Artikel
1
Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
minister:
de minister van onderwijs, cultuur en wetenschap;
-
b.
bevoegd gezag:
het bevoegd gezag van een school of instelling als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs;
-
c.
school:
een uit ’s Rijks kas bekostigde school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, dan wel een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
-
d.
primair onderwijs:
het onderwijs, bedoeld in de Wet op het primair onderwijs;
-
e.
voortgezet onderwijs:
het onderwijs, bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs;
-
f.
BVE:
het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie, bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs;
-
g.
een opleidingsschool:
een school waar een relatief groot deel van de formatie wordt bezet door leraren die nog in opleiding zijn en die veelal na het afronden van de lerarenopleiding elders een betrekking zullen vinden;
-
h.
een academische school:
een school die de opleidingsfunctie combineert met een sterk op de praktijk gerichte onderzoeks- en innovatiecomponent;
-
i.
format:
het in de bijlage bij deze regeling opgenomen format ‘projectvoorstel subsidieregeling Dieptepilot voor de opleidingsschool en de academische school 2005–2008’.