Artikel
1
1
De minister verstrekt op aanvraag een innovatievoucher aan een ondernemer, die een kleine of middelgrote onderneming in stand houdt in de zin van verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen (PbEG L 10) en die een kennisoverdrachtsproject als bedoeld in de Subsidieregeling pilot innovatievouchers 2004 wil laten uitvoeren.
3
Geen innovatievoucher wordt verstrekt aan een ondernemer:
-
a.
die een onderneming in stand houdt als bedoeld in artikel 1, onder a, van verordening (EG) nr. 69/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 januari 2001 betref-fende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-verdrag op de de minimis-steun (PbEG L 10);
-
b.
aan wie door een of meer bestuursorganen in de drie aan de aanvraag voorafgaande jaren reeds € 92 500 of meer aan subsidie is verstrekt zonder goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen;
-
c.
die failliet is verklaard, aan wie surséance van betaling is verleend, ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, of voor wie een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.