In deze regeling wordt met de volgende toevoegingen bedoeld:
a.
A: de categorie vliegtuigen (Aeroplanes);
b.
H: de categorie helikopters (Helicopters);
c.
FB: de categorie vrije ballonnen (Free Balloons);
d.
GC: de categorie gyrokopters (Gyrocopters).
3
Verwijzingen naar JAR-FCL in deze regeling hebben betrekking op de Nederlandstalige versie van JAR-FCL 1, 2 of 4, zoals deze ter inzage liggen bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Aan vliegers worden de volgende autorisaties afgegeven:
a.
RFE(A), RFE(H) dan wel RFE(GC), die de bevoegdheid geeft tot het afnemen van praktijkexamens en proeven van bekwaamheid voor de afgifte, verlenging en hernieuwde afgifte van een RPL(A), een RPL(H) dan wel een RPL(GC) inclusief de daarbij behorende bijzondere bevoegdverklaringen, indien is voldaan aan de eis van ten minste 500 vlieguren op vliegtuigen, helikopters dan wel gyrokopters, waaronder ten minste 100 uren vliegonderricht voor de afgifte van een RPL(A), RPL(H) dan wel RPL(GC) in de desbetreffende bijzondere bevoegdverklaring;
b.
RFIE(A), RFIE(H) dan wel RFIE(GC), die de bevoegdheid geeft tot het afnemen van praktijkexamens en proeven van bekwaamheid voor de afgifte van een RFE(A), RFE(H) dan wel RFE(GC) voor de desbetreffende bijzondere bevoegdverklaring, indien is voldaan aan de eis van minimaal 50 uren vliegonderricht voor de afgifte van RFI.
2
De houders van een examinatorcertificaat FE(A) of FE(H) respectievelijk FIE(A) of FIE(H) afgegeven overeenkomstig verordening (EU) nr. 1178/2011 worden geacht te voldoen aan de eisen die gesteld worden aan de afgifte van een RFE(A) of RFE(H) respectievelijk RFIE(A) of RFIE(H) in onderdeel a respectievelijk onderdeel b van het eerste lid.
3
De houders van een examinatorcertificaat FE(A) of FE(H) respectievelijk FIE(A) of FIE(H) afgegeven overeenkomstig verordening (EU) nr. 1178/2011 worden geacht te voldoen aan de eisen die gesteld worden aan de afgifte van een RFE(GC) respectievelijk RFIE(GC) in onderdeel a respectievelijk onderdeel b van het eerste lid met betrekking tot het aantal vlieguren en uren vliegonderricht, indien zij in het bezit zijn van een geldig bewijs van bevoegdheid voor RPL(GC) en RFI(GC).
4
Voor ballonvaarders zijn voor het verkrijgen van de autorisatie tot FE(FB) de eisen, genoemd in onderdeel b van het eerste lid van overeenkomstige toepassing en wordt voldaan aan de eis van ten minste 500 vaaruren op een vrije ballon, waaronder ten minste 100 uren vaaronderricht voor de afgifte van een CPL(FB). Het tweede lid, onderdeel b, is met betrekking tot JAR-FCL 1.430 van overeenkomstige toepassing.
5
In het geval van een aanvraag tot afgifte van een autorisatie tot RFE of RFIE vervult een senior-examinator bij de acceptatietest, de rol van kandidaat
6
De autorisaties, bedoeld in dit artikel, zijn beperkt tot het bewijs van bevoegdheid en de bevoegdverklaringen, waarvan de examinator houder is en waarvoor hij bevoegd is om instructie te geven.
Artikel
3
Voor examinatoren voor typebevoegdverklaringen voor een luchtvaartuig als bedoeld in bijlage I behorende bij de basisverordening zijn de eisen bedoeld in deel FCL, subdeel K, sectie 1 en sectie 3, van verordening (EU) nr. 1178/2011 van overeenkomstige toepassing.
Artikel
4
Vervallen
§
2.2
Afgifte en verlenging
Artikel
5
1
Een autorisatie tot examinator kan worden afgegeven op voordracht van een geregistreerde dan wel gekwalificeerde opleidingsinstelling of van een luchtvaartmaatschappij en na het Nationaal Expert Team-Praktijk te hebben gehoord.
2
Een voordracht, als bedoeld in het eerste lid, wordt gedaan op een daartoe door de minister verstrekt formulier.
Artikel
6
Vervallen
Artikel
7
Een autorisatie is ongeldig gedurende de periode dat de examinator niet voldoet aan een of meer eisen als bedoeld in artikel 2. Indien een dergelijke situatie zich voordoet, is de examinator verplicht dit onverwijld te melden aan de minister.
§
2.3
Aftekenbevoegdheid
Artikel
8
Een examinator is bevoegd om, indien een kandidaat aan alle voorwaarden heeft voldaan, de desbetreffende bevoegdverklaring te verlengen dan wel hernieuwd af te geven door daarvan namens de minister aantekening te maken op het document, waarop bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen worden weergegeven, en dit document af te tekenen.
Artikel
9
Vervallen
Hoofdstuk
3
Senior-examinatoren
Artikel
10
Er kunnen senior-examinatoren benoemd worden.
Artikel
11
1
Een senior-examinator heeft de volgende taken:
a.
het uitoefenen van supervisie met betrekking tot acceptatietesten, zoals uitgevoerd door een kandidaat-examinator ter verkrijging van een autorisatie tot examinator als bedoeld in artikel 2;
b.
tijdens het uitoefenen van supervisie met betrekking tot acceptatietesten als bedoeld in onderdeel a, uitoefenen van de bevoegdheden van een examinator ten opzichte van de examenkandidaat;
c.
het beoordelen van het afnemen van praktijkexamens en proeven van bekwaamheid door een examinator, in het kader van een verlenging van een autorisatie tot examinator als bedoeld in artikel 2;
d.
het leveren van een bijdrage aan de standaardisatie van praktijkexamens en proeven van bekwaamheid;
e.
het leveren van een bijdrage aan de waarborging van de kwaliteit van praktijkexamens, proeven van bekwaamheid en praktijkexaminatoren;
f.
het leveren van ondersteuning aan werkzaamheden ten behoeve van praktijkexamens en proeven van bekwaamheid.
2
De taken, bedoeld in het eerste lid, worden slechts uitgeoefend ten aanzien van de autorisatie tot examinator met betrekking waartoe de senior-examinator is benoemd.
Artikel
12
1
Een senior-examinator die hetzij niet meer in het bezit is van de autorisatie tot examinator met betrekking waartoe deze als senior-examinator is benoemd, hetzij niet gerechtigd is de bij deze autorisatie behorende bevoegdheden uit te oefenen, oefent geen supervisie uit met betrekking tot acceptatietesten ter verkrijging van een autorisatie tot examinator.
2
Een senior-examinator oefent geen supervisie uit met betrekking tot acceptatietesten respectievelijk beoordeelt niet het afnemen van examens of proeven van bekwaamheid als deze een acceptatietest respectievelijk een examen of proeve van bekwaamheid voor een type- of klassebevoegdheid inhouden en de senior-examinator binnen de relevante autorisatie niet de bevoegdheid heeft tot het examineren voor tenminste één type- of klassebevoegdverklaring.
Artikel
13
Een senior-examinator, die in dienst is van een luchtvaartmaatschappij of opleidingsinstelling, oefent geen supervisie uit met betrekking tot een acceptatietest als deze wordt uitgevoerd door een kandidaat-examinator die in dienst is van dezelfde luchtvaartmaatschappij of opleidingsinstelling.
Artikel
14
1
Een senior-examinator kan indien deze een taak uitoefent als bedoeld in artikel 11 hiervoor een vergoeding declareren bij de minister.
2
De vergoeding, bedoeld in het eerste lid, bestaat uit:
a.
een honorarium dat € 362 bedraagt, en
b.
de ten behoeve van het uitoefenen van de taak gemaakte reis- en verblijfkosten, die volgens hetgeen daarover overeengekomen is in de laatste afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn worden vergoed.
3
De vergoeding, genoemd in het tweede lid, onderdeel a, kan als volgt gedeclareerd worden:
1°.
tweemaal voor het afnemen van een examen met inbegrip van de voorbereiding;
2°.
tweemaal voor de deelname aan een vergadering met inbegrip van de voorbereiding;
3°.
tweemaal voor het geven van een seminar met inbegrip van de voorbereiding;
4°.
eenmaal voor het volgen van educatie per dag of een gedeelte daarvan;
5°.
eenmaal voor administratieve werkzaamheden in opdracht van de Inspectie Leefomgeving en Transport.
4
Reis- en verblijfkosten die een senior-examinator in het buitenland maakt worden niet vergoed door de minister. Een senior-examinator, die in dienst is van een luchtvaartmaatschappij of opleidingsinstelling, declareert geen vergoeding bij de minister wanneer hij in het kader van een verlenging van een autorisatie tot examinator, het afnemen van een praktijkexamen of proeve van bekwaamheid door een examinator in dienst van dezelfde luchtvaartmaatschappij of opleidingsinstelling beoordeelt.
Artikel
15
1
Senior-examinatoren worden voor een periode van ten hoogste drie jaren benoemd. Na afloop van deze termijn kunnen zij telkens voor ten hoogste drie jaren worden herbenoemd
2
Een benoeming tot senior-examinator vervalt van rechtswege:
a.
als de autorisatie tot examinator met betrekking waartoe de seniorexaminator is benoemd op grond van artikel 2.6, derde lid, van de wet is ingetrokken;
b.
op de eerste dag van de maand nadat de senior-examinator drie jaar hetzij niet meer in het bezit is van de autorisatie tot examinator met betrekking waartoe deze is benoemd, hetzij niet meer gerechtigd is de bij deze autorisatie behorende bevoegdheden uit te oefenen.
2
Een benoeming tot senior-examinator vervalt op schriftelijk verzoek van de senior-examinator.
3
Een benoeming tot senior-examinator is geschorst gedurende de periode waarin de autorisatie tot examinator dan wel de bevoegdverklaring afgegeven op grond van verordening (EU) nr. 1178/2011 is geschorst.
4
Herbenoeming tot senior-examinator vindt niet plaats als de betrokkene de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt.
Artikel
16
1
Om in aanmerking te kunnen komen voor een benoeming tot senior-examinator met betrekking tot een bepaalde autorisatie tot examinator:
a.
is de betrokkene binnen de vijf jaar voorafgaand aan de eventuele benoeming tenminste drie jaar werkzaam geweest als examinator binnen de desbetreffende autorisatie, en
b.
heeft de betrokkene minimaal 1000 uur instructie gegeven binnen de instructeurbevoegdverklaring, benodigd voor de afgifte van de desbetreffende autorisatie.
2
De in het eerste lid, onder b, en het tweede lid genoemde eisen zijn niet van toepassing op een benoeming tot senior-examinator voor de categorie vrije ballonnen.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2004. Indien de Staatscourant, waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 29 september 2004, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 oktober 2004.
Artikel
19
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling examinatoren voor luchtvarenden 2004.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,M.H.Schultz van Haegen