Wet van 10 november 2005, houdende bevordering van het naar arbeidsvermogen verrichten van werk of van werkhervatting van verzekerden die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn en tot het treffen van een regeling van inkomen voor deze personen alsmede voor verzekerden die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om werknemers die gedeeltelijk arbeidsgeschikt worden deel te laten blijven nemen aan het arbeidsproces alsmede om een inkomensverzekering te regelen voor deze werknemers en voor werknemers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn geworden en in verband daarmee een nieuwe wet vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Definities en algemene bepalingen

§

1.1

Diverse algemene begrippen

Artikel

1

Algemene begrippen

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel

1a

Artikel

2

Gelijkstelling niet-gehuwden met gehuwden

Artikel

3

Woon- en vestigingsplaats

§

1.2

Begrip volledig en duurzaam arbeidsongeschikt en gedeeltelijk arbeidsgeschikt

Artikel

4

Definitie volledig en duurzaam arbeidsongeschikt

Artikel

5

Definitie gedeeltelijk arbeidsgeschikt

Gedeeltelijk arbeidsgeschikt is hij die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling slechts in staat is met arbeid ten hoogste 65% te verdienen van het maatmaninkomen per uur, doch die niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is.

Artikel

6

Nadere bepalingen definitie volledig en duurzaam arbeidsongeschikt en definitie gedeeltelijk arbeidsgeschikt

§

1.3

Begrip verplicht verzekerde

Artikel

7

De verplicht verzekerde

Artikel

8

De werknemer

Artikel

9

Uitbreiding werknemerschap

Als werknemer wordt mede beschouwd:

  • a.

    in bij ministeriële regeling aan te wijzen gevallen de persoon, die:

    • in een kalenderweek ten minste vijf arbeidsuren minder heeft dan zijn gemiddeld aantal arbeidsuren per kalenderweek of een aantal arbeidsuren heeft dat ten hoogste gelijk is aan de helft van zijn gemiddeld aantal arbeidsuren per kalenderweek als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel a, van de Werkloosheidswet, doch aan wie geen uitkering wordt verleend op grond van enige bepaling van die wet of van een regeling als bedoeld in onderdeel b; of

    • als gevolg van de regels gesteld in de ministeriële regeling op grond van artikel 1a, tweede lid, geen arbeidsuren minder heeft als bedoeld onder 1°;

  • b.

    de persoon, die wegens werkloosheid niet werkt en die op grond van een bij ministeriële regeling aan te wijzen, van overheidswege getroffen regeling, uitkering ontvangt.

Artikel

10

Nawerking verzekering

§

1.4

Begrip werkgever

Artikel

11

De werkgever

§

1.5

Het begrip loon en het begrip dagloon

Artikel

12

Het loon

Artikel

13

Dagloon en maandloon

Artikel

13a

Opnieuw vaststellen dagloon

Artikel

14

Indexering

§

1.6

Het begrip arbeidsverleden

Artikel

15

Arbeidsverleden

Hoofdstuk

2

De verzekering

§

2.1

De verzekering

Artikel

16

De verzekerden

Naast de op grond van artikel 7 verplicht verzekerde personen en de op grond van artikel 10 als verzekerd beschouwde personen zijn op grond van deze wet en de daarop berustende bepalingen eveneens verzekerd personen die zich vrijwillig hebben verzekerd op grond van paragraaf 2 van dit hoofdstuk.

Artikel

17

Aaneensluitende verzekeringen

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen gelden aaneensluitende verzekeringen op grond van deze wet als één verzekering.

§

2.2

De vrijwillige verzekering

Artikel

18

Verplichte toelating tot vrijwillige verzekering

Artikel

19

Indiening verzoek en aanvang vrijwillige verzekering

Artikel

20

Beëindiging vrijwillige verzekering

Het UWV beëindigt de vrijwillige verzekering:

  • a.

    op verzoek van de vrijwillig verzekerde met ingang van een door hem te bepalen datum;

  • b.

    met ingang van de dag, waarop de termijn van vijf jaar, bedoeld in artikel 18, tweede lid, onderdeel a, is verstreken;

  • c.

    met ingang van de dag, waarop de werkzaamheden, bedoeld in artikel 18, tweede lid, worden beëindigd en de vrijwillig verzekerde niet langer geacht kan worden inkomsten te verkrijgen wegens eindiging van die werkzaamheden dan wel inkomsten te derven in geval van ziekte;

  • d.

    met ingang van de dag, waarop de vrijwillig verzekerde verplicht verzekerd wordt op grond van deze wet;

  • e.

    indien de verschuldigde premie over een periode van twee volle kalendermaanden niet, niet volledig of niet tijdig wordt betaald; of

  • f.

    indien niet langer wordt voldaan aan andere vereisten voor toelating tot de vrijwillige verzekering, bedoeld in artikel 18, tweede lid.

Artikel

21

Hoogte dagloon en WGA-uitkering vrijwillige verzekering

Artikel

21a

Nadere regels UWV

Het UWV stelt nadere regels met betrekking tot de vrijwillige verzekering. Deze regels bevatten in ieder geval bepalingen met betrekking tot:

  • a.

    de toelating tot de vrijwillige verzekering;

  • b.

    het einde van de vrijwillige verzekering; en

  • c.

    het dagloon, bedoeld in artikel 21, eerste lid.

Artikel

22

Schakelbepaling

Voorzover daarvan in deze paragraaf niet wordt afgeweken zijn de overige artikelen van deze wet en de daarop berustende bepalingen van overeenkomstige toepassing op deze paragraaf.

Hoofdstuk

3

De wachttijd en de verlenging van de loondoorbetalingsverplichting

Artikel

23

De wachttijd

Artikel

24

Vrijwillige loondoorbetaling werkgever

Artikel

25

Reïntegratieverplichtingen en verplichte loondoorbetaling werkgever

Artikel

26

Vangnetsituaties

Hoofdstuk

4

Rechten en plichten in verband met het recht op een uitkering op grond van deze wet

§

4.1

Verplichtingen van de verzekerde

Artikel

27

Informatieplicht en medewerking aan controle

Artikel

28

Plichten ter voorkoming van ontstaan en bestaan van recht op uitkering op grond van deze wet

Artikel

29

Plichten gericht op vergroten van mogelijkheden tot het verrichten van arbeid

Artikel

30

Plichten gericht op inschakeling in de arbeid

Artikel

31

Plichten wettelijk vertegenwoordiger

De plichten, bedoeld in artikel 27, 28, 29, 30 en 64, derde lid, worden, indien de in die artikelen genoemde verzekerde een wettelijk vertegenwoordiger heeft, door die vertegenwoordiger nageleefd. Voorzover de plichten slechts door de verzekerde kunnen worden nageleefd, bevordert de wettelijk vertegenwoordiger die naleving.

Artikel

32

Delegatiebevoegdheid

§

4.2

Rechten van de verzekerde en reïntegratie-instrumenten

Artikel

33

Mogelijkheid geldend maken aanspraken en naleven plichten

De verzekerde die een aanvraag voor een uitkering heeft ingediend, of een recht heeft op een uitkering op grond van deze wet wordt door zijn werkgever in de gelegenheid gesteld tot het geldend maken van de hem op grond van deze wet en de daarop berustende bepalingen toekomende aanspraken en tot het nakomen van de hem op grond van deze wet en de daarop berustende bepalingen opgelegde verplichtingen, voorzover de uitoefening van die bevoegdheden en de nakoming van die verplichtingen niet buiten de arbeidstijd kan geschieden.

Artikel

34

Recht op ondersteuning bij arbeidsinschakeling van UWV

Artikel

34a

Voorzieningen ter bevordering en ondersteuning van arbeid als zelfstandige

Artikel

35

Arbeidsplaatsvoorzieningen en voorzieningen ter ondersteuning van toeleiding naar arbeid

Artikel

36

Subsidieregeling werkgever

Artikel

37

Proefplaatsing

Artikel

37a

Loonkostensubsidie

Vervallen

Artikel

37b

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan de persoon, die recht heeft op een WGA-uitkering, en voor wie de kans op inschakeling in het arbeidsproces gering is en die daardoor vooralsnog niet bemiddelbaar is op de arbeidsmarkt, onbeloonde additionele werkzaamheden laten verrichten gedurende maximaal twee jaar. Artikel 10a, tweede tot en met tiende lid, van de Participatiewet is van overeenkomstige toepassing.

§

4.3

Bevoegdheden en verplichtingen van het UWV

Artikel

38

Controlevoorschriften

Het UWV kan controlevoorschriften vaststellen. Deze voorschriften gaan niet verder dan strikt noodzakelijk is voor een juiste uitvoering van deze wet.

Artikel

39

Reïntegratie-aanpak door het UWV

Artikel

40

Instroomcijfers WIA

Vervallen

Artikel

41

Periodieke beoordeling volledig en duurzaam arbeidsongeschikte met geringe kans op herstel

Vervallen

Artikel

41a

Reiskostenvergoeding

In door het UWV vast te stellen gevallen worden reiskosten, verblijfkosten en tijdverlies vergoed van personen die door het UWV zijn opgeroepen en van hun begeleiders indien de toestand van de persoon begeleiding noodzakelijk maakt.

§

4.4

Verplichtingen van de eigenrisicodrager

Artikel

42

Reïntegratieplicht eigenrisicodrager

Hoofdstuk

5

Uitsluitingsgronden voor het recht op een uitkering

Artikel

43

Uitsluitingsgronden

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen worden de volgende uitsluitingsgronden onderscheiden:

Artikel

44

Nadere bepalingen met betrekking tot vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen

Artikel

45

Nadere bepalingen met betrekking tot in Nederland wonen

Artikel

46

Arbeidsongeschiktheid en gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid bij aanvang van de verzekering

Vervallen

Artikel

46a

Niet meewerken aan medisch onderzoek vóór recht op uitkering

Indien voor het vaststellen van het recht op uitkering op grond van deze wet, in het kader van een aanvraag voor de toekenning van een uitkering op grond van deze wet, naar het oordeel van het UWV een medisch onderzoek nodig is en de betrokkene niet meewerkt aan dat onderzoek, blijven eventuele uit deze wet voortvloeiende aanspraken op een uitkering op grond van deze wet buiten aanmerking, voor zolang het recht op uitkering niet kan worden vastgesteld.

Hoofdstuk

6

Inkomensverzekering voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten

§

6.1

Bepalingen in verband met het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering

Artikel

47

Ontstaan van het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering

Artikel

48

Later ontstaan van het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering

Artikel

49

Eindigen van het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering

Artikel

50

Herleven van het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering

§

6.2

De duur en hoogte van de arbeidsongeschiktheidsuitkering

Artikel

51

De hoogte van de arbeidsongeschiktheidsuitkering

De arbeidsongeschiktheidsuitkering bedraagt per kalendermaand 75% van het maandloon.

Artikel

52

Inkomen tijdens het recht op de arbeidsongeschiktheidsuitkering

Artikel

53

Verhoging uitkering bij hulpbehoevendheid

Indien de verzekerde verkeert in een blijvende of voorlopig blijvende toestand van hulpbehoevendheid die geregeld oppassing en verzorging nodig maakt, wordt de arbeidsongeschiktheidsuitkering voor de duur van die hulpbehoevendheid verhoogd door vermenigvuldiging met ten hoogste een factor 100/75. De eerste zin vindt geen toepassing, indien de verzekerde in een inrichting is opgenomen en de kosten van verblijf ten laste van een zorgverzekering of een verzekering inzake ziektekosten komen.

Hoofdstuk

7

Uitkering in verband met werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten

§

7.1

Bepalingen in verband met het recht op een WGA-uitkering

Artikel

54

Ontstaan van het recht op een WGA-uitkering

Artikel

55

Later ontstaan van het recht op een WGA-uitkering

Artikel

56

Eindigen van het recht op een WGA-uitkering

Artikel

57

Herleven van een recht op een WGA-uitkering

Artikel

58

Referte-eis

§

7.2

De duur en hoogte van de WGA-uitkering

Artikel

59

De duur van de loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering

Artikel

60

De loonaanvullingsuitkering en de vervolguitkering van de WGA-uitkering

Artikel

61

De hoogte van de loongerelateerde uitkering en de loonaanvullingsuitkering van de WGA-uitkering

Artikel

62

De hoogte van de vervolguitkering van de WGA-uitkering

Artikel

63

Verhoging uitkering bij hulpbehoevendheid

Indien de verzekerde, die slechts in staat is om met arbeid ten hoogste 20% te verdienen van het maatmaninkomen per uur, verkeert in een blijvende of voorlopig blijvende toestand van hulpbehoevendheid welke geregeld oppassing en verzorging nodig maakt, wordt de WGA-uitkering voor de duur van die hulpbehoevendheid verhoogd door vermenigvuldiging met ten hoogste de factor 100/70. Voornoemde factor bedraagt ten hoogste 100/75 gedurende de eerste twee maanden van de loongerelateerde uitkering. De eerste zin vindt geen toepassing, indien de verzekerde in een inrichting is opgenomen en de kosten van verblijf ten laste van een zorgverzekering of een verzekering inzake ziektekosten komen.

Hoofdstuk

7a

Tegemoetkoming arbeidsongeschikten

Artikel

63a

Tegemoetkoming arbeidsongeschikten

Hoofdstuk

8

De aanvraag van de uitkering en de betaling van de uitkering door het UWV

§

8.1

De aanvraag van de uitkering

Artikel

64

Aanvraag van de uitkering

Artikel

65

Reïntegratieverslag bij aanvraag

De aanvraag voor een uitkering op grond van deze wet gaat vergezeld van een reïntegratieverslag als bedoeld in artikel 25, derde lid. De eerste zin is niet van toepassing voorzover artikel 26, eerste lid, toepassing vindt. Het UWV beoordeelt of de werkgever en de verzekerde dan wel de eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet en de personen, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van die wet, die laatstelijk tot hem in dienstbetrekking stonden in redelijkheid hebben kunnen komen tot de reïntegratie-inspanningen, die zijn verricht.

Artikel

66

Aanvraag van de uitkering bij verkorte wachttijd

§

8.2

De betaling van de uitkering door het UWV

Artikel

67

Betaalbaarstelling

Artikel

68

Betaling vakantiebijslag

Artikel

69

Opschorting betaling uitkering aan vreemdelingen

Artikel

69a

Opschorting betaling bij vertrek naar onbekende bestemming

Artikel

70

Betaling aan een minderjarige

Voorzover het betreft het in ontvangst nemen van een uitkering op grond van deze wet en het verlenen van kwijting voor de betaling daarvan, wordt een minderjarige met een meerderjarige gelijkgesteld. Indien de wettelijke vertegenwoordiger zich tegen de betaling aan de minderjarige schriftelijk verzet bij het UWV geschiedt de uitbetaling aan de wettelijke vertegenwoordiger.

Artikel

71

Betaling aan instellingen

Artikel

72

Betaling door UWV bij meerdere werkgevers

Artikel

73

Betaling in geval van samenloop

Artikel

74

Overlijdensuitkering

Artikel

75

Verjaringstermijn

Uitkeringen op grond van deze wet die niet in ontvangst zijn genomen of zijn ingevorderd binnen twee jaar na de dag van betaalbaarstelling worden door het UWV niet meer betaald.

Artikel

76

Intrekking en herziening beschikkingen

Artikel

77

Terugvordering

Artikel

79

Nadere regels tenuitvoerlegging onverschuldigde betaling

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van tenuitvoerlegging van de beschikking waarbij is vastgesteld dat onverschuldigd is betaald.

Artikel

79a

Schuldregeling

Artikel

80

Onvervreemdbaarheid van verstrekkingen

Hoofdstuk

9

Eigenrisicodragen door de werkgever

Artikel

82

Afbakening eigenrisico

Artikel

83

Periode van eigenrisicodragen

Artikel

84

Betaling bij eigenrisicodragen

Artikel

85

Vrijstelling aangifte ziekte

Vervallen

Artikel

87

Nadere regelgeving

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot dit hoofdstuk.

Hoofdstuk

10

Handhaving

Artikel

88

Maatregelen UWV

Artikel

89

Maatregelen eigenrisicodrager

Artikel

90

Afstemming maatregel

Artikel

91

Boete bij niet-nakoming inlichtingenverplichting

Artikel

92

Voorschriften rond voorgenomen boete-oplegging

Vervallen

Artikel

93

Nadere regels tenuitvoerlegging bestuurlijke boete

Vervallen

Artikel

94

Niet-oplegging van boete

Vervallen

Artikel

95

Termijnstelling van boete

Vervallen

Artikel

96

Invordering bestuurlijke boete

Artikel

97

Verrekening bestuurlijke boete bij recidive

Vervallen

Artikel

97a

In kennis stellen reïntegratiebedrijf van sanctie-oplegging

Indien het UWV de verzekerde de uitkering op grond van deze wet geheel of gedeeltelijk heeft geweigerd dan wel hem een bestuurlijke boete heeft opgelegd, stelt het UWV het reïntegratiebedrijf dat ten behoeve van die verzekerde werkzaamheden gericht op vergroting van de mogelijkheden tot het verrichten van arbeid of op inschakeling in arbeid verricht, van die beschikking in kennis, voorzover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden door het reïntegratiebedrijf.

Hoofdstuk

11

Invloed van de verzekering op het burgerlijk recht

Artikel

98

Samenloop aanspraken

Bij de vaststelling van de schadevergoeding waarop een persoon, die recht heeft op een uitkering op grond van deze wet, naar burgerlijk recht aanspraak kan maken in verband met zijn volledig en duurzame arbeidsongeschiktheid of gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid, houdt de rechter rekening met de aanspraken, die hij op grond van deze wet en de daarop berustende bepalingen heeft.

Artikel

99

Regresrecht UWV en eigenrisicodrager

Artikel

100

Regresrecht binnen arbeidsverhouding

Hoofdstuk

12

Bepalingen in verband met de Algemene wet bestuursrecht en de rechtsgang

§

12.1

Beslistermijnen

Artikel

101

Beslistermijn

Indien in verband met het geven van een beschikking een in het buitenland wonende persoon is opgeroepen en om die reden de beschikking niet binnen de redelijke termijn, bedoeld in artikel 4:13, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, gegeven kan worden, wordt die termijn verlengd met ten hoogste zes maanden en wordt de aanvrager van deze verlenging schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel

102

Bijzondere beslistermijnen

§

12.2

Bijzondere bepalingen in verband met medische beschikkingen

Artikel

103

Definitiebepalingen

Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder:

Artikel

104

Toestemming werknemer voor inzage medische stukken door werkgever

Vervallen

Artikel

105

Inzage door de gemachtigde

Artikel

106

Motivering medische beschikking

Artikel

107

Bekendmaking medische beschikking

Bij de bekendmaking van een medische beschikking wordt gewezen op de artikelen 105, 106 en 108.

Artikel

109

Onderzoek ter zitting met gesloten deuren

Artikel

110

Voorlopige voorziening en hoger beroep

Artikel 109 is van overeenkomstige toepassing bij de behandeling van het hoger beroep en bij de behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening.

§

12.3

Beslistermijnen in bezwaar en afzien horen belanghebbende

Artikel

112

Bijzondere beslistermijn in bezwaar

Artikel

113

Afzien van horen belanghebbende

Vervallen

§

12.4

Overige bepalingen in verband met de Algemene wet bestuursrecht en de rechtsgang

Artikel

115

Beperking bezwaar- en beroepsgronden werkgever

Het bezwaar of beroep van een werkgever of bank of verzekeraar, als bedoeld in artikel 40, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen tegen de in artikel 84 bedoelde betaling danwel tegen een in artikel 38, derde of vierde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, bedoelde opslag of korting kan niet zijn gegrond op de grief, dat een uitkering op grond van deze wet ten onrechte of tot een te hoog bedrag is vastgesteld.

Artikel

116

Beroep in cassatie

Artikel

117

Wijzigingen in uitkering na bezwaar of beroep door werkgever

Artikel

118

Afwijking 8:69 Awb

Vervallen

Hoofdstuk

13

Overgangsrecht

Artikel

121

Overgangsrecht in verband met nawerking verzekering

Artikel

123

Overgangsrecht met betrekking tot de vrijwillige verzekering

Artikel

123a

Overgangsrecht in verband met artikel 23, derde lid

In afwijking van artikel 23, derde lid, worden bij het bepalen van de wachttijd tot 1 september 2005 de volgende perioden in aanmerking genomen:

  • a.

    perioden waarin recht bestaat op ziekengeld als bedoeld in de Ziektewet en de daarop berustende bepalingen worden in aanmerking genomen en worden samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen;

  • b.

    perioden die niet al op grond van onderdeel a meetellen, maar waarin de verzekerde ongeschikt is geweest voor zijn arbeid.

Deze perioden worden samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen.

Bij het vaststellen van de periode van vier weken, bedoeld in dit artikel blijven perioden waarin uitkering in verband met zwangerschap en bevalling op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8 of 3:10, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, buiten beschouwing.

Artikel

123b

Overgangsrecht in verband met artikel 25, negende lid

Artikel

123c

Overgangsrecht in verband met artikel 59, zesde lid

Bij de toepassing van artikel 59, zesde lid, van deze wet is de duur van de te ontvangen loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering niet korter dan de nog resterende duur van de beëindigde en niet herleefde loongerelateerde uitkering op grond van de Werkloosheidswet.

Artikel

124

Overgangsrecht in verband met arbeidsongeschiktheid en gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid bij aanvang van de verzekering

Vervallen

Artikel

126

Overgangsrecht in verband met artikel 51

Vervallen

Artikel

127

Overgangsrecht betreffende de duur van de loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering

Voor de verzekerde wiens recht op uitkering ontstaat voor 1 januari 2008, wordt artikel 59, eerste lid, als volgt gelezen:

Artikel

128

Overgangsrecht in verband met artikel 99, vierde lid

In gedingen aangevangen voor het van toepassing worden van artikel 99, vierde lid, bepaalt de rechter op verzoek van een van de partijen of ambtshalve een termijn waarbinnen partijen de gelegenheid wordt geboden hun stellingen en conclusies voor zover nodig aan te passen aan artikel 99, vierde lid. Stelt de rechter partijen tot een zodanige aanpassing in de gelegenheid, dan staat tegen die beslissing geen rechtsmiddel open; wijst de rechter een daartoe strekkend verzoek af, dan staat een rechtsmiddel daartegen slechts gelijktijdig met de einduitspraak open.

Artikel

129

Overgangsrecht betreffende arbeidsplaatsvoorzieningen ex Wet REA toegekend aan niet-zelfstandigen

De voorziening die op de dag voorafgaand aan de dag waarop artikel 22 respectievelijk artikel 31 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten op grond van artikel 2.10 van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen vervallen, is toegekend op grond van artikel 22 of artikel 31 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, wordt voor de duur van het tijdvak waarvoor deze voorziening is toegekend en voorzover die voorziening niet is verstrekt in het kader van de inschakeling in de arbeid als zelfstandige, aangemerkt als een voorziening als bedoeld in artikel 35.

Artikel

130

Overgangsrecht inzake publicatie instroomcijfers WGA

Vervallen

Artikel

131

Overgangsrecht inzake delegatiebevoegdheid nadere regels maatregeloplegging

Artikel

132

Overgangsrecht inzake werkgeverssubsidie ex Wet REA

De subsidie die op de dag voorafgaand aan de dag waarop artikel 16 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten op grond van artikel 2.10 van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen vervalt, was toegekend op grond van artikel 16 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten wordt voor de duur van het tijdvak waarvoor die subsidie op grond van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten is toegekend aangemerkt als subsidie als bedoeld in artikel 35.

Artikel

133

Overgangsrecht inzake de periode van eigenrisicodragen

Vervallen

Artikel

133c

Overgangsrecht in verband met de inwerkingtreding van de Wet van 12 december 2007, houdende regels tot bevordering van de activering van personen die aanspraak maken op een uitkering op grond van de Ziektewet (Stb. 553) en de Wet wijziging verrekening inkomsten met ziekengeld

Ten aanzien van personen van wie de eerste dag van de wachttijd is gelegen:

Artikel

133d

Artikel 37a vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

133e

Overgangsbepaling in verband met artikel 34a

Artikel

133g

Overgangsrecht in verband met opzegging of beëindiging voorlopige toepassing verdragen

Artikel

133h

Overgangsrecht inzake loonkostensubsidie

Vervallen

Artikel

133i

Overgangsrecht in verband met artikel 59

Vervallen

Artikel

133k

Overgangsrecht in verband met aanvraag voorzieningen en subsidie

Artikel

133l

Afbakening eigenrisico voor werkgevers die uiterlijk 1 juli 2015 eigenrisicodrager zijn geworden

Artikel

133m

Hoofdstuk

14

Strafbepalingen

Artikel

134

Strafbepaling overtreding wetsartikel

De werkgever die niet voldoet aan de verplichting, bedoeld in artikel 33, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie.

Artikel

135

Verval van recht tot strafvordering

Vervallen

Artikel

136

Overtredingen

Het in artikel 134 bedoelde strafbare feit is een overtreding.

Hoofdstuk

15

Slotbepalingen

Artikel

137

Vervallen particuliere verzekering

Artikel

139

Evaluatiebepaling

Onze minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel

140

Nummering

Voor de plaatsing in het Staatsblad stelt Onze Minister de nummering van de artikelen, paragrafen en hoofdstukken van deze wet opnieuw vast waarbij rekening wordt gehouden met de artikelen die in het bij koninklijke boodschap van 17 mei 2005 ingediende voorstel van wet, betreffende regels omtrent de invoering en financiering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen alsmede met betrekking tot de intrekking van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) (Kamerstukken II 2004/05, 30 118, nr. 2) worden ingevoegd en brengt hij de in deze wet voorkomende aanhalingen van artikelen, paragrafen en hoofdstukken met de nieuwe nummering in overeenstemming.

Artikel

141

Inwerkingtreding

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

142

Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid , A. J. de Geus
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner