Artikel
1
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
-
b.
visvergunning: aan een ondernemer ten aanzien van een vissersvaartuig toegekende visvergunning als bedoeld in artikel 1 van de Regeling visvergunning;
- c.
-
d.
verordening: verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van de Europese Unie van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PbEG L 337);
-
e.
vissersvaartuig: vaartuig dat gebruikt wordt voor de uitoefening van de bedrijfsmatige visserij, dat overeenkomstig artikel 1, tweede lid, van de Uitvoeringswet Visserijverdrag 1967 als Nederlands geldt en dat overeenkomstig het bij of krachtens het besluit bepaalde staat geregistreerd;
-
f.
brutoton: maat ter bepaling van de scheepsinhoud overeenkomstig bijlage I van het op 23 juni 1969 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag betreffende de meting van schepen (Trb. 1970, 122 en 194);
-
g.
meetbrief: document als bedoeld in artikel 4 van de Meetbrievenwet 1981;
-
h.
directeur: directeur Visserij van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
-
i.
segment: segment als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van de Regeling visvergunning;
-
j.
lengte over alles: lengte als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van Verordening (EEG) nr. 2930/86 van de Raad van de Europese Gemeenschap van 22 september 1986 houdende definities van de kenmerken van vissersvaartuigen (PbEG L 274);
-
k.
zeedag: aaneengesloten tijdvak van 24 uur waarin een vissersvaartuig niet in de haven ligt;
-
l.
contingent: contingent als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel g, van de Regeling contingentering zeevis;
-
m.
garnalenvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren verleend voor het vissen met enig vistuig geschikt voor het vangen van garnalen (Crangon, crangon) in de visserijzone, het zeegebied of de kustwateren.