Verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren van 9 februari 2006, houdende vaststelling van voorschriften met het oog op het welzijn van konijnen in de konijnenhouderij (Verordening welzijnsnormen konijnen (PPE) 2006)

Verordening welzijnsnormen konijnen (PPE) 2006

Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren;

Besluit:

§

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. productschap:

Productschap Pluimvee en Eieren;

b. bestuur:

bestuur van het productschap;

c. voorzitter:

voorzitter van het productschap;

d. konijnen:

dieren van de soort Oryctolagus cuniculus, behorende tot de orde der Lagomorpha, die worden gehouden voor de productie van nakomelingen bestemd voor menselijke consumptie of voor de productie van konijnenvlees bestemd voor menselijke consumptie;

e. konijnenhouder:

de ondernemer die konijnen houdt;

f. voedsters:

alle vrouwelijke konijnen die ten minste eenmaal zijn gedekt of geïnsemineerd waaronder niet-gespeende jongen;

g. vleeskonijnen:

jonge konijnen vanaf het spenen tot de leeftijd van ca. 80 dagen;

h. opfokkonijnen:

nog niet dekrijpe konijnen die worden gehouden voor de fokkerij, vanaf de leeftijd van ca. 80 dagen tot de eerste dekking of inseminatie;

i. fokrammen:

mannelijke konijnen die ten minste éénmaal gedekt hebben óf waar ten minste éénmaal sperma van is afgenomen en bestemd zijn voor het fokken van vleeskonijnen of fokmateriaal;

j. spenen:

het scheiden van de jonge konijnen van de voedster;

k. kooi:

afgesloten ruimte bestemd voor het houden van konijnen;

l. nestkast:

de ruimte, verbonden met de kooi, waar de voedster haar jongen werpt;

m. nestmateriaal:

bodemmateriaal voor de nestkast;

n. groep:

aantal konijnen dat samen in een kooi is gehuisvest;

o. uitvalpercentage:

het aantal niet-levend afgevoerde gespeende konijnen gedeeld door (het aantal aangekochte gespeende konijnen vermeerderd met het aantal levende gespeende konijnen) vermenigvuldigd met 100 procent.

§

2

Huisvesting

Artikel

2

§

3

Verrijking leefomgeving

Artikel

3

§

4

Stalklimaat

Artikel

4

§

5

Voervoorzieningen

Artikel

5

§

6

Dekleeftijd

Artikel

6

De minimale leeftijd van een opfokkonijn voor de 1e dekking of inseminatie bedraagt 15 weken.

§

7

Controle door de konijnenhouder

Artikel

7

§

8

Uitval

Artikel

8

§

9

Administratie

Artikel

9

§

10

Controle verplichting

Artikel

10

Artikel

11

§

11

Toezicht

Artikel

12

§

12

Handhaving

§

13

Gegevensverwerking

Artikel

14

§

14

Overgangsbepalingen

Artikel

15

§

15

Ontheffing

Artikel

16

§

16

Slotbepaling

Artikel

17

Zoetermeer
J.J. Ramekers voorzitter
S.B.M. Jongerius secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 5 april 2006.

Bijlage

1

1) b

10

c

10

d

10

e

5

35

2) a

10

b

10

c

5

25

4) a

5

b of c

20

d

10

f

5

40

Totaal

100