Regeling van de Minister van Economische Zaken van 22 augustus 2005, nr. WJZ 5048103, houdende vaststelling van de aanvraag- en veilingprocedure voor een vergunning voor Public Access Mobile Radio (Regeling aanvraagprocedure en veiling gebruiksrecht frequentieruimte voor PAMR)
Regeling aanvraagprocedure en veiling gebruiksrecht frequentieruimte voor PAMR
PAMR: Public Access Mobile Radio, een openbaar elektronisch communicatienetwerk voor mobiele communicatiedienstverlening ten behoeve van besloten gebruikersgroepen;
c.
besloten gebruikersgroep: een besloten gebruikersgroep bestaat uit gebruikers van elektronische communicatiediensten die onderling een duurzame professionele relatie hebben en daardoor binnen de groep een communicatiebehoefte hebben die voortvloeit uit het gemeenschappelijke belang dat aan deze duurzame relatie ten grondslag ligt. De duurzame professionele relatie omvat meer dan alleen het gezamenlijk afnemen van elektronische communicatiediensten en de besloten gebruikersgroep is niet uitsluitend opgezet om elektronische communicatiediensten af te nemen;
d.
informatiedocument: een overzicht van en een toelichting op het geheel van toepasselijke regels voor de aanvraag van een vergunning, de veilingprocedure alsmede de aan de te verlenen vergunning verbonden rechten en plichten;
e.
aanvrager: degene die een aanvraag voor een vergunning voor PAMR doet;
f.
deelnemer: aanvrager die gerechtigd is een bod uit te brengen.
§
2
Vergunningaanvraag
Artikel
2
Ingevolge het besluit van de minister van 22 augustus 2005, (Stcrt. 2005, 169) is voor PAMR de volgende vergunning beschikbaar die door middel van een veiling zal worden verleend: 451,76875–454,76875 MHz en 461,76875–464,76875 MHz. Een ontwerp van de vergunning is als bijlage 1 bij deze regeling gevoegd.
Artikel
3
1
Degene die de beschikking wil hebben over het informatiedocument, kan een daartoe strekkend verzoek per brief of per elektronische post bij de minister indienen. Het informatiedocument kan worden opgevraagd met ingang van 12 september 2005, 09.00 uur. Het informatiedocument kan worden afgehaald op het in het vierde lid genoemde adres, of wordt, indien daar expliciet om is verzocht, toegezonden.
2
Het verzoek wordt als volgt geadresseerd:
De Minister van Economische Zaken,
p/a notaris mr. C.A. de Zeeuw,
Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn
Postbus 11756
2502 AT Den Haag
e-mail: pamr@pelsrijcken.nl
3
Voor de beschikbaarstelling van het informatiedocument is een bedrag van € 25,– verschuldigd. Het bedrag kan worden voldaan door middel van contante betaling bij het afhalen van het informatiedocument dan wel door middel van overboeking onder vermelding van ‘informatiedocument vergunning PAMR’ naar het volgende bankrekeningnummer: 21.30.13.495 (Fortis bank Nederland N.V., Den Haag, t.n.v. Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn, inzake derdengelden notariaat).
4
Beschikbaarstelling van het informatiedocument door overhandiging bij het afhalen dan wel door toezending geschiedt nadat het in het derde lid genoemde bedrag is voldaan.
Het afhalen geschiedt op het volgende adres:
De Minister van Economische Zaken,
p/a notaris mr. C.A. de Zeeuw,
Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn
Koningin Julianaplein 30
Gebouw Babylon
Kantoren A, receptie vijfde verdieping
2595 AA Den Haag
5
Het bedrag, genoemd in het derde lid, wordt niet geretourneerd.
Artikel
4
1
Een ieder aan wie overeenkomstig artikel 3 een informatiedocument is verstrekt, kan met betrekking tot dat document per brief of per elektronische post en per brief vragen stellen aan de minister. Indien er verschillen bestaan tussen de schriftelijke en de elektronische versie van de vragen, is de schriftelijke versie bepalend. De vragen worden uiterlijk op 23 september 2005, om 14.00 uur door tussenkomst van de notaris op het in artikel 3, tweede lid, genoemde adres, door de minister ontvangen. Na voornoemde datum en voornoemd tijdstip ontvangen vragen worden niet beantwoord.
2
De vragen worden op niet tot de vragensteller te herleiden briefpapier gesteld en zodanig geformuleerd dat ook daaruit niet de identiteit van de vragensteller kan worden herleid. De vragen worden in de Nederlandse taal gesteld. De identiteit van de vragensteller is uitsluitend aan de notaris bekend.
3
Uiterlijk op 11 oktober 2005 zendt de minister aan een ieder aan wie een informatiedocument is verstrekt schriftelijk antwoord op de vragen die tijdig zijn ontvangen, die voldoen aan de eisen, bedoeld in het eerste en tweede lid, en betrekking hebben op het informatiedocument, vergezeld van de gestelde vragen.
Artikel
5
1
De aanvraag bevat de gegevens en bescheiden, bedoeld in de bij deze regeling behorende bijlage 2, en wordt overeenkomstig het model in die bijlage ingedeeld.
2
De aanvraag is in de Nederlandse taal gesteld en aangeduid als het originele exemplaar. Dit exemplaar wordt door de aanvrager ondertekend.
3
De aanvraag gaat vergezeld van drie als zodanig aangeduide afschriften. Indien er verschillen bestaan tussen het originele exemplaar en de afschriften, is het originele exemplaar bepalend.
4
De aanvrager informeert de minister per brief onverwijld over wijzigingen met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde gegevens en bescheiden.
5
Met de gegevens en bescheiden, bedoeld in het eerste lid, worden gelijkgesteld zodanige gegevens en bescheiden krachtens het recht van een van de andere lidstaten van de Europese Unie of een van de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.
Artikel
6
1
Elke aanvrager dient slechts één aanvraag in.
2
De aanvraag wordt vanaf 12 september 2005 tot uiterlijk op 18 oktober 2005 om 14.00 uur per post dan wel door middel van persoonlijke overhandiging ontvangen op het adres, genoemd in artikel 3, tweede respectievelijk vierde lid.
3
De minister bevestigt onverwijld schriftelijk de ontvangst van de aanvraag.
Artikel
7
Indien de aanvrager niet heeft voldaan aan de in artikel 6, tweede lid, gestelde eisen, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.
Artikel
8
1
Indien de aanvrager niet heeft voldaan aan de in artikel 5 of artikel 6, eerste lid, gestelde eisen, deelt de minister de aanvrager dit schriftelijk mee.
2
De aanvrager heeft gedurende vijf werkdagen, te rekenen vanaf de dag nadat de mededeling, bedoeld in het eerste lid, is verstuurd, de gelegenheid dit verzuim te herstellen.
3
De gegevens ten behoeve van het verzuimherstel, bedoeld in het eerste lid, worden per post dan wel door middel van persoonlijke overhandiging ingediend bij het adres, genoemd in artikel 3, tweede respectievelijk vierde lid.
4
Indien het verzuim, bedoeld in het eerste lid, binnen de termijn, genoemd in het tweede lid, niet is hersteld of de aanvraag na herstel niet voldoet aan de in artikel 5 of artikel 6, eerste lid, gestelde eisen, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.
Artikel
9
1
De minister deelt de aanvrager uiterlijk op 8 november 2005 schriftelijk mee of zijn aanvraag in behandeling wordt genomen.
2
Indien is voldaan aan de in artikel 5 en 6 gestelde eisen, wordt de aanvrager getoetst aan de eisen, bedoeld in artikel 10.
Artikel
10
Een aanvrager voldoet aan de volgende eisen:
a.
de aanvrager is een rechtspersoon, opgericht in overeenstemming met het recht van een van de lidstaten van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en heeft zijn statutaire zetel, zijn hoofdbestuur of zijn hoofdvestiging binnen de Europese Economische Ruimte;
b.
wat betreft de financiële positie van de aanvrager:
1°.
de aanvrager verkeert niet in staat van faillissement, noch is een verzoek tot faillietverklaring van de aanvrager ingediend,
2°.
de aanvrager heeft geen surcéance van betaling aangevraagd, en
3°.
geen substantieel beslag is gelegd op bedrijfsmiddelen van de aanvrager.
Artikel
11
1
De minister stelt uiterlijk 15 november 2005 vast of de aanvrager voldoet aan de eisen, bedoeld in artikel 10.
2
Indien uit de aanvraag niet blijkt dat aan de eisen, bedoeld in artikel 10 is voldaan, wijst de minister de aanvraag af. De minister stelt de desbetreffende aanvrager schriftelijk op de hoogte van zijn besluit.
§
3
Vaststelling schaarste
Artikel
12
Na de vaststelling, bedoeld in artikel 11, eerste lid, stelt de minister vast of de voor PAMR beschikbare vergunning zonder toepassing van een veiling kan worden verleend. Dit is het geval indien in totaal slechts één aanvrager die aan de eisen, bedoeld in artikel 10, voldoet, een aanvraag heeft ingediend.
Artikel
13
1
Indien uit de aanvraag blijkt dat is voldaan aan de eisen, bedoeld in artikel 10, en na toepassing van artikel 12 de noodzaak van veiling is komen vast te staan, stelt de minister de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.
2
Bij de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, wordt aan de aanvrager tevens bekend gemaakt hoeveel deelnemers er in totaal zijn.
§
4
De notaris
Artikel
14
Voor het geval na toepassing van artikel 12 de noodzaak van veilen is komen vast te staan, sluit de minister een overeenkomst met een notaris die zorg draagt voor een goed en ordelijk verloop van de veiling.
§
5
Algemene bepalingen omtrent de veiling
Artikel
15
1
Een deelnemer onthoudt zich voorafgaand aan en gedurende de veilingprocedure van afspraken of onderling afgestemde feitelijke gedragingen die afbreuk doen aan de tot stand te brengen mededinging in de veilingprocedure.
2
De minister kan een deelnemer die handelt in strijd met het eerste lid van deelname aan de veiling uitsluiten.
3
Een tijdens de veiling uitgebracht bod door een van deelname aan de veiling uitgesloten deelnemer is ongeldig.
Artikel
16
1
De minister kan de veiling opschorten.
2
De minister kan onder meer tot opschorting van de veiling overgaan indien naar zijn oordeel sprake is van afspraken of gedragingen in strijd met artikel 15, eerste lid.
Artikel
17
1
De vergunning wordt via een veiling met gesloten bod geveild.
2
De veiling met gesloten bod omvat één veilingronde.
Artikel
18
Een deelnemer is vanaf het moment dat hij een bod heeft uitgebracht tot en met het tijdstip waarop de veiling is afgerond onvoorwaardelijk en onherroepelijk aan zijn bod gebonden, tenzij hij op grond van artikel 15, tweede lid, wordt uitgesloten van verdere deelname aan de veiling.
§
6
De veilingprocedure
Artikel
19
1
Gelijktijdig met de kennisgeving, bedoeld in artikel 13, eerste lid, wordt aan iedere deelnemer een biedkaart verstrekt. Het model van deze biedkaart is als bijlage 3 bij deze regeling gevoegd.
2
Bij het verstrekken van de biedkaart wordt tevens vermeld:
a.
vanaf welk tijdstip de biedkaart kan worden ingediend;
b.
op welk tijdstip de biedkaart uiterlijk moet zijn ingediend;
c.
op welk adres de biedkaart per post dan wel door middel van persoonlijke overhandiging moet worden ingediend.
3
Een bod wordt uitsluitend uitgebracht door middel van de in het eerste lid bedoelde biedkaart op het in het tweede lid, onder c, bedoelde adres.
4
De biedkaart wordt in de Nederlandse taal ingevuld.
5
Het bedrag van het bod wordt in letters geschreven en wordt vermeld in hele euro’s.
Biedingen boven een bedrag van nul euro eindigen niet op een nul.
6
De deelnemer aan de veiling die een bod uitbrengt, voldoet een bedrag ter hoogte van zijn bod tot zekerheid van de gestanddoening van zijn bod. Uiterlijk op het in het tweede lid, onder b, bedoelde tijdstip, is het bedoelde bedrag, onder vermelding van ‘zekerheidstelling PAMR’ ontvangen op het bankrekeningnummer, genoemd in artikel 3, derde lid, of is voor het bedoelde bedrag ter zekerheidstelling een bankgarantie volgens het model dat als bijlage 4 bij deze regeling is gevoegd, overgelegd aan de notaris op het in artikel 3, vierde lid, genoemde adres.
na toepassing van het eerste lid nog niet is voldaan aan de daarin genoemde bepalingen.
Artikel
22
1
De notaris stelt na de veilingronde en na de door de minister op basis van artikel 21, eerste lid, gestelde termijn(en), vast welke deelnemer het hoogste bod heeft uitgebracht.
2
In geval twee of meer deelnemers eenzelfde hoogste bod hebben uitgebracht, stelt de notaris, na loting, vast welke deelnemer wordt aangemerkt als deelnemer met het hoogste bod.
Artikel
23
1
Na de vaststelling, bedoeld in artikel 22, verleent de minister onverwijld aan de deelnemer met het hoogste bod, bedoeld in artikel 22, de vergunning.
2
Tegelijk met de vergunningverlening, bedoeld in het eerste lid, verklaart de minister onverwijld de aanvragen waarbij een ongeldig bod is uitgebracht, bedoeld in artikel 21, tweede lid, niet ontvankelijk en wijst hij de overige aanvragen af. Daarbij maakt de minister bekend aan welke aanvrager de vergunning wordt verleend en wat de hoogte van zijn bod was.
3
De deelnemer, bedoeld in het eerste lid, die ter voldoening van het bedrag ter zekerheidstelling een bankgarantie heeft overgelegd, betaalt het door hem verschuldigde bedrag ter hoogte van zijn bod binnen twee weken volgend op de datum waarop de vergunning is verleend op het bankrekeningnummer, genoemd in artikel 3, derde lid, onder vermelding van ‘PAMR-veilingbod’. Zodra het verschuldigde bedrag is ontvangen, wordt de bankgarantie teruggegeven aan de bank die deze bankgarantie heeft afgegeven door middel van de procedure zoals beschreven in het als bijlage 4 bij deze regeling opgenomen model van de bankgarantie. De minister stelt de vergunninghouder onverwijld op de hoogte van het teruggeven van de bankgarantie.
4
Indien de deelnemer, bedoeld in het eerste lid, niet aan zijn betalingsverplichting als bedoeld in het tweede lid voldoet, wordt de door hem overgelegde bankgarantie voor de betaling aangewend.
5
Indien de deelnemer, bedoeld in het eerste lid, ter voldoening van het bedrag ter zekerheidstelling een waarborgsom heeft gestort, wordt de door hem gestorte waarborgsom voor de betaling van het door hem verschuldigde bedrag ter hoogte van zijn bod aangewend.
6
De minister betaalt de deelnemer aan wie geen vergunning wordt verleend, en die ter voldoening van het bedrag ter zekerheidstelling, een waarborgsom heeft gestort, deze waarborgsom vermeerderd met de rente van een éénmaandsdeposito terug of geeft, indien de deelnemer ter voldoening van het bedrag ter zekerheidstelling een bankgarantie heeft overgelegd, deze bankgarantie terug aan de bank die deze heeft afgegeven door middel van de procedure zoals beschreven in het als bijlage 4 bij deze regeling opgenomen model van de bankgarantie. De minister stelt de deelnemer onverwijld op de hoogte van het teruggeven van de bankgarantie.
§
7
Wijziging andere regelingen
Artikel
24
Wijzigt de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2005.
§
8
Slotbepalingen
Artikel
25
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Artikel
26
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvraagprocedure en veiling gebruiksrecht frequentieruimte voor PAMR.
Deze regeling zal met de bijlagen en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
PAMR netwerk: Public Access Mobile Radio-netwerk, een openbaar elektronisch communicatienetwerk voor mobiele communicatiedienstverlening ten behoeve van besloten gebruikersgroepen;
b.
besloten gebruikersgroep: een besloten gebruikersgroep bestaat uit gebruikers van elektronische communicatiediensten die onderling een duurzame professionele relatie hebben en daardoor binnen de groep een communicatiebehoefte hebben die voortvloeit uit het gemeenschappelijke belang dat aan deze duurzame relatie ten grondslag ligt. De duurzame professionele relatie omvat meer dan alleen het gezamenlijk afnemen van elektronische communicatiediensten en de besloten gebruikersgroep is niet uitsluitend opgezet om elektronische communicatiediensten af te nemen;
c.
basisstation: een radiozendapparaat of een samenstel van radiozendapparaten dat op een vaste plaats is opgesteld;
d.
CEPT: Conférence Européenne des Postes et des Télécommunications;
e.
Radioreglement: Radioreglement 2000 met bijlagen, behorende bij de op 6 november 1998 te Minneapolis tot stand gekomen Internationale Constitutie en Conventie van de Internationale Telecommunicatie Unie (Trb. 2004, 48).
f.
voorkeursfrequentie: een frequentie die op basis van afspraken met de buurlanden bij voorkeur tot op de landgrens kan worden ingezet, teneinde storing zo veel mogelijk te voorkomen.
§ 2. Verlening
Artikel
2
Aan .........., hierna te noemen: de vergunninghouder, wordt een vergunning verleend voor het gebruik van de frequentieruimte: 451,76875–454,76875 MHz / 461,76875–464,76875 MHz ten behoeve van een PAMR netwerk.
§ 3. Voorschriften en beperkingen
Artikel
3
Termijn ingebruikneming netwerk
a.
de vergunninghouder neemt binnen 1 jaar na vergunningverlening ten minste 15 basisstations in gebruik en houdt deze in gebruik;
b.
de vergunninghouder neemt binnen 4 jaar na vergunningverlening ten minste 50 basisstations in gebruik en houdt deze in gebruik;
c.
de vergunninghouder biedt binnen 5 jaar na vergunningverlening in elke provincie zijn diensten aan via het PAMR-netwerk in elk van deze provincies.
Artikel
4
Gebruik frequentieruimte
a.
Het gebruik van de frequentieruimte voor het PAMR netwerk vindt plaats met inachtneming van de in bijlage 1 opgenomen frequentietechnische voorwaarden;
b.
voor zover daarvan in de vergunning niet wordt afgeweken, vindt het gebruik van de frequentieruimte voor het PAMR netwerk plaats in overeenstemming met de aanbeveling T/R 25-08 van de CEPT en de volgende multilaterale overeenkomsten met de buurlanden;
–
Agreement on the co-ordination of the frequency bands 410–430 MHz and 440–470 MHz concluded between the Administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, The Netherlands and Switzerland (bijlage 2);
–
Agreement between the administrations of Austria, Belgium, the Czech Republic, Germany, France, Hungary, the Netherlands, Croatia, Italy, Liechtenstein, Lithuania, Luxembourg, Poland, Romania, the Slovak Republic, Slovenia, and Switzerland, on the co-ordination of frequencies between 29.7 MHz and 39.5 GHz for the fixed service and the land mobile service (Berlijnovereenkomst 2003; bijlage 3);
–
Agreement between the Telecommunications Administrations of the Netherlands, Belgium, Luxembourg, France and Germany concerning the approval of planning arrangements between operators of mobile radio communication networks (bijlage 4).
Artikel
5
Storing
a.
Het signaal van het gebruikte radiozendapparaat mag geen storing of belemmering veroorzaken in het etherverkeer en in radiozend- of ontvangapparaten. Eventueel noodzakelijke guardbands liggen binnen de toegewezen frequentieruimte.
b.
Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing indien:
1.
In het Radioreglement of in het Nationaal Frequentieplan anders is bepaald;
2.
het radiozend- of ontvangapparaat dat storing of belemmering ondervindt, niet voldoet aan hetgeen ten aanzien daarvan is bepaald bij of krachtens de Telecommunicatiewet
§ 4. Overige
Artikel
6
Informatieverstrekking
De vergunninghouder houdt een actueel overzicht van de in gebruik zijnde basisstations ter beschikking, waarin voor elk station de gegevens, genoemd in bijlage 5 bij deze beschikking, worden opgenomen. Deze gegevens worden na een verzoek daartoe van de Minister van Economische Zaken onmiddellijk verstrekt.
§ 5. Slotbepaling
Artikel
7
Duur van de vergunning
Deze beschikking treedt in werking met ingang van .......... en geldt tot en met .......... {vergunningsduur is 15 jaar}.
Deze beschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Economische Zaken,
namens deze:
Hoofd Vergunningen
Agentschap Telecom
Bijlagen bij bijlage 1
Bijlage 1
Bijlage, behorende bij de vergunning d.d. .......... 2005, nummer AT-EZ/.........., verleend aan .......... voor het gebruik van frequentieruimte ten behoeve van PAMR
De frequentietechnische voorwaarden bedoeld in artikel 2, lid b van de vergunning zijn:
–
Het maximale kanaalraster is 1,25 MHz en de centerfrequenties moeten voldoen aan de aanbeveling T/R25-08;
–
De basisstations zenden in de 461,76875–464,76875 MHz band en de mobiele terminals zenden in de 451,76875–454,76875 MHz band.
Frequentiegebruik in de grensgebieden
451,76875–452,04375
461,76875–462,04375
BEL
HOL
BEL
452,04375–452,78125
462,04375–462,78125
BEL
D
BEL
452,78125–453,51875
462,78125–463,51875
D
D
BEL
453,51875–454,76875
463,51875–464,76875
HOL
HOL
HOL
De in de tabel genoemde grensgebieden zijn slechts een indicatie; de grootte van de gebieden is afhankelijk van de toe te passen parameters (zie onderstaande voorwaarden).
De gebiedsindicatie BEL/D/HOL betreft globaal Limburg.
De gebiedsindicatie D/HOL betreft globaal Oost-Nederland.
De gebiedsindicatie BEL/HOL betreft globaal Zuid-Nederland.
Voor systemen met een kanaalraster kleiner of gelijk aan 25 kHz geldt:
–
Op een voorkeurfrequentie mag de veldsterkte op 40 km afstand in het buurland en bepaald op 10 m hoogte niet meer bedragen dan 20 dBµV/m (voor analoge systemen: 50% plaats- en 10% tijdwaarschijnlijkheid, voor digitale systemen: 50% plaats- en 1% tijdwaarschijnlijkheid)
–
Op een niet-voorkeurfrequentie mag de veldsterkte op de grens met het buurland en bepaald op 10 m hoogte niet meer bedragen dan 20 dBµV/m (voor analoge systemen: 50% plaats- en 10% tijdwaarschijnlijkheid, voor digitale systemen: 50% plaats- en 1% tijdwaarschijnlijkheid)
Voor systemen met een kanaalraster groter dan 25 kHz gelden voornoemde voorwaarden eveneens, maar de maximale veldsterkte van 20 dBµV/m mag verhoogd worden met 6 × log10 (kanaalraster (in kHz) / 25 kHz)dB.
De vergunninghouder kan afwijken van de voorwaarden voor het frequentiegebruik in de grensgebieden voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden vermeld in ‘Agreement between the Telecommunications Administrations of the Netherlands, Belgium, Luxembourg, France and Germany concerning the approval of planning arrangements between operators of mobile radio communication networks’ (bijlage 4).
Bijlagen op Cd-rom behorende bij de vergunning d.d. .......... 2005, nummer AT-EZ/.........., verleend aan .......... voor het gebruik van frequentieruimte ten behoeve van PAMR.
Bijlage 2
Agreement on the co-ordination of the frequency bands 410–430 MHz and 440–470 MHz concluded between the Administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, The Netherlands and Switzerland
Bijlage 3
Agreement between the administrations of Austria, Belgium, the Czech Republic, Germany, France, Hungary, the Netherlands, Croatia, Italy, Liechtenstein, Lithuania, Luxembourg, Poland, Romania, the Slovak Republic, Slovenia, and Switzerland, on the co-ordination of frequencies between 29.7 MHz and 39.5 GHz for the fixed service and the land mobile service (Berlijnovereenkomst 2003)
Bijlage 4
Agreement between the Telecommunications Administrations of the Netherlands, Belgium, Luxembourg, France and Germany concerning the approval of planning arrangements between operators of mobile radio communication networks
Bijlage 5
Bijlage, behorende bij de vergunning d.d. .......... 2005, nummer AT-EZ/.........., verleend aan .......... voor het gebruik van frequentieruimte ten behoeve van PAMR.
De gegevens1De vergunninghouder dient er rekening mee te houden dat de hierboven vermelde gegevensstructuur kan worden gewijzigd. bedoeld in artikel 6 van de vergunning zijn:
Per basisstation zijn de volgende gegevens vereist:
1
ASSFREQ
zendfrequentie
11
99999.99999
2
XHZ
M voor MHz, K voor KHz
1
X
3
ADDFREQ
ontvangfrequentie
11
99999.99999
4
YHZ
M voor MHz, K voor KHz
1
X
5
RSA
straal werkingsgebied (km)
5
99999
6
DATEPIU
datum ingebruikname
9
DD-MMM-JJ
7
DATELMUT
datum laatste wijziging
9
DD-MMM-JJ
8
LOCATIONTX
plaats zender
20
X(20)
9
TXLONGI
coördinaten OL zender
8
999X9999
10
TXLATI
coördinaten NB zender
7
99X9999
11
POWER
vermogen (erp.) van de zender in de hoofdstraalrichting in dBW
5
S999.9
12
DIRNONDIRS
directioneel/non-directioneel zender (D of N)
1
X
13
AZIMUTHS
hoofdstraalrichting zender
5
999.9
14
BEAMWIDTHS
openingshoek (3dB) zender
6
999.99
15
AHEIGHTS
antennehoogte zender (m)
6
9999.9
16
LOCATIONRX
plaats ontvanger
20
X(20)
17
RXLONGI
coördinaten OL ontvanger
8
999X9999
18
RXLATI
coördinaten NB ontvanger
7
99X9999
19
DIRNONDIRR
directioneel/non-directioneel ontvanger (D of N)
1
X
20
AHEIGHTR
antennehoogte ontvanger (mtr)
6
9999.9
21
AZIMUTHR
hoofdstraalrichting ontvanger
5
999.9
22
BEAMWIDTHR
openingshoek (3dB) ontvanger
6
999.99
23
CHANNEL
kanaalnummer
3
X (3)
Per systeem (net) zijn de volgende gegevens vereist:
En als deze vestigingsplaats niet dezelfde is als de statutaire zetel van het hoofdbestuur
Plaats statutaire zetel: ..........
Plaats zetel hoofdbestuur: ..........
Recent uittreksel uit het handelsregister
Er is wel/geen* recent uittreksel, niet ouder dan een maand gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag, van het handelsregister bijgevoegd.
Vertegenwoordigingsbevoegdheid
Lijst van degenen die bevoegd zijn om de onderneming rechtsgeldig te vertegenwoordigen. Met daarbij vermeld de beperkingen die eventueel met betrekking tot de vertegenwoordigingsbevoegdheid gelden:
1.
.............. handtekening ..............
2.
.............. handtekening ..............
3.
.............. handtekening ..............
4.
.............. handtekening ..............
5.
.............. handtekening ..............
Indien meer dan vijf personen bevoegd zijn om de onderneming rechtsgeldig te vertegenwoordigen kunt u deze aangeven op een aparte bijlage.
A.2. Schriftelijke verklaring omtrent de juistheid van gegevens
1.
De onderneming is wel/geen* rechtspersoon, opgericht in overeenstemming met het recht van een van de lidstaten van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en heeft zijn statutaire zetel, zijn hoofdbestuur of zijn hoofdvestiging binnen de Europese Economische ruimte.
2.
De onderneming verkeert wel/niet* in staat van faillissement
3.
De onderneming heeft wel/geen* surseance van betaling aangevraagd.
4.
Er is wel/geen* substantieel beslag gelegd op bedrijfsmiddelen van de onderneming.
Indien er beslag is gelegd op bedrijfsmiddelen van de onderneming:
Omvang beslag: ..........
Verklaring notaris
Ondergetekende, notaris te .......... (plaatsnaam)
verklaart zonder voorbehoud dat de informatie die in deze aanvraag is verstrekt onder A.1 en A.2 onder 1 en 2, door hem is geverifieerd en juist en volledig is bevonden, en verklaart zonder voorbehoud dat de informatie die in deze aanvraag is verstrekt onder A.2 onder 3 en 4, door hem naar beste kunnen is geverifieerd en naar zijn oordeel juist en volledig is.
Naam: ..........
Plaats: ..........
Datum: ..........
Handtekening
..............................
Ondertekening
De bestuurder verklaart zonder voorbehoud dat de informatie die in deze aanvraag is verstrekt juist en volledig is
.......... (naam van een bank die is gevestigd in een van de lidstaten van de Europese Unie of in een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en die is onderworpen aan toezicht van De Nederlandsche Bank dan wel gelijkwaardig toezicht van een aan De Nederlandsche Bank gelijkwaardige bank die is gevestigd in een van de lidstaten van de Europese Unie of in een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte)*, gevestigd te .........., mede kantoorhoudende te .........., hierna te noemen: ‘de Bank’;
dat .......... (naam deelnemer), rechtspersoon naar .......... (het recht van een van de lidstaten van de Europese Unie of van een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte) recht, waarvan de zetel is gevestigd te .........., kantoorhoudende te .........., hierna te noemen: ‘de Deelnemer’, voornemens is een bod in de PAMR veiling uit te brengen teneinde een vergunning als bedoeld in art. 3.3, eerste lid, van de Telecommunicatiewet te verwerven;
c.
dat de minister met betrekking tot de verlening van een PAMR vergunning regels heeft gesteld. Deze regels zijn vastgelegd in de Regeling aanvraagprocedure en veiling gebruiksrecht frequentieruimte voor PAMR;
d.
dat de minister op grond van deze regels van de Deelnemer verlangt dat deze een bankgarantie doet stellen ter zekerheid van de gestanddoening door de Deelnemer van zijn bod in de veiling, hierna te noemen: ‘de Vordering’, aan de Staat der Nederlanden, rechtspersoon naar Nederlands recht, waarvan de zetel is gevestigd te ’s-Gravenhage, hierna te noemen: ‘de Staat’;
e.
dat de Deelnemer de Bank heeft verzocht een onherroepelijke en onafhankelijke bankgarantie te stellen ten behoeve van de Staat, welke op eerste verzoek van de Staat betaalbaar is;
2. Verbindt zich tot het navolgende:
1.
De Bank stelt zich bij wijze van zelfstandige verbintenis tot een bedrag van .......... (zegge: ..........), onherroepelijk garant jegens de Staat voor de betaling van al hetgeen de Staat blijkens een schriftelijke verklaring van de Staat ter zake van de Vordering van de Deelnemer te vorderen heeft, aldus dat de Bank zich verbindt het gevorderde bedrag als eigen verplichting aan de Staat te voldoen.
2.
De Bank verbindt zich om als eigen schuld op eerste verzoek en op de enkele schriftelijke mededeling van de Staat zonder overlegging van enig ander document of opgaaf van redenen te verlangen, aan de Staat te voldoen het bedrag dat de Staat verklaart ter zake van de Vordering van de Deelnemer te vorderen te hebben, met dien verstande dat de Bank nimmer gehouden is aan de Staat meer te voldoen dan het hiervoor vermelde maximumbedrag.
Zulks met inachtneming van:
3.
Deelberoepen onder deze bankgarantie zijn mogelijk. Het maximumbedrag van deze bankgarantie wordt met een bedrag gelijk met dat van elk deelberoep verlaagd.
4.
De bankgarantie vervalt na ontvangst door de Bank van een per aangetekende brief gezonden schriftelijke verklaring van een in Nederland ingeschreven advocaat van de Staat dat de bankgarantie is vervallen en in ieder geval één jaar na datum van ondertekening van deze garantie, tenzij de Bank tenminste één maand voor de einddatum van de garantie per aangetekende brief een schriftelijke verklaring van een in Nederland ingeschreven advocaat van de Staat heeft ontvangen dat een procedure tussen de Staat en de aanvrager ter zake van de Vordering nog aanhangig is, in welk geval de garantie telkens voor een nieuwe termijn van een jaar geldig is.
5.
Deze bankgarantie wordt beheerst door Nederlands recht. Geschillen ter zake van deze bankgarantie kunnen uitsluitend worden voorgelegd aan de bevoegde Nederlandse rechter te ’s-Gravenhage.
6.
Na verval van deze bankgarantie kan de Staat geen enkele aanspraak meer maken jegens de Bank uit hoofde van deze bankgarantie en is de Staat op verzoek van de Bank verplicht het origineel van deze bankgarantie aan de Bank terug te geven.
Plaats:
Datum:
[naam Bank en ondertekening]
* hetgeen in het bovenstaande cursief is gedrukt moet door de Bank worden ingevuld.