht
1. Inzicht hebben in het staats- en bestuursrecht en het bestuursprocesrecht.
3. Kennis hebben van wetgeving inzake crisisbeheersing en rampenbestrijding.
4. Inzicht hebben in de wet- en regelgeving op het gebied van fysieke veiligheid.
5. In staat zijn juridische aspecten van veiligheid te onderkennen en te kunnen plaatsen in het relevante rechtsgebied.
6. Kennis hebben van de voornaamste juridische vragen die spelen op het gebied van veiligheid.
Deel E, examenprogramma module proactie en risicoanalyse
OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager
MODULE: proactie en risicoanalyse
1. Inzicht hebben in de methoden van kwantitatieve risicoanalyse.
2. Inzicht hebben in methoden van deterministische analyse.
3. Beheersen van technieken voor het analyseren (voorspellen) en oplossen van veiligheidsproblemen via ontwerp en management (herkennen en bestrijden).
4. In staat zijn rapportages van incidentanalyses te bestuderen en daar lering uit te trekken voor toekomstige projecten en de eigen organisatie.
Deel F, examenprogramma module brandpreventie I
OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager
MODULE: brandpreventie I
1. Kennis hebben van de totstandkoming van alsmede de structuur en partners rondom de wet- en regelgeving inzake brandpreventie.
2. Inzicht hebben in de wijze waarop de uitvoering van de brandpreventieve taken georganiseerd kunnen worden.
3. Inzicht hebben in de beleidsvrijheden die de regelgeving biedt en op welke wijze daar invulling aan gegeven kan worden.
4. Kennis hebben van de actuele stand van zaken rondom de brandveiligheid in Nederland.
Deel G, examenprogramma module advisering
OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager
MODULE: advisering
1. Kan op effectieve wijze adviezen opstellen, die afgestemd zijn op situationele factoren.
2. Beheerst de diverse rollen die een adviseur kan aannemen.
3. Beheerst de geëigende instrumenten om gefundeerde adviezen te ontwikkelen.
Deel H, examenprogramma module onderhandeling en conflictbeheersing
OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager
MODULE: onderhandeling en conflictbeheersing
1. Beheersen van onderhandelingsstrategieën.
2. Kunnen omgaan met conflictsituaties.
Deel I, examenprogramma module Kwaliteitszorg(systemen)
OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager
MODULE: Kwaliteitszorg(systemen)
1. Inzicht hebben in de filosofie, instrumentering en operationalisering van integrale kwaliteitszorg.
2. Kennis hebben van de actualiteit van kwaliteitszorg bij brandweer en rampenbestrijding.
3. Integrale kwaliteitszorg als leidende besturingsfilosofie op hoofdlijnen kunnen toepassen.
4. Het INK-model en de daarin begrepen instrumenten op hoofdlijnen kunnen toepassen.
Deel J, examenprogramma module leiderschap en leidinggeven
OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager
MODULE: leiderschap en leidinggeven
1. Inzicht hebben in de verschillende stijlen van leidinggeven en in welke situaties welke stijl van leidinggeven passend is.
2. Het verschil weten tussen strategisch leiderschap en tactisch en operationeel leidinggeven.
Deel K, examenprogramma module strategisch management
OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager
MODULE: strategisch management
1. Inzicht hebben in de totstandkoming van een organisatiestrategie en de rol die het hoger management daarin speelt.
2. Inzicht hebben in methoden van omgevingsanalyse en strategie-ontwikkeling.
3. Inzicht hebben in het operationaliseren van strategie, in het opereren in beleidsnetwerken en in de verhouding tussen hoger management en bestuur.
Deel L, examenprogramma module industriële veiligheid
OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager
MODULE: industriële veiligheid
1. Inzicht hebben in de relevante wet- en regelgeving voor het beheersen van industriële risico’s.
2. Beheersen van analysemethoden en beleidsinstrumenten voor het omgaan met (rest)risico’s in de industrie.
Deel M, examenprogramma module transportveiligheid
OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager
MODULE: transportveiligheid
1. Inzicht hebben in risico’s die samenhangen met het transporteren van goederen en personen over de weg, spoor, binnenvaart en buisleidingen.
2. Inzicht hebben in de actuele beleidsontwikkeling met betrekking tot verkeer en vervoer in Nederland.
3. In staat zijn elementaire parameters in risico analyses voor transport van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor, het water en door buisleidingen te benoemen vergelijkbare risicoanalyses uit te kunnen voeren.
Deel N, examenprogramma module gevaarlijke stoffen
OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager
MODULE: gevaarlijke stoffen
1. Vanuit alle schakels van de veiligheidsketen inzicht hebben in de veiligheidsaspecten bij de opslag, het vervoer en het gebruik van gevaarlijke stoffen.
2. Inzicht hebben in relevante wetgeving, beleidsinstrumenten en analysemethoden.
3. Inzicht hebben in interne en externe veiligheid en in de aard en gevolgen van gevaarlijke situaties.
4. Inzicht hebben in de mogelijkheden en beperkingen van preventieve en repressieve maatregelen, preventieve voorzieningen en hulpverleningsmaterieel.
Deel O, examenprogramma module veiligheid bij meervoudig ruimtegebruik
OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager
MODULE: veiligheid bij meervoudig ruimtegebruik
1. In staat zijn risicobeïnvloedende mechanismen (interacties) te benoemen ten gevolge van meervoudig ruimtegebruik.
2. In staat zijn interacties uit te werken in scenario’s voor projecten gekenmerkt door meervoudig ruimtegebruik.
3. Inzicht hebben in de actuele beleidsontwikkeling met betrekking tot de veiligheidseffectrapportage (VER).
4. In staat zijn de processtappen in een VER te benoemen en te ontwikkelen.
5. In staat zijn de actoren in een VER te benoemen en hun belangen te doorgronden.
6. In staat zijn de hoofdlijnen van een aantal VER’s te interpreteren.
Deel P, examenprogramma module bedrijfsnoodorganisaties
OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager
MODULE: bedrijfsnoodorganisaties
1. Inzicht hebben in de bedrijsnoodorganisatie voor wat betreft de regelgeving c.q. beleid.
2. Inzicht hebben in de Arbowet en Risico-inventarisatie & evaluatie (RI&E).
3. Kan bedrijfsnoodorganisatie in een organisatie positioneren.
4. Kan de opbouw van een bedrijfsnoodorganisatie beoordelen.
5. Kan een integrale werkmethodiek (stappenplan) toepassen voor het opzetten en beoordelen van een bedrijfsnoodorganisatie.
Deel Q, examenprogramma module arbeidsveiligheid hulpverleners
OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager
MODULE: arbeidsveiligheid hulpverleners
1. Kennis hebben over arbeidsveiligheid, risico, gevaar, beheersing etc. in het kader van operationele organisaties met betrekking tot gedrag, techniek en organisatie, waaronder modellen om naar veiligheidsbeheersing te kijken.
2. Inzicht hebben in de relatie tussen organisatiecultuur en safetyculture.
Deel R, examenprogramma module publieks- en evenementenveiligheid
OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager
MODULE: publieks- en evenementenveiligheid
1. Beheersen van de methode voor risicoanalyse en beoordeling van veiligheidsmaatregelen.
2. Inzicht hebben in de verhouding tussen publieke en private partijen en tussen publieksveiligheid en arbeidsveiligheid.
Deel S, examenprogramma module Nucleaire, biologische en chemische (NBC) veiligheid en terreur
OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager
MODULE: Nucleaire, biologische en chemische (NBC); veiligheid en terreur
1. Inzicht hebben in de risico’s van nucleaire, biologische en chemische stoffen en het misbruik hiervan ten behoeve van terreur.
2. Inzicht hebben in de manier waarop preventieve maatregelen verkend en beoordeeld kunnen worden.
Deel T, examenprogramma module brandpreventie II
OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager
MODULE: brandpreventie II
1. Kunnen oplossen van moeilijke brandpreventieve vraagstukken aan de hand van bouwregelgeving.
2. Inzicht hebben in ontwikkelingen binnen brandpreventie.
Deel U, examenprogramma module handhavingsbeleid en integrale handhaving
OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager
MODULE: handhavingsbeleid en integrale handhaving
1. Inzicht hebben in de organisatorische, juridische en bestuurlijke aspecten bij de handhaving van brandveiligheid.
2. Kennis hebben van het bestuursrechtelijk instrumentarium.
3. Inzicht hebben in de (on)mogelijkheden van integrale handhaving van brandveiligheidsvoorschriften, bouw- en milieuvoorschriften.