Wet van 8 september 2005, houdende wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs om meer ruimte te scheppen voor samenwerking tussen in die wetten geregelde onderwijsinstellingen

Wijzigingswet Wet op het voortgezet onderwijs, enz. (ruimte scheppen voor samenwerking tussen onderwijsinstellingen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, in de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs meer ruimte te scheppen voor samenwerking tussen scholen voor voortgezet onderwijs onderling en met instellingen voor educatie en beroepsonderwijs, om te bevorderen dat meer onderwijsdeelnemers die bijzondere aandacht behoeven, de onderwijsinstelling met een diploma verlaten, onderwijsdeelnemers meer kansen hebben om vervolgonderwijs met gunstig resultaat te volgen, en onderwijsvoorzieningen doelmatiger worden gebruikt;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

I

Wijzigt de Wet op het voortgezet onderwijs.

Artikel

II

Wijzigt de Wet educatie en beroepsonderwijs.

Artikel

III

Evaluatie

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zendt, in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, binnen vier jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel

IV

Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap , M. J. A. van der Hoeven
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit , C. P. Veerman
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner