Verordening van het Productschap Vis van 28 oktober 2004, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Vis ressorterende ondernemers op te leggen heffing voor het jaar 2005 (Heffingsverordening 2005)

Heffingsverordening 2005

Het bestuur van het Productschap Vis;

Besluit:

§

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

§

2

Heffingsplicht

Artikel

2

Ondernemers zijn aan en ten behoeve van het productschap een heffing verschuldigd volgens de in de artikelen 3, 3a, 3b, 4, 4a, 5 en 6 vermelde heffingsgrondslagen met de daarbij behorende tarieven. De berekening en de wijze van betaling vinden plaats, zoals in de artikelen 8 en volgende is bepaald.

§

3

Grondslag en hoogte heffingen

Artikel

3

(aanvoerheffing)

Artikel

3a

(afslagheffing)

De heffing als bedoeld in artikel 2 bedraagt voor een afslag 0,19 promille van het aankoopbedrag van de door tussenkomst van de afslag verhandelde vis en visproducten met uitzondering van mosselen.

Artikel

3b

(administratieheffing)

Indien een heffingsplichtige gegevens die hem krachtens de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2000 ten behoeve van de onderhavige verordening en/of bij of krachtens deze verordening zijn gevraagd, niet, niet tijdig of niet volledig verstrekt, wordt de heffing berekend over de dan te ramen omvang van de grondslag die op de heffingsplichtige ingevolge deze verordening van toepassing is, welke heffing in dat geval verhoogd met € 110,- in verband met administratiekosten.

Artikel

4

(aankoopheffing)

De heffing bedoeld in artikel 2 bedraagt voor:

  • a.

    de ondernemer die zeevis koopt van een aanvoerder: 0,90 promille van het aankoopbedrag van de door hem van een aanvoerder gekochte zeevis, die fysiek Nederland binnenkomt;

  • b.

    de ondernemer die vis koopt van een aanvoerder, als bedoeld in artikel 3, eerste lid onder b: 2,48 promille van het aankoopbedrag van de door hem van een aanvoerder gekochte vis;

  • c.

    de ondernemer die kokkels of spisula of zwaardscheden en mesheften of nonnetjes koopt van een aanvoerder:

    2,48 promille van het aankoopbedrag van de door hem van een aanvoerder gekochte kokkels en/of spisula en/of zwaardscheden en mesheften en/of nonnetjes;

  • d.

    de ondernemer die mosselen koopt van een aanvoerder:

    € 0,32 per door hem van een aanvoerder gekochte ton mosselen;

  • e.

    de ondernemer die kweekvis koopt van een ondernemer, als bedoeld in artikel 3, eerste lid onder e:

    2,48 promille van het aankoopbedrag van de door hem van een kweker gekochte kweekvis.

Artikel

4a

(heffing oesters en creuses)

Artikel

5

(handelsheffing)

Artikel

6

(detailhandelsheffing)

Artikel

7

(aanvoer- + aankoopheffing)

§

4

Oplegging en inning

Vaststelling van de waarde en het aankoopbedrag

Artikel

8

Artikel

9

(forfaitaire waarden schelpdieren)

Artikel

10

Verstrekken van gegevens

Artikel

11

Artikel

12

Regeling betreffende de betaling

Artikel

13

(mandatering afslagen)

Artikel

14

De uit hoofde van artikel 3a verschuldigde heffingsbedragen moeten door de afslag uiterlijk binnen 1 maand na afloop van de kalendermaand waarin de in de genoemde bepaling bedoelde vis en visproducten zijn verhandeld, aan het Productschap worden voldaan.

Artikel

15

Indien vis zonder tussenkomst van een afslag is verhandeld worden de op grond van deze verordening wegens het aanvoeren of kopen van de vis verschuldigde heffingen door de ondernemer betaald uiterlijk binnen dertig dagen na de dag waarop zij hem door het productschap in rekening zijn gebracht.

Artikel

17

Artikel

18

Een nagevorderd bedrag als bedoeld in artikel 11, derde lid, wordt door de ondernemer betaald uiterlijk binnen veertien dagen na de dag waarop het bedrag hem door het productschap in rekening is gebracht.

Artikel

20

(mandatering voorzitter)

§

6

Slotbepalingen

Artikel

21

Rijswijk
P.J.H.M. Loonen voorzitter
G.J. van Balsfoort secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 16 december 2004.