Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 20 juni 2005, nr. WJZ/2005/24227 (1567), houdende het instellen van adviescommissies ten behoeve van de beslissing op bezwaarschriften op het terrein van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Regeling adviescommissies OCW bezwaarschriften Awb)
De commissie heeft tot taak het horen van belanghebbenden en het adviseren van de minister over de te nemen beslissingen op bezwaarschriften op het terrein van het ministerie, met uitzondering van bezwaren tegen besluiten met rechtspositionele gevolgen voor ambtenaren werkzaam binnen het gezagsbereik van de minister.
Artikel
3
1
De commissie bestaat uit:
a.
een voorzitter en een of meer plaatsvervangend voorzitters;
b.
een of meer leden van wie uit hoofde van hun kennis van het terrein van onderwijs, cultuur en wetenschap of anderszins een bijdrage aan de werkzaamheden van de commissie kan worden verwacht;
c.
een of meer ambtelijke leden.
2
De minister benoemt de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter(s) en de leden, bedoeld in het eerste lid, onder b.
3
De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter(s) en de leden, bedoeld in het eerste lid, onder b, maken geen deel uit van het ministerie en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van de minister.
4
De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter(s) bezitten de hoedanigheid van meester in de rechten.
5
De leden, bedoeld in het eerste lid, onder c, worden door de secretaris-generaal van het ministerie aangewezen.
Voor elke hoorzitting worden door de voorzitter de leden aangewezen.
3
Voor de behandeling van een bezwaar kan niet als lid, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c, worden aangewezen een ambtenaar die bij de voorbereiding van het bestreden besluit betrokken is geweest.
Artikel
5
1
De minister voegt aan de commissie een secretariaat toe.
2
Voor elk bezwaar treedt een der juridische medewerkers van het secretariaat als secretaris op.
Artikel
6
1
De minister draagt er zorg voor dat de commissie over alle stukken die zij in verband met de uitoefening van haar taken nodig heeft, tijdig en volledig kan beschikken.
2
Iedere ambtenaar van het ministerie geeft aan een oproep of een verzoek van de commissie gehoor.
Artikel
7
1
In een zaak die daarvoor naar het oordeel van de voorzitter geschikt is, kan het horen ingevolge artikel 7:2 van de Algemene wet bestuursrecht en het uitbrengen van advies geschieden door de voorzitter.
2
Het horen geschiedt in het openbaar, tenzij de commissie op verzoek van belanghebbende of om gewichtige redenen ambtshalve anders beslist.
De secretaris draagt na overleg met de voorzitter zorg voor de tijdige uitnodiging voor de hoorzitting van de belanghebbenden alsmede van de vertegenwoordiger van de minister.
5
Van elke hoorzitting stelt de secretaris een verslag op.
Artikel
8
De commissie stelt een reglement omtrent haar werkwijze vast en brengt dit ter kennis van de minister.
Artikel
9
1
Naast de commissie kunnen tijdelijke commissies worden ingesteld.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 mei 2005.
Artikel
12
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling adviescommissies OCW bezwaarschriften Awb.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,M.J.A. van der Hoeven