Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 december 2005, Directie Arbeidsmarkt, nr. AM/SAM/05/102561, houdende regels met betrekking tot het verstrekken van subsidie als bijdrage in de kosten van de begeleiding naar en de deelname aan een leer-/werktraject en een premie voor de verwezenlijking van de uitstroom van een persoon die gesubsidieerd werk verricht (Tijdelijke stimuleringsregeling leer-/werktrajecten)
leer-/werktraject: traject waarbij arbeid, verricht in een dienstbetrekking met een overeengekomen arbeidsduur van ten minste 12 uur per week, wordt gecombineerd met scholing, al dan niet tezamen met een EVC-traject, en dat strekt tot het behalen van een certificaat of een diploma behorende bij een in het Centraal Register Beroepsopleidingen opgenomen opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, dan wel een certificaat of diploma van een in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs opgenomen opleiding;
f.
Minister: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
uitstroom: in een periode van minimaal 18 maanden en maximaal 30 maanden, te rekenen vanaf de aanvang van het leer-/werktraject, ononderbroken in dienstbetrekking werkzaam zijn geweest, waarvan in ieder geval de laatste zes maanden in een reguliere dienstbetrekking met een overeengekomen arbeidsduur van ten minste 12 uur per week.
Artikel
2
Subsidie leer-/werktrajecten en uitstroom
De Minister verleent op aanvraag:
a.
subsidie als bijdrage in de kosten van begeleiding naar en deelname aan een leer-/werktraject door een persoon die in ieder geval in de periode van 1 januari 2004 tot het tijdstip van aanvang van het leer-/werktraject ononderbroken werkzaam is geweest in een gesubsidieerde dienstbetrekking;
b.
uitstroomsubsidie voor de verwezenlijking van uitstroom met betrekking tot de persoon ten aanzien van wie op grond van onderdeel a subsidie is vastgesteld.
Artikel
3
Subsidieplafond
1
Het subsidieplafond bedraagt € 33.000.000,–.
2
Voor het bepalen van het bereiken van het subsidieplafond wordt de subsidie, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, vermeerderd met de uitstroomsubsidie, bedoeld in artikel 2, onderdeel b.
3
Op de aanvragen voor de subsidie, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt in volgorde van datum van binnenkomst beslist, waarbij uitsluitend volledige aanvragen in behandeling worden genomen. Van een volledige aanvraag is sprake indien wordt voldaan aan artikel 5.
4
Indien de subsidieaanvrager in de gelegenheid wordt gesteld zijn onvolledige aanvraag aan te vullen, geldt als datum van binnenkomst de datum van ontvangst van de volledige aanvraag.
5
Indien toekenning van aanvragen die op dezelfde datum zijn binnengekomen leidt tot overschrijding van het subsidieplafond, wordt, in afwijking van het derde lid, met betrekking tot die aanvragen de volgorde door loting vastgesteld.
De subsidieaanvrager maakt bij de indiening van de aanvraag voor de subsidie, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, gebruik van het daartoe door de Minister beschikbaar gestelde formulier, dat is ingericht overeenkomstig het model van bijlage 1 van deze regeling.
een opgave van naam, adres, woonplaats en geboortedatum van de persoon die aan het leer-/werktraject deelneemt, dan wel zal deelnemen;
b.
een verklaring van de subsidieaanvrager, inhoudende dat de persoon, bedoeld in onderdeel a, in ieder geval in de periode van 1 januari 2004 tot het tijdstip van aanvang van het leer-/werktraject ononderbroken werkzaam is geweest in een gesubsidieerde dienstbetrekking;
c.
bescheiden waaruit blijkt dat ten behoeve van de persoon, bedoeld in onderdeel a, in het kader van het leer-/werktraject scholing, al dan niet tezamen met een EVC-traject, wordt gerealiseerd die strekt tot het behalen van een certificaat of een diploma behorende bij een in het Centraal Register Beroepsopleidingen opgenomen opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, dan wel een certificaat of diploma van een in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs opgenomen opleiding, vergezeld van een opgave van de overeengekomen, dan wel overeen te komen scholingsduur;
d.
bescheiden waaruit blijkt dat de persoon, bedoeld in onderdeel a, op of na 1 september 2005 start met het leer-/werktraject;
e.
bescheiden waaruit blijkt dat de persoon, bedoeld in onderdeel a, tijdens het leer-/werktraject ten minste 12 uur per week werkzaam is in dienstbetrekking met een overeengekomen duur van ten minste 12 maanden;
f.
een verklaring van de subsidieaanvrager, inhoudende dat met betrekking tot het begeleiden naar en deelnemen aan een leer-/werktraject door de persoon, bedoeld in onderdeel a, loonkosten volledig uit anderen hoofde worden betaald;
g.
een verklaring van een representatieve organisatie van werknemers, inhoudende dat die organisatie instemt met de aanvraag voor de subsidie, bedoeld in artikel 2, onderdeel a.
3
De Minister ontvangt de aanvraag voor de subsidie, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, uiterlijk 31 juli 2006.
Artikel
6
Beslissing aanvraag
De Minister beslist binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag.
Artikel
7
Subsidieaanvraag uitstroomsubsidie
De aanvraag voor de uitstroomsubsidie, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt onder gebruikmaking van het daartoe door de Minister beschikbaar gestelde formulier, dat is ingericht overeenkomstig het model van bijlage 2 van deze regeling, ingediend tezamen met de verantwoording, bedoeld in artikel 13, eerste lid.
Artikel
8
Subsidieverlening en omvang subsidie
1
Subsidieverlening vindt plaats op basis van individuele personen die aan een leer-/werktraject deelnemen en van individuele personen die voldoen aan de omschrijving van uitstroom, bedoeld in artikel 1, onderdeel h.
Op een aanvraag met betrekking tot de subsidie, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, of de uitstroomsubsidie, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt in ieder geval afwijzend beslist indien de aanvraag voor de subsidie, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, de aanvraag voor de uitstroomsubsidie, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, het leer-/werktraject, of de uitstroom niet voldoet aan de op grond van deze regeling gestelde voorwaarden en voorschriften.
Artikel
11
Voorschot
Indien de subsidie, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt verleend, zendt de Minister aan de subsidieaanvrager een beschikking tot verlening van die subsidie met een voorschotverlening van 80% van die verleende subsidie.
Artikel
12
Administratieve verplichtingen
Het college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor dat de administratie voor de uitvoering van deze regeling zodanig is ingericht dat, naast een nauwkeurige en inzichtelijke vastlegging van de inkoop en de deelname aan leer-/werktrajecten en de gerealiseerde uitstroom, alle overige van belang zijnde vastleggingen en bewijsstukken ten behoeve van het besluitvormings-, uitvoerings-, controle- en verantwoordingsproces zichtbaar en controleerbaar zijn vastgelegd. Artikel 12, eerste lid, van de Algemene Regeling SZW-subsidies is niet van toepassing.
Artikel
13
Verantwoording
1
De Minister ontvangt van de subsidieaanvrager uiterlijk 42 maanden, te rekenen vanaf de datum van de beschikking tot verlening van de subsidie, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, een verantwoording met betrekking tot die subsidie. De verantwoording is voorzien van een declaratie, die is ingericht overeenkomstig het model van bijlage 3 van deze regeling.
2
Bij de declaratie, bedoeld in het eerste lid, wordt overgelegd:
a.
een afschrift van het door de persoon op wie de declaratie met betrekking tot de subsidie, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, betrekking heeft, behaalde certificaat of diploma, dan wel indien de deelname aan het leer-/werktraject niet heeft geleid tot het behalen van een certificaat of een diploma, bescheiden waaruit blijkt dat die persoon ten minste 80% van de overeengekomen scholingsduur van het leer-/werktraject feitelijk scholing heeft gevolgd; en
b.
bescheiden waaruit blijkt dat de persoon op wie de declaratie met betrekking tot de subsidie, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, betrekking heeft, tijdens het leer-/werktraject ten minste 12 maanden in dienstbetrekking werkzaam is geweest.
3
De verantwoording en, indien het totale bedrag van de door een subsidieaanvrager ingediende declaraties met betrekking tot de subsidie, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, vermeerderd met het totale bedrag dat de door die subsidieaanvrager aan uitstroomsubsidie, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is aangevaagd, € 50.000,– of meer bedraagt, de verklaring van een accountant, bedoeld in artikel 16 van de Algemene regeling SZW-subsidies, met betrekking tot dat totale bedrag, zijn ingericht overeenkomstig de modellen van bijlagen 4 en 5 van deze regeling. De verklaring van een accountant is gebaseerd op een controle die is uitgevoerd overeenkomstig het in bijlage 6 van deze regeling voorgeschreven controle- en rapportageprotocol.
4
Indien bij de verantwoording, bedoeld in het eerste lid, een aanvraag voor de uitstroomsubsidie, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt ingediend, worden bij deze aanvraag bescheiden overgelegd waaruit blijkt dat de aanvraag betrekking heeft op een persoon die voldoet aan de omschrijving van uitstroom, bedoeld in artikel 1, onderdeel h.
Met het toezicht op de naleving van deze regeling zijn belast de daartoe bij besluit van de Minister aangewezen ambtenaren van het Agentschap SZW en de Auditdienst, beide onderdeel van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
2
De subsidieaanvrager verleent aan de toezichthouders alle medewerking die dezen redelijkerwijs kunnen vorderen bij de uitoefening van hun bevoegdheden.
Artikel
16
Evaluatie
De subsidieaanvrager verleent op verzoek van de Minister medewerking aan een door de Minister ingesteld evaluatieonderzoek, bedoeld om te beoordelen in welke mate de subsidie een bijdrage heeft geleverd aan het realiseren van leer-/werktrajecten en uitstroom.
Artikel
17
Inwerkingtreding
1
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006 en vervalt met ingang van 1 januari 2011.
2
In afwijking van het eerste lid blijft de regeling, zoals die onmiddellijk voor de datum waarop deze vervalt luidt, van toepassing op de financiële afwikkeling van de subsidie van de Minister aan de subsidieaanvrager.
Artikel
18
Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke stimuleringsregeling leer-/werktrajecten.
Deze regeling zal met de toelichting en bijlage 1 in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlagen 2 tot en met 6 van deze regeling worden met ingang van 1 januari 2007 ter inzage gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.
Den Haag
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.A.L. vanHoof
Bijlage
1
Bijlage
2
Ligt per 1 januari 2007 ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.
Bijlage
3
Ligt per 1 januari 2007 ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.
Bijlage
4
Ligt per 1 januari 2007 ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.
Bijlage
5
Ligt per 1 januari 2007 ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.
Bijlage
6
Ligt per 1 januari 2007 ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.