Subsidieregeling dieptepilot voor de opleidingsschool en academische school 2005–2008

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Besluit:

Artikel

1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel

2

Doelomschrijving

De regeling heeft als doel dat een aantal scholen zich, in aansluiting op de doelstellingen uit de beleidsagenda lerarenopleidingen 2005–2008 op het punt van opleiden in de school, ontwikkelen tot academische school of opleidingsschool die dient als goed praktijkvoorbeeld. De scholen waarvoor in het kader van deze regeling subsidie wordt verstrekt, onderzoeken aan de hand van een project in de eigen praktijk onder welke voorwaarden die school een succes kan zijn, welke investeringen dat van een school vraagt en op welke wijze de kwaliteit van het opleiden in de school duurzaam kan worden geborgd en toetsbaar gemaakt.

Artikel

3

Subsidie

Een bevoegd gezag kan in aanmerking komen voor subsidie indien uit een, op een projectvoorstel volgend, projectplan dat is opgesteld overeenkomstig artikel 8, blijkt dat het project leidt tot het praktijkvoorbeeld bedoeld in artikel 2 eerste volzin.

Artikel

4

Subsidieplafond

Artikel

5

Maximum bedrag per project en maximum aantal toe te kennen projecten

Artikel

6

Aanvrager en aanvraagprocedure

Artikel

7

Beoordelingscriteria voor de projectvoorstellen

Artikel

8

Beoordelingscriteria voor de projectplannen

Artikel

9

Bestedingsverplichting

Artikel

10

Betaling

De subsidie wordt in drie termijnen betaald, achtereenvolgens op uiterlijk 1 juli 2006, 1 juni 2007 en 1 maart 2008, met dien verstande dat betaling van de tweede en derde termijn alleen geschiedt onder de voorwaarde van goedkeuring van de in artikel 11 bedoelde tussenrapportage.

Artikel

11

Tussenrapportage en eindverantwoording

Artikel

12

Informatieplicht

De subsidieontvanger werkt mee aan door of namens de minister ingestelde onderzoekingen die erop gericht zijn de minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid.

Artikel

13

Bekendmaking

De regeling zal met format en toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Artikel

14

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na plaatsing in de Staatscourant. De regeling vervalt op 1 januari 2011.

Artikel

15

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als de ‘Subsidieregeling dieptepilot voor de opleidingsschool en academische school 2005–2008’.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,M.J.A. van derHoeven

Bijlage

Format ‘projectvoorstel subsidieregeling Dieptepilot voor de opleidingsschool en de academische school 2005–2008’

Vooraf

Voor u ligt het format dat dient als projectvoorstel zoals genoemd in artikel 6 ‘Aanvrager en aanvraagprocedure’ van de subsidieregeling Dieptepilot voor de opleidingsschool en de academische school 2005–2008.

Het projectvoorstel dient uiterlijk ingediend te zijn op 31 oktober 2005, om 12.00 uur, per e-mail, op het volgende adres: opleidenindeschool@KPMG.nl. Projectvoorstellen die na dit tijdstip worden ingeleverd, komen niet in aanmerking. Per e-mail ingediende projectvoorstellen dienen vervolgens ook schriftelijk ingediend te worden (in 3-voud) op één van de onderstaande adressen:

(E-mailadres: opleidenindeschool@kpmg.nl)

(Postadres: KPMG Business Advisory Services B.V., Afdeling IG&H, kamer E-235, postbus 74500, 1070 DB Amsterdam)

(Bezorgadres: KPMG Business Advisory Services B.V., Afdeling IG&H, kamer E-235, Burgermeester Rijnder⁠slaan 10-20, 1185 MC, Amstelveen)

Aan de indiening van een format zijn geen rechten te ontlenen. Bij onduidelijkheden is subsidieverstrekker gemachtigd bij de subsidieaanvrager nadere toelichting te (doen) vragen.

Gegevens aanvrager

Naam bevoegd gezag:

Postadres:

Postcode:

Plaats:

Nummer bevoegd gezag:

Contactpersoon

Naam: O M O V

......................................................

Telefoon:

Telefax:

E-mailadres:

Hoofdstuk 1. Algemene gegevens (maximaal te behalen score: 9%)

  • a.

    Kiest u voor de opleidingsschool of voor de academische school? (max. score: 0%)

  • b.

    Gegevens van de deelnemende scholen/instellingen (max. score: 2%)1Inclusief de scholen/instellingen vallend onder het bestuur van de subsidieaanvrager

    • 1.

      Naam school/instelling:

      Postadres:

      Postcode:

      Plaats:

      BRINnummer van de school/instelling:

    • 2.

      Naam en bestuursnummer van het bevoegd gezag van deze school:

      Postadres:

      Postcode:

      Plaats:

      Onderwijssoort:

      O PO

      O VO

      O BVE

    (Voor iedere deelnemende school/instelling de onder b gevraagde gegevens invullen)

    Geef kort weer waarom deze scholen/instelling en bevoegde gezagsorganen deelnemen en met welke rol.

  • c.

    Gegevens van de opleiding(en) voor onderwijspersoneel waarmee in het kader van deze regeling wordt samengewerkt (het betreft hier de opleidingen voor leraren basisonderwijs, en/of voortgezet onderwijs en eventueel ROC(’s)/opleiding(en) voor onderwijsondersteunend personeel).

    (max. score: 4%)

    Naam van de opleiding:

    Postadres:

    Postcode:

    Plaats:

    Geef kort weer waarom met deze instelling wordt samengewerkt en wat de beoogde rol van de instelling zal zijn.

    (Voor iedere opleiding waarmee wordt samengewerkt deze gegevens invullen)

  • d.

    Gegevens (beoogde) andere partners in het project (bijv. hoogleraren, lectoren, wetenschappers, schoolbegeleidingsdiensten). Het kan daarbij gaan om personen en/of instellingen. (max. score: 3%)

    Naam van partner:

    Postadres:

    Postcode:

    Plaats:

    Geef kort weer waarom met deze partner wordt samengewerkt en wat de beoogde rol van de partner zal zijn.

    (Voor iedere partner de onder d gevraagde gegevens invullen)

Hoofdstuk 2. Motivatie (maximaal te behalen score: 15%)

  • a.

    Geef aan waarom u mee wilt doen? (max. score: 10%)

    Omschrijf uw motivatie/drijfveren om mee te doen en maak duidelijk hoe deze aansluit(en) op de voor de dieptepilot benoemde doelstellingen.

  • b.

    Waarom moeten we uw project kiezen? (max. score: 5%)

    Beschrijf kort wat het bijzondere is aan uw project. Waarin onderscheidt uw project zich? Waaruit blijkt dat?

Hoofdstuk 3. Doelstelling en resultaat (maximaal te behalen score: 20%)

  • a.

    Wat is/zijn uw doelstellingen voor het project? (max. score: 10%)

    Omschrijf uw hoofd- en subdoelstellingen en geef daarbij aan wat de beoogde resultaten zijn. Doelstellingen en bijbehorende resultaten dienen specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden te zijn. Minimaal dient u iets aan te geven over:

    Als opleidingsschool

    • de hoeveelheid op te leiden leraren (in iedere geval het absolute aantal en de verhouding tussen op te leiden leraren en de aanwezige formatie OP (in fte’s))

    • het duurzaam waarborgen van de kwaliteit

    • het benutten van de opgedane ervaring (bijvoorbeeld in relatie tot de samenwerking of de overdracht van kennis)

    • het doel van de samenwerking met de opleidingen(en) voor onderwijspersoneel

    Als academische school

    • het verbinden met schoolontwikkeling, onderwijsinnovatie en onderzoek

    • het duurzaam waarborgen van de kwaliteit

    • het benutten van de opgedane ervaring (bijvoorbeeld in relatie tot de samenwerking of de overdracht van kennis)

    • het doel van de samenwerking met de opleidingen(en) voor onderwijspersoneel en voorzover van toepassing met de overige partners in het project.

  • b.

    Wat is de toegevoegde waarde van uw project aan de doelen benoemd voor het opleiden in de school/de academische opleidingsschool? (max. score: 10%)

    Geef aan hoe de door u geformuleerde doelstellingen en resultaten toegevoegde waarde leveren aan de voor het opleiden in de school benoemde doelstellingen.

Hoofdstuk 4. Ervaring (maximaal te behalen score: 20%)

  • a.

    Waar staat u nu? (max. score: 10%)

    Beschrijf kort wat uw huidige profiel is met opleiden in de school. Welke activiteiten en investeringen heeft u eerder al gedaan?

  • b.

    Geef kort weer hoe uw integraal personeelsbeleid (IPB) is geënt op het opleiden in de school? (max. score: 5%)

    Waaruit blijkt dat?

  • c.

    Geef kort weer hoe u in de praktijk bekostiging koppelt aan de kwaliteit van het proces ‘Opleiden in de school’? (max. score: 5%)

    Langs welke weg stuurt en waarborgt u de kwaliteit van het proces ‘Opleiden in de school’ gegeven de beschikbare gelden en te maken kosten?

Hoofdstuk 5. Inhoud van het project (maximaal te behalen score: 21%)

  • a.

    Wat is uw ambitie? (max. score:2%)

    Beschrijf kort het thema waarop de ontwikkeling en verdieping in uw project zich richt.

  • b.

    Beschrijf kort de hoofdstappen binnen uw project. (max. score: 2%)

    Geef op hoofdlijnen de voorgenomen activiteiten aan.

  • c.

    Borging en continuïteit. (max. score: 2%)

    Beschrijf kort hoe de kwaliteit van het opleiden in de school in uw project duurzaam geborgd wordt, ook na afloop van de projectperiode, zonder afbreuk te doen aan de overige onderwijsprocessen.

  • d.

    De inhoud van de samenwerking met de opleidingen voor onderwijspersoneel en andere partners in het project. (max. score: 5%)

    Beschrijf kort waar de samenwerking in het project op is gericht. Welke activiteiten verwacht u van uw partners in de projectperiode?

  • e.

    Mensen in opleiding voor een bevoegdheid. (max. score: 4%)

    • 1.

      Wat is de omvang van uw personeelsbestand dat direct een bijdrage levert aan het primair onderwijsproces?

      • Hoeveel FTE (uitgesplitst naar leidinggevend, onderwijzend en ondersteunend personeel)?

      • Hoeveel mensen (idem)?

    • 2.

      Welk deel van dat personeelsbestand (in % en in absolute aantallen van dat totale bij het primair proces betrokken personeelsbestand, uitgesplitst naar leidinggevend, onderwijzend en ondersteunend personeel) wordt bezet door mensen die nog (mede aan uw school) in opleiding zijn voor de werkzaamheden die ze feitelijk verrichten?

    • 3.

      Welk deel van het nog in opleiding zijnd personeel (weer in % en in absolute aantallen van dat totale bij het primair proces betrokken personeelsbestand, uitgesplitst naar leidinggevend, onderwijzend en ondersteunend personeel) was al bij u in dienst voor zij die werkzaamheden en de opleiding daarvoor begonnen?

    • 4.

      Heeft u de intentie om het aandeel werknemers in opleiding te vergroten? Kunt u hier een toelichting op geven?

    • 5.

      Beschrijf kort de doelgroepen die zullen worden opgeleid:

      (bijv. zij-instromers, lio’s, onderwijsondersteunend personeel dat wordt opgeschoold tot leraar, opleiding tot onderwijsassistent in samenwerking met het ROC, etc.)

  • f.

    Beschrijf kort op welke wijze het project ten dienste staat van andere scholen in de regio.

    (max. score: 2%)

  • g.

    Financiering van het project. (max. score: 4%)

    Totale geschatte projectkosten: € ......... (100%)

    Aan te vragen subsidie (bij benadering): € ......... (max. 70% met een plafond van € 400.000 p. jaar)

    Door de aanvrager te financieren aandeel: € ......... (min. 30%)

    De eigen middelen die voor het project worden aangewend, moeten zijn berekend op werkelijk te maken kosten en reële tarieven.

    Hebt u nog andere subsidies/fondsen aangevraagd voor het doel van dit project? Zo ja, geef aan welke, het bedrag en voor welk tijdvak die financiering is bedoeld. Is (of zijn) die aanvraag/aanvragen gehonoreerd of per wanneer heeft u daar duidelijkheid over?

Hoofdstuk 6. Onderkende risico’s (maximaal te behalen score: 15%)

Omschrijf de door u onderkende risico’s voor uw project en de daarbij te nemen maatregelen.

Hoofdstuk 7. Ondertekening (maximaal te behalen score: 0%)

Ondergetekende verklaart dat hij/zij bekend is met de voorwaarden en procedures van de Subsidieregeling Dieptepilot voor de opleidingsschool en de academische school 2005–2008

Aldus naar waarheid ingevuld.

Bevoegd gezag aanvrager:

Naam:

Functie:

Plaats:

Datum:

Handtekening bevoegd gezag: