Besluit van 23 augustus 2004, houdende algemene regels voor havenontvangstvoorzieningen (Besluit havenontvangstvoorzieningen)

Besluit havenontvangstvoorzieningen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 27 mei 2004, nr. HDJZ/SCH/2004-1241, Hoofddirectie Juridische Zaken, mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Gelet op Bijlagen I, II, IV en V van het op 2 november 1973 te Londen totstandgekomen Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, met Protocollen en Bijlagen met Aanhangsels (Trb. 1975, 147) en met het op 17 februari 1978 te Londen totstandgekomen Protocol bij dat Verdrag met Bijlage en Aanhangsels (Trb. 1978, 188), richtlijn nr. 2000/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 november 2000 betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen (PbEG L 332) en de artikelen 6, eerste, tweede en derde lid, 6a, zevende lid, en 6b van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen;
De Raad van State gehoord (advies van 28 juni 2004, nr. W09.04.0216/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 17 augustus 2004, nr. HDJZ/SCH/2004-1691, Hoofddirectie Juridische Zaken, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Algemene bepaling

§

2

Aanwijzing havens

Artikel

2

Bij regeling van Onze Minister worden de havens aangewezen waarvan de havenbeheerders zorgdragen voor toereikende havenontvangstvoorzieningen die geschikt zijn voor het in ontvangst nemen van scheepsafval en bij die aanwijzing te bepalen overige schadelijke stoffen of restanten van schadelijke stoffen.

§

3

Havenafvalplannen

Artikel

3

Het havenafvalplan heeft betrekking op alle soorten scheepsafval, schadelijke stoffen en restanten van schadelijke stoffen afkomstig van schepen die gewoonlijk de betrokken haven aandoen en bevat in ieder geval de volgende elementen:

  • a.

    een beoordeling van de behoefte aan havenontvangstvoorzieningen, gelet op de behoefte van de schepen die de haven gewoonlijk aandoen;

  • b.

    een beschrijving van het soort havenontvangstvoorzieningen en de capaciteit daarvan;

  • c.

    een gedetailleerde beschrijving van de procedures voor de ontvangst en inzameling van scheepsafval, schadelijke stoffen en restanten van schadelijke stoffen;

  • d.

    een beschrijving van het tariefsysteem, waarvan in ieder geval de grondslagen van de bijdragen bedoeld in artikel 6a, eerste lid, van de wet alsmede de hoogte van deze bijdragen deel uit maken;

  • e.

    procedures voor het melden van vermeende tekortkomingen van havenontvangstvoorzieningen;

  • f.

    procedures voor structureel overleg met havengebruikers, afvalbedrijven, terminalexploitanten en andere betrokken partijen;

  • g.

    soort en hoeveelheden ontvangen en verwerkt scheepsafval, schadelijke stoffen en restanten van schadelijke stoffen, voor een in het plan aangeduide periode;

  • h.

    een overzicht van de toepasselijke wetgeving en formaliteiten voor de afgifte;

  • i.

    vermelding van een of meer functionarissen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het plan;

  • j.

    een beschrijving van eventuele voorbehandelingsinstallaties en -processen in de haven;

  • k.

    een beschrijving van de methoden voor het registreren van het feitelijk gebruik van de havenontvangstvoorzieningen;

  • l.

    een beschrijving van de methoden voor het registreren van de ontvangen hoeveelheden scheepsafval, schadelijke stoffen en restanten van schadelijke stoffen, en,

  • m.

    een beschrijving van de wijze waarop scheepsafval, schadelijke stoffen en restanten van schadelijke stoffen worden verwijderd.

Artikel

4

Indien in de werking van de haven, of in de bedrijfsvoering van de in de haven gevestigde havenontvangstvoorzieningen, significante veranderingen plaatsvinden, stelt de havenbeheerder, onverminderd het overigens in deze paragraaf bepaalde, zo spoedig mogelijk een geactualiseerd havenafvalplan vast.

Artikel

6

Artikel

7

§

4

Melding tekortkomingen en klachtenprocedure

Artikel

8

§

5

Indirecte financiering pleziervaartuigen en vissersvaartuigen

Artikel

9

§

6

Wijzigingen in andere besluiten

Artikel

10

Wijzigt het Besluit voorkoming olieverontreiniging door schepen.

Artikel

11

Wijzigt het Besluit voorkoming verontreiniging door met schepen in bulk vervoerde schadelijke vloeistoffen.

Artikel

12

Wijzigt het Besluit voorkoming verontreiniging door vuilnis van schepen.

§

7

Slotbepalingen

Artikel

13

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

14

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit havenontvangstvoorzieningen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat , K. M. H. Peijs
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer , P. L. B. A. van Geel
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner