Wet van 17 maart 2005 tot uitvoering van richtlijn nr. 2001/86/EG van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 tot aanvulling van het statuut van de Europese vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (Wet rol werknemers bij de Europese vennootschap)

Wet rol werknemers bij de Europese vennootschap

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de richtlijn nr. 2001/86/EG van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 tot aanvulling van het statuut van de Europese vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (PbEG L 294) moet worden uitgevoerd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Definities

Artikel

1:1

Definitie moederonderneming

Artikel

1:2

Definitie werknemer, vertegenwoordigers van werknemers, SE-ondernemingsraad

Artikel

1:3

Rechten en verplichtingen van Nederlandse werknemersvertegenwoordigers

Artikel

1:4

Beroep op de rechter

Artikel

1:5

Verhouding tot andere wetten

Artikel

1:6

Hoofdstuk

2

De rol van de werknemers in de SE krachtens overeenkomst

Paragraaf

1

Algemene bepalingen

Toepasselijkheid

Artikel

2:1

Indien de SE haar statutaire zetel in Nederland zal hebben is Nederlands recht van toepassing op de in dit hoofdstuk geregelde onderhandelingsprocedure.

Paragraaf

2

De bijzondere onderhandelingsgroep

Instelling en doel

Artikel

2:2

Samenstelling

Artikel

2:3

Verkiezing of aanwijzing van de leden

Artikel

2:4

Paragraaf

3

Onderhandelingen en het sluiten van een overeenkomst

Overeenkomst

Artikel

2:5

Informatieverstrekking

Artikel

2:6

Besluiten

Artikel

2:7

Besluitvorming

Artikel

2:8

Heropening onderhandelingen

Artikel

2:9

Bijstand door deskundigen en kosten

Artikel

2:10

Start en duur onderhandelingen

Artikel

2:11

Inhoud overeenkomst

Artikel

2:12

Onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst

Artikel

2:13

Hoofdstuk

3

De rol van de werknemers in de SE krachtens referentievoorschriften

Paragraaf

1

Algemene bepalingen

Toepasselijkheid referentievoorschriften

Artikel

3:1

Dit hoofdstuk is van toepassing vanaf de datum van inschrijving van de SE in Nederland indien:

  • a.

    de deelnemende vennootschappen en de bijzondere onderhandelingsgroep dat overeenkomen, dan wel

  • b.

    er binnen de in artikel 2:11 gestelde termijn geen overeenkomst is gesloten en

    • 1°.

      elk van de deelnemende vennootschappen besluit ermee in te stemmen dat hoofdstuk 3 met betrekking tot de SE wordt toegepast teneinde de SE te kunnen inschrijven en

    • 2°.

      de bijzondere onderhandelingsgroep niet het in artikel 2:7, eerste lid, onderdeel b, bedoelde besluit heeft genomen.

Toepasselijkheid referentievoorschriften voor medezeggenschap bij omzetting, fusie, bij oprichting van een moederonderneming of een dochteronderneming

Artikel

3:2

Paragraaf

2

Referentievoorschriften voor de instelling en samenstelling van de SE-ondernemingsraad

Instelling

Artikel

3:3

Samenstelling en besluitvorming

Artikel

3:4

Regeling van werkzaamheden

Artikel

3:5

Evaluatieprocedure en nieuwe onderhandelingen

Artikel

3:6

Paragraaf

3

Referentievoorschriften voor informatie en raadpleging

Informatie, raadpleging en bevoegdheid van de SE-ondernemingsraad

Artikel

3:7

Reguliere vergaderingen en informatieverstrekking

Artikel

3:8

Bijzondere omstandigheden

Artikel

3:9

Functioneren van de SE-ondernemingsraad

Artikel

3:10

Bijstand door deskundigen en kosten

Artikel

3:11

Paragraaf

4

Referentievoorschriften voor medezeggenschap

Aantal leden van het toezichthoudend of het bestuursorgaan van de SE waarvoor medezeggenschap geldt

Artikel

3:12

Medezeggenschap in verhouding tot aantal werknemers in lidstaten

Artikel

3:13

Rechten en plichten van leden van het toezichthoudend of het bestuursorgaan

Artikel

3:14

Elk lid van het toezichthoudend of het bestuursorgaan van de SE ten aanzien van wie door de SE-ondernemingsraad het recht op medezeggenschap is uitgeoefend, is van rechtswege lid met dezelfde rechten en plichten als de leden die de aandeelhouders vertegenwoordigen, met inbegrip van het stemrecht.

Hoofdstuk

4

Overige bepalingen

Verkiezing en aanwijzing van werknemers in een niet-Nederlandse SE

Artikel

4:1

Einde van de arbeidsovereenkomst van (kandidaat)leden van de SE-ondernemingsraad

Artikel

4:2

Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 7.

Wijziging van de Wet op de Europese ondernemingsraden

Artikel

4:3

Wijzigt de Wet op de Europese ondernemingsraden.

Inwerkingtreding

Artikel

4:4

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Citeertitel

Artikel

4:5

Deze wet wordt aangehaald als: Wet rol werknemers bij de Europese vennootschap.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid A. J. de Geus
De Minister van Justitie J. P. H. Donner