Wet van 13 oktober 2004, houdende bepalingen in verband met de fusie van De Nederlandsche Bank N.V. en de Stichting Pensioen- & Verzekeringskamer

Fusiewet De Nederlandsche Bank N.V. en de Stichting Pensioen- & Verzekeringskamer

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de hervorming van het toezicht op de financiële marktsector wenselijk is dat De Nederlandsche Bank N.V. en de Stichting Pensioen- & Verzekeringskamer fuseren tot: De Nederlandsche Bank N.V.;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Artikel

2

De Nederlandsche Bank N.V. oefent alle taken en bevoegdheden uit die bij of krachtens enige wet aan de Pensioen- & Verzekeringskamer zijn toegekend.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

De Nederlandsche Bank N.V. zendt jaarlijks voor 1 november een begroting voor het volgende jaar voor haar werkzaamheden uit hoofde van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, de Pensioen- en spaarfondsenwet, de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, de Wet betreffende verplichte deelneming in een beroepspensioenregeling, de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000, de Wet tot invoering van een leeftijdsgrens voor het notarisambt en oprichting van een notarieel pensioenfonds, de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998 en de Wet privatisering FVP aan Onze Minister en Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De begroting behoeft de instemming van Onze Minister en Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel

7

Artikel

8

Onze Minister en Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zenden in 2006 en vervolgens telkens na vijf jaar aan de Staten-Generaal een gezamenlijk verslag over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van de De Nederlandsche Bank N.V. ten aanzien van haar werkzaamheden uit hoofde van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, de Pensioen- en spaarfondsenwet, de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, de Wet betreffende verplichte deelneming in een beroepspensioenregeling, de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000, de Wet tot invoering van een leeftijdsgrens voor het notarisambt en oprichting van een notarieel pensioenfonds, de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998 en de Wet privatisering FVP.

Artikel

9

Wijzigt de Bankwet 1998.

Artikel

10

Wijzigt de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993.

Artikel

11

Wijzigt de Pensioen- en spaarfondsenwet.

Artikel

12

Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf.

Artikel

13

Wijzigt de Wet betreffende verplichte deelneming in een beroepspensioenregeling.

Artikel

14

Wijzigt de Comptabiliteitswet 2001.

Artikel

16

Deze wet kan worden aangehaald als: Fusiewet De Nederlandsche Bank N.V. en de Stichting Pensioen- & Verzekeringskamer.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Tavarnelle
Beatrix
De Minister van Financiën , G. Zalm
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid , A. J. de Geus
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner