Besluit van 3 december 2004, houdende regels over de verdeling van de capaciteit van de hoofdspoorweg-infrastructuur (Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur)

Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 19 december 2003, nr. HDJZ/S&W/2003-1875, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Gelet op richtlijn 2001/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2001 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur (PbEG L 75), en op de artikelen 57, onderdeel c, 59, derde lid, 61 en 62, achtste lid, van de Spoorwegwet, en wat betreft artikel 15 van dit besluit, op artikel 27 van de Spoorwegwet 1875;
De Raad van State gehoord (advies van 19 februari 2004, nr. W09.03.0542/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 29 november 2004, nr. HDJZ/S&W/2004-2898, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • ad hoc aanvragen: capaciteitsaanvragen in de vorm van afzonderlijke paden;

  • besloten personenvervoer: personenvervoer per trein, niet zijnde openbaar vervoer;

  • coördinatie: procedure die door de beheerder en de gerechtigden wordt gevolgd om een oplossing te vinden in geval van concurrerende capaciteitsaanvragen;

  • dagperiode: het deel van het etmaal gelegen tussen 06:00 en 24:00 uur;

  • dienstregeling: de gegevens over alle geplande bewegingen van treinen en spoorvoertuigen;

  • gerechtigde: gerechtigde bedoeld in artikel 57 van de wet;

  • grote stations: de stations die op kaart 1 behorende bij dit besluit zijn aangeduid als grote stations;

  • hogesnelheidsnet: de speciaal aangelegde hogesnelheidslijnen, die zijn uitgerust voor snelheden van gewoonlijk ten minste 250 km per uur;

  • internationaal hogesnelheidspersonenvervoer: openbaar vervoer tussen een binnenlands en een buitenlands station waarbij in Nederland geheel of gedeeltelijk gebruik wordt gemaakt van het hogesnelheidsnet;

  • internationaal openbaar vervoer: openbaar vervoer tussen een binnenlands en een buitenlands station, niet zijnde internationaal hogesnelheidspersonenvervoer;

  • internationaal overeengekomen paden: paden die door de beheerder in overleg met buitenlandse beheerders overeenkomstig artikel 40, eerste en vijfde lid, van richtlijn 2012/34/EU zijn bestemd voor internationale treintrajecten;

  • nationaal hogesnelheidspersonenvervoer: openbaar vervoer waarbij in Nederland geheel of gedeeltelijk gebruik wordt gemaakt van het hogesnelheidsnet, niet zijnde internationaal hogesnelheidspersonenvervoer;

  • nationaal openbaar vervoer: openbaar vervoer tussen stations in Nederland, niet zijnde nationaal hogesnelheidspersonenvervoer, stadsgewestelijk vervoer of streekgewestelijk openbaar vervoer;

  • de normale dienstregeling: de dienstregeling die op het niveau van terugkerende paden in een dienstregelingsperiode wordt uitgewerkt;

  • openbaar vervoer: voor een ieder openstaand personenvervoer per trein volgens een dienstregeling;

  • overige stations: alle stations aan de hoofdspoorweg die in gebruik zijn en die op kaart 1 behorende bij dit besluit niet zijn aangeduid als grote stations;

  • pad: de capaciteit die een trein tussen twee plaatsen, en tussen twee vastgestelde tijdstippen mag gebruiken;

  • spits: de twee tijdvakken van elk ten hoogste 2,5 uur op maandag tot en met vrijdag waarop aan het personenvervoer een hogere bedieningsfrequentie wordt geboden dan in de onmiddellijk daaraan voorafgaande en daarop volgende tijdvakken;

  • stadsgewestelijk openbaar vervoer: openbaar vervoer op één van de op kaart 1 behorende bij dit besluit aangeduide baanvakken met stadsgewestelijke stations;

  • standaard goederenvervoer: vervoer van goederen per trein dat gebruik kan maken van een standaardpad en waarvan de snelheid, lengte en acceleratiekarakteristieken bekend zijn gemaakt in de netverklaring, bedoeld in artikel 58 van de wet;

  • streekgewestelijk openbaar vervoer: openbaar vervoer op één van de op kaart 1 behorende bij dit besluit aangeduide baanvakken met streekgewestelijke stations waarvoor geldt dat de betrokken trein stopt op het merendeel van de stations op dat baanvak;

  • wet: Spoorwegwet.

§

1a

Uitvoering van een beheerplan

Artikel

1a

De onderdelen van het beheerplan, bedoeld in artikel 17b, eerste lid, van de wet, waarover de beheerder bij de totstandkoming van een nieuw beheerplan advies vraagt aan de gerechtigden, bedoeld in artikel 17b, eerste lid, van de wet betreffen, voor zover de beheerder ten aanzien van die onderwerpen maatregelen heeft getroffen:

  • a.

    de maatregelen die de beheerder gedurende de eerstvolgende periode waarvoor het beheerplan geldt, zal nemen ingevolge veiligheids- en milieuregelgeving en het daarop gebaseerde overheidsbeleid, voor zover deze ruimte bieden voor nadere uitwerking door de beheerder;

  • b.

    de wijze waarop de beheerder gedurende de eerstvolgende periode waarvoor het beheerplan geldt invulling geeft aan de op grond van de concessie te leveren prestaties en de daaraan verbonden prestatie-indicatoren;

  • c.

    de waarden die de beheerder voor de uitwerking van de prestatie-indicatoren, bedoeld in onderdeel b, zal hanteren;

  • d.

    het meetsysteem dat de beheerder zal hanteren ter bepaling van de gerealiseerde niveaus, bedoeld in onderdeel c.

Artikel

2

Vervallen

§

2

Algemene voorwaarden bij de toegangsovereenkomst

Artikel

3

Algemene voorwaarden bij de toegangsovereenkomst als bedoeld in artikel 59, derde lid, van de wet zijn:

  • a.

    dat bij die overeenkomst verdeelde capaciteit vervalt in geval van nood en indien dit absoluut noodzakelijk is ten gevolge van een storing die de infrastructuur tijdelijk onbruikbaar maakt;

  • b.

    dat bij die overeenkomst verdeelde capaciteit wordt ingeleverd indien gedurende een periode van ten minste een maand voor minder dan een in de netverklaring te noemen drempelwaarde is gebruikt, tenzij dit te wijten is aan niet economische redenen buiten de wil van de gerechtigde;

  • c.

    dat gerechtigde zich onthoudt van handelen dat overschrijding van de op grond van de Omgevingswet vastgestelde geluidproductieplafonds als omgevingswaarden of overtreding van de van belang zijnde voorschriften die zijn verbonden aan omgevingsvergunningen als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet of van het verbod, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen tot gevolg heeft;

  • d.

    dat de beheerder aanwijzingen geeft aan de gerechtigde, die de gerechtigde dient op te volgen, bij dreigende overschrijding van de in onderdeel d bedoelde grenswaarden of dreigende overtreding van de in dat onderdeel bedoelde voorschriften;

  • e.

    dat de gerechtigde aan de beheerder informatie verstrekt die de beheerder nodig heeft voor het opstellen van een ontwerpstrategische geluidsbelastingkaart als bedoeld in artikel 7 van richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (PbEG 2002, L 189) met betrekking tot de geluidsbelasting vanwege de hoofdspoorwegen.

§

3

Bepalingen ten aanzien van de capaciteitsverdelingsprocedure

Artikel

4

Artikel

4a

Artikel

4b

De beheerder is bevoegd capaciteitsaanvragen en toegewezen capaciteit, voor zover het capaciteit betreft tussen twee plaatsen die in verschillende landen liggen, af te wijzen, onderscheidenlijk in te trekken, voor zover de bij dat pad betrokken buitenlandse beheerder, definitief niet de aansluitende capaciteit beschikbaar stelt.

Artikel

4c

Tijdens de coördinatie kan de beheerder ten aanzien van concurrerende capaciteitsaanvragen, met het oog op het doelmatig gebruik van de capaciteit, binnen redelijke grenzen capaciteit voorstellen, die afwijkt van de aangevraagde capaciteit.

Artikel

5

Artikel

6

§

4

Regels ten aanzien van overbelast verklaarde infrastructuur

Artikel

7

Artikel

7a

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

9a

Vervallen

Artikel

10

Artikel

10a

Indien de infrastructuur overeenkomstig artikel 7, tweede lid, overbelast is verklaard en de concurrerende capaciteitsaanvragen zich binnen eenzelfde deelmarkt als bedoeld in artikel 10, eerste lid, voordoen, komt prioriteit toe aan het vervoer binnen een en dezelfde deelmarkt dat het minste geluid produceert.

Artikel

11

Indien de infrastructuur overeenkomstig artikel 7, tweede lid, overbelast is verklaard en de concurrerende capaciteitsaanvragen zich binnen eenzelfde deelmarkt van het openbaar vervoer, het hogesnelheidspersonenvervoer of het overig personenvervoer, voordoen, komt na toepassing van artikel 8 tot en met 10a prioriteit toe aan het zoveel mogelijk minimaliseren van de reistijd van de betrokken reizigers in Nederland, gewogen naar reizigersaantallen.

Artikel

12

§

5

Voorbehouden van capaciteit

Artikel

13

§

6

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

16

De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

17

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat , K. M. H. Peijs
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner

Bijlage

Kaart 1: behorende bij artikel 1 van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur

Kaart 2: behorende bij artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorwegstructuur

Overzicht van baanvakken en zijtakken: behorende bij artikel 8, vierde lid, van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur.

Baanvakken:

  • 1.

    Nijmegen – Blerick;

  • 2.

    Zutphen – Hengelo;

  • 3.

    Leeuwarden – Groningen

  • 4.

    Dordrecht – Geldermalsen – Elst;

  • 5.

    Zwolle – Mariënberg;

Zijtakken:

  • a.

    Gouda – Alphen aan den Rijn;

  • b.

    Woerden – Leiden;

  • c.

    Den Dolder – Baarn;

  • d.

    Heerhugowaard – Hoorn;

  • e.

    Barneveld Aansluiting – Ede-Wageningen;

  • f.

    Apeldoorn – Zutphen;

  • g.

    Wierden – Zwolle;