Besluit van 17 maart 2006, houdende regels voor een uitkering ter stimulering van het organiseren door gemeenteraden van raadplegende referenda in verband met de benoeming van burgemeesters (Tijdelijk besluit bijdrage burgemeestersreferendum)

Tijdelijk besluit bijdrage burgemeestersreferendum

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mede namens Onze Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties van 7 februari 2006, 2006-0000028049, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving;
De Raad van State gehoord (advies van 23 februari 2006, nr. W04.06.0034/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mede namens Onze Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties van 9 maart 2006, 2006-0000066924, directie Constitutionele Zaken en Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en vervalt vier jaar na het tijdstip van inwerkingtreding, tenzij voor dat tijdstip een voorstel van wet bij de Staten-Generaal is ingediend waarin de specifieke uitkering wordt geregeld.

Artikel

6

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijk besluit bijdrage burgemeestersreferendum.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties , J. W. Remkes
De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties , A. Pechtold
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner