Besluit van 15 december 2005, houdende vaststelling van regels ter uitwerking van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Besluit verplichte beroepspensioenregeling)

Besluit verplichte beroepspensioenregeling

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 oktober 2005, nr. AV/PB/05/80703;
De Raad van State gehoord (advies van 21 november 2005, no. W.12.05.0465/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 december 2005, nr. AV/PB/2005/95808;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Paragraaf

1

Definities

Artikel

1

Definities

Paragraaf

2

Gelijke behandeling bij beroepspensioenfondsen

Artikel

2

Ruilvoet en opbouwkeuzevoet

Artikel

3

Afkoop kleine pensioenen

Paragraaf

3

Procedureregels bij het recht op waardeoverdracht

Artikel

4

Informatieverplichting recht op waardeoverdracht

De pensioenuitvoerder informeert de rechthebbende bij beëindiging en bij aanvang van de deelname aan de beroepspensioenregeling terstond over zijn recht op waardeoverdracht als bedoeld in artikel 41 van de wet.

Artikel

5

Verzoek opgave informatie aan overnemende pensioenuitvoerder

Artikel

6

Verzoek opgave informatie aan overdragende pensioenuitvoerder

Artikel

7

Opgave informatie aan de pensioenuitvoerder

De overdragende pensioenuitvoerder verstrekt de opgave of de voorlopige opgave, bedoeld in artikel 6, binnen twee maanden na ontvangst van het daartoe strekkende verzoek aan de overnemende pensioenuitvoerder.

Artikel

8

Opgave informatie aan de rechthebbende

De overnemende pensioenuitvoerder verstrekt de opgave of voorlopige opgave, bedoeld in artikel 6, binnen twee maanden na ontvangst aan de rechthebbende onder vermelding van de aanspraken die zullen voortvloeien uit de waardeoverdracht en de wijze waarop de aanspraken in de beroepspensioenregeling, ondergebracht bij de overnemende pensioenuitvoerder, zullen worden behandeld.

Artikel

9

Verzoek tot waardeoverdracht

Artikel

10

Afhandeling waardeoverdracht

Artikel

11

Overschrijding termijnen

Overschrijding van de in deze paragraaf gestelde termijnen door de overdragende of overnemende pensioenuitvoerder wordt de rechthebbende niet tegengeworpen.

Paragraaf

4

Rekenregels bij het recht op waardeoverdracht

Artikel

12

Berekening afkoopsom

Artikel

13

Afkoopsom niet gelijk aan waarde gefinancierde deel van de aanspraken

Indien de afkoopsom niet gelijk is aan de waarde van het gefinancierde deel van de aanspraken, komt het verschil ten gunste, respectievelijk ten laste, van de overdragende pensioenuitvoerder.

Artikel

14

Aanwenden van afkoopsom

Artikel

15

Behandeling aanspraken na waardeoverdracht

Paragraaf

5

Actuariële en bedrijfstechnische nota

Artikel

16

Inhoud actuariële en bedrijfstechnische nota

De actuariële en bedrijfstechnische nota, bedoeld in artikel 61, eerste lid, van de wet bevat in ieder geval een beschrijving van:

  • a.

    de hoofdlijnen van het interne beheersingssysteem en van de opzet van de administratieve organisatie en interne controle;

  • b.

    voorzover van toepassing procedures en criteria voor het deelnemerschap;

  • c.

    de aanspraken die voor de deelnemers, gewezen deelnemers of hun nabestaanden voortvloeien uit de beroepspensioenregeling;

  • d.

    de uit de aangegane verplichtingen voortspruitende risico’s die in eigen beheer zijn gehouden dan wel zijn herverzekerd of overgedragen;

  • e.

    de financiële opzet; en

  • f.

    de financiële sturingsmiddelen.

Artikel

17

De financiële opzet

De beschrijving van de financiële opzet, bedoeld in artikel 16, onderdeel e, bevat in ieder geval een beschrijving van:

  • a.

    de reservering;

  • b.

    het premiebeleid;

  • c.

    het beleggingsbeleid; en

  • d.

    de wijze waarop bij de reservering, het premiebeleid en het beleggingsbeleid rekening is gehouden met eventuele voorwaardelijke indexering.

Artikel

18

De financiële sturingsmiddelen

De beschrijving van de financiële sturingsmiddelen, bedoeld in artikel 16, onderdeel f, bevat in ieder geval een beschrijving van de sturingsmogelijkheden van het beroepspensioenfonds ten aanzien van het premiebeleid, het beleggingsbeleid alsmede van het beleid met betrekking tot de aanpassingen van de aanspraken.

Artikel

19

Het beleggingsbeleid

De beschrijving van het beleggingsbeleid, bedoeld in artikel 17, onderdeel c, bevat in ieder geval een beschrijving van:

  • a.

    het strategisch beleggingsbeleid, waarin opgenomen een beschrijving van de beleggingsdoelstelling, de samenstelling van de beoogde beleggingsportefeuille alsmede de mate waarin van de beoogde beleggingsportefeuille mag worden afgeweken;

  • b.

    de beoogde omvang van het weerstandsvermogen gegeven het beleggingsbeleid;

  • c.

    de opzet van de uitvoering van de vermogensbeheersactiviteiten;

  • d.

    de wijze van risicometing en –beheersing, met name van marktrisico’s en kredietrisico’s;

  • e.

    de opzet van de resultaatsevaluatie met betrekking tot de onderwerpen genoemd in de onderdelen a, b, c en d; en

  • f.

    de waarderingsgrondslag van de beleggingen op de balans.

Artikel

20

Afwijking in geval van overdracht of herverzekering van risico’s

Voorzover risico’s zijn overgedragen of herverzekerd overeenkomstig artikel 57 van de wet kan de beschrijving, bedoeld in de artikelen 17, 18 en 19, beperkt blijven tot een verwijzing naar wat daarover in de betreffende overeenkomsten is opgenomen.

Artikel

21

Uitgangspunten oordeelsvorming De Nederlandsche Bank N.V.

De beschrijvingen die de actuariële en bedrijfstechnische nota bevat op grond van de artikelen 16 tot en met 20 zijn zodanig dat De Nederlandsche Bank N.V. op basis van die beschrijvingen tot een oordeel kan komen over de wijze waarop voldaan wordt aan de artikelen 32, 59 en 60 van de wet.

Paragraaf

6

Staten beroepspensioenfondsen

Artikel

22

Invulling staten door beroepspensioenfondsen

Artikel

23

Indieningstermijn staten

Artikel

24

Indieningsprocedure staten

Artikel

25

Ontheffing verplichting indiening staten

De Nederlandsche Bank N.V. kan een beroepspensioenfonds ontheffing verlenen van de verplichting om bepaalde staten of gedeelten daarvan in te dienen. Artikel 23, tweede lid, tweede en derde zin, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel

26

Kwartaalrapportages beleggingen

Ieder beroepspensioenfonds dat voor eigen rekening en risico belegt, dient binnen zes weken na afloop van ieder kwartaal bij De Nederlandsche Bank N.V. gegevens in omtrent zijn beleggingen.

Paragraaf

7

Verstrekking niet-vertrouwelijke gegevens beroepspensioenfondsen

Artikel

27

Verstrekking niet-vertrouwelijke gegevens beroepspensioenfondsen

Onze Minister en de Sociaal Economische Raad kunnen kosteloos uit de door De Nederlandsche Bank N.V. op grond van artikel 70, eerste lid, van de wet verzamelde gegevens beschikken over gegevens uit de statuten en reglementen van beroepspensioenfondsen, alsmede over gegevens uit beslissingen die op grond van de statuten en reglementen worden genomen, die geen vertrouwelijk karakter hebben en die niet zijn persoongegevens als bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming persoonsgegevens.

Paragraaf

8

Wijziging andere besluiten

Artikel

28

Wijziging Besluit staten pensioenfondsen

Wijzigt het Besluit staten pensioenfondsen.

Artikel

29

Wijziging Uitvoeringsbesluit pensioenaspecten Sociaal Akkoord 2004

Wijzigt het Uitvoeringsbesluit pensioenaspecten Sociaal Akkoord 2004.

Artikel

30

Wijziging Besluit gebruik sofi-nummer Wbp

Wijzigt het Besluit gebruik sofi-nummer Wbp.

Paragraaf

9

Slotbepalingen

Artikel

31

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Artikel

32

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit verplichte beroepspensioenregeling.

Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid , A. J. de Geus
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner