Besluit van 3 december 2004, houdende keuring en certificering van spoorvoertuigen (Besluit keuring spoorvoertuigen)

Besluit keuring spoorvoertuigen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 16 september 2003, nr. HDJZ/S&W/2003-1881;
De Raad van State gehoord (advies van 1 december 2003, nr. W09.03.0390/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 29 november 2004, nr. HDJZ/S&W/2004-2897;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Hoofdstuk

II

Keuring en certificering van spoorvoertuigen en onderdelen daarvan

§

1

Keuring

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

De artikelen 2 tot en met 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de keuring van gebruikte spoorvoertuigen die tot eenzelfde type behoren en waaraan identieke wijzigingen in de constructie, inrichting of uitrusting zijn aangebracht, met dien verstande:

  • a.

    dat de aanvraag voor een zodanige keuring wordt ingediend door de eigenaar van die spoorvoertuigen, en

  • b.

    dat een verklaring als bedoeld in artikel 4, tweede lid, wordt afgegeven door de eigenaar van die spoorvoertuigen.

Artikel

6

Betreft de keuring een afzonderlijk voertuig of onderdeel dan geeft de keuringsinstantie daarvoor een goedkeuringscertificaat af, indien het voertuig of het onderdeel in overeenstemming is met het informatiedossier en het voldoet aan de bij ministeriële regeling gestelde eisen.

Artikel

7

Voor een spoorvoertuig of onderdeel waarvoor een certificaat van overeenstemming als bedoeld in artikel 4, eerste lid, of een goedkeuringscertificaat als bedoeld in artikel 6 is afgegeven, kan de keuringsinstantie een merkteken verstrekken.

Artikel

8

Met een goedkeuringscertificaat als bedoeld in artikel 4, tweede lid, of artikel 6, dat geldig is voor het verkeer over hoofdspoorwegen binnen Nederland, wordt gelijkgesteld een vergelijkbaar document afgegeven met inachtneming van het RIC of het RIV door de bevoegde instantie in de zin van deze overeenkomsten.

Artikel

9

§

2

Herkeuring in verband met wijziging goedkeuringscertificaat

Artikel

10

Een goedkeuringscertificaat behoeft wijziging indien ten aanzien van het betrokken spoorvoertuig of onderdeel wijziging heeft plaatsgevonden van:

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Betreft de wijziging een goedkeuringscertificaat als bedoeld in artikel 4, tweede lid, dan stelt de keuringsinstantie ten aanzien van het betrokken spoorvoertuig of onderdeel een afzonderlijk informatiedossier samen bestaande uit de inhoud van het informatiedossier, bedoeld in artikel 3, tweede lid, met daarin aangebracht de wijzigingen vermeld in het betrokken informatiedossier, bedoeld in artikel 11, tweede lid.

§

3

Voorschriften en beperkingen aan certificaten

Artikel

14

§

4

Keuring na herstel

Artikel

15

Indien een krachtens de wet voor het rijden over de hoofdspoorwegen goedgekeurd spoorvoertuig na een ernstige beschadiging als bedoeld in artikel 45, onderdeel a, van de wet, is hersteld, kan Onze Minister bepalen dat het door de keuringsinstantie gekeurd wordt voordat het opnieuw in gebruik wordt gesteld.

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Indien de keuringsinstantie het herstelde spoorvoertuig afkeurt, vervalt de geldigheid van de met betrekking tot dat voertuig verleende goedkeuring als bedoeld in artikel 15 op het tijdstip waarop het besluit van de keuringsinstantie onherroepelijk wordt.

Artikel

19

Artikel

20

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over

  • a.

    de vorm en inhoud van:

    • 1°.

      de informatiedossiers;

    • 2°.

      het certificaat van overeenstemming;

    • 3°.

      de goedkeuringscertificaten en de gewijzigde goedkeuringscertificaten;

    • 4°.

      het technisch dossier;

  • b.

    de merktekens en het aanbrengen of verwijderen daarvan.

§

5

Controle op overeenstemming van de productie

Artikel

21

Artikel

22

De fabrikant, bedoeld in artikel 21, eerste lid, is verplicht om in geval van gebrek aan overeenstemming als bedoeld in dat lid, dit gebrek op eerste vordering van de keuringsinstantie en binnen een door deze instantie te bepalen termijn te herstellen.

§

6

Intrekking en verval geldigheid goedkeuringscertificaat

Artikel

23

Artikel

25

De geldigheid van een goedkeuringscertificaat vervalt van rechtswege bij de definitieve buitengebruikstelling van het betrokken spoorvoertuig.

§

7

EG-verklaringen

Artikel

26

Artikel

27

§

8

Inzetcertificaat

Artikel

28

§

9

Ontheffing goedkeurings- en compatibiliteitseisen

Artikel

29

Hoofdstuk

III

Melding, registratie en bewaring van gegevens of documenten

Artikel

30

De spoorwegonderneming doet de in artikel 45 van de wet bedoelde mededeling schriftelijk aan Onze Minister, met opgave van de gegevens die van belang zijn voor de identificatie van het betrokken spoorvoertuig en van de eigenaar of houder daarvan.

Artikel

31

Hoofdstuk

IV

Onderhoud en herstel van spoorvoertuigen

Artikel

32

Artikel

33

Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over het onderhoud, bedoeld in artikel 48 van de wet. Deze regels kunnen onder meer betrekking hebben op de periodiciteit van de onderhoudscontroles, de te controleren onderdelen, de periodieke vervanging van onderdelen en de bij de controle toe te passen meetmethoden.

Hoofdstuk

V

Bepalingen van strafrechtelijke aard

Hoofdstuk

VI

Slotbepalingen

Artikel

35

Onze Minister legt het RIC en het RIV ter inzage. Van de terinzagelegging wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

Artikel

36

De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

37

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit keuring spoorvoertuigen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat , K. M. H. Peijs
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner