Beleidsregel van de Minister van Economische Zaken van 28 april 2006, nr. WJZ 6032376, houdende vaststelling van de procedure en het afwegingskader voor indiening, behandeling en beoordeling van optimalisatievoorstellen van commerciële FM-vergunninghouders (Beleidsregel optimalisatie commerciële FM-vergunningen)

Beleidsregel optimalisatie commerciële FM-vergunningen

De Minister van Economische Zaken,

Besluit:

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder

  • a.

    Agentschap Telecom: een dienst van het Ministerie van Economische Zaken die is belast met de uitvoering van en het toezicht op een aantal onderdelen van de Telecommunicatiewet;

  • b.

    vergunninghouder: houder van een op grond van artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet verleende vergunning voor commerciële omroep in de frequentieband 87.5 MHz tot en met 104.8 MHz;

  • c.

    vergunningparameters: technische karakteristieken verbonden aan het gebruik van de frequenties zoals vermeld in de aan de vergunninghouder verleende vergunning;

  • d.

    frequentiegebruiksrechten: frequentierechten die in de frequentiedatabase van Agentschap Telecom zijn aangemerkt als te beschermen frequentierechten waarbij de zerobase-norm als uitgangspunt geldt1De zerobase-norm wordt beschreven in de bijlage van het Aanvraagdocument verdeling frequenties voor commerciële radio-omroep 2003, Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen, 2003..

  • e.

    verzorgingsgebied: het gebied dat bepaald wordt door het gebruik van de toegewezen frequentie(s) en bijbehorende technische parameters waarvan de frequentiegebruiksrechten in de frequentiedatabase van Agentschap Telecom zijn aangemerkt als te beschermen frequentierechten;

  • f.

    netgebonden frequenties: frequenties bestemd voor commerciële omroep die worden gebruikt binnen een afstand van maximaal 400 kHz van een aan een vergunninghouder toegewezen frequentie, die alleen kunnen worden gebruikt door die ene vergunninghouder2Dit betekent dat de betreffende frequentie bij andersoortige inzet geheel of gedeeltelijk strijdig is met de frequentiegebruiksrechten van één of meer vergunninghouders. en dienen voor het oplossen van ontvangstproblemen;

  • g.

    optimalisatievoorstel: een voorstel dat door een vergunninghouder bij Agentschap Telecom is ingediend, dat bestaat uit een verzoek tot wijziging van een of meer vergunningparameters of een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor een of meer netgebonden frequenties die tot doel hebben een of meer ingediende ontvangstklachten op te lossen;

  • h.

    toename van het demografisch bereik: toename van het demografisch bereik die bij toewijzing van een optimalisatievoorstel wordt gerealiseerd uitgedrukt als percentage van de omvang van het verzorgingsgebied dat behoort bij de vergunning die aan de vergunninghouder is verleend. Het demografisch bereik wordt berekend conform de zerobase-norm.1De zerobase-norm wordt beschreven in de bijlage van het Aanvraagdocument verdeling frequenties voor commerciële radio-omroep 2003, Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen, 2003.

Artikel

2

In de onderhavige procedure worden ontvangstklachten die door vergunninghouders zijn ingediend en staan vermeld in bijlage B of bijlage II bij de brief van 13 april 2006 aan alle vergunninghouders gezamenlijk en in onderling verband behandeld overeenkomstig deze beleidsregel. Vergunninghouders dienen daartoe een of meer optimalisatievoorstellen in.

Artikel

3

Tot de procedure voor het oplossen van ingediende ontvangstklachten worden slechts toegelaten optimalisatievoorstellen die per fax op nummer 050-5877485 door Agentschap Telecom zijn ontvangen tussen 29 mei 2006, 09:00 uur en 9 juni 2006, 17:00 uur en waarmee een of meer ontvangstklachten worden opgelost die zijn vermeld in bijlage B of bijlage II bij de brief van 13 april 2006 aan alle vergunninghouders.

Artikel

4

Artikel

5

Een door een vergunninghouder ingediend optimalisatievoorstel wordt behandeld op basis van de algemene kaders die zijn op genomen in de bijlage bij deze beleidsregel.

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Voorstellen die met toepassing van artikel 7 niet kunnen worden toegewezen, worden afgewezen.

Artikel

9

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

10

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel optimalisatie commerciële FM-vergunningen.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Minister van Economische Zaken, L.J.Brinkhorst

Bijlage

als bedoeld in artikel 5

Algemene uitvoeringskaders met betrekking tot het afhandelen van de dossiers vermeld op bijlage B en II

Technische randvoorwaarden:

A. Bescherming NL-situatie

Bij een verplaatsing, aanpassing van de karakteristieken en de inzet van netgebonden steunzenders dient de interne Nederlandse situatie beschermd te worden, zoals aangegeven in het relevante deel uit het zerobase rapport:

Propagatiemodel

ITU Recommendation 370 met TCA en morfo

Ontvangstantenne

Non-directief

Hoogte ontvangstantenne

1,5 meter; met een morfografisch afhankelijke correctie om van 10 m. naar 1,5 m. om te rekenen

Polarisatiediscriminatie

Geen

Gewenst signaalniveau

50% plaats

50% tijd

Ongewenst signaalniveau

50% plaats

10% tijd & 50% tijd (worst case)1

Terrein-oneffenheid

Terrain Clearance Angle (TCA) conform ITU rec. 370-7

Protectieverhoudingen conventioneel geplande zenders voor respectievelijk continue/troposferische storing

0 kHz

40 dB/32 dB

100 kHz

30 dB/22 dB

200 kHz

–2 dB

300 kHz

–15 dB

400 kHz

–25 dB

Protectieverhoudingen voor SFN en NSF geplande zenders

0 kHz

2 .. 25 dB (afhankelijk van looptijd)

100 kHz

5 dB

200 kHz

–5 dB

300 kHz

–15 dB

400 kHz

–25 dB

Berekening interferentie

Methode sterkste stoorder

Ontvangst

Stereo

Minimum bruikbare veldsterkte

37 tot 43,5 dBμV/meter op 1,5 meter hoogte; afhankelijk van de morfografie.

Hierbij geldt:

  • de ‘groen-is-groen’ benadering

  • per beïnvloede frequentie de te hanteren pixelgrootte vaststellen.

B. Waterscheiding

Onder waterscheiding wordt verstaan: het beschermen van de lokale omroepzenders in de band 104.9 – 107.9 MHz. Om de frequenties binnen de LO-band te beschermen mag de beschermde veldsterkte, op de site en/of rasterpunten, niet overschreden worden.

De hieronder vermelde waardes gelden daarbij als uitgangspunt:

Lokaal Net Beschermde veldsterkte o.b.v. 50 Watt

0

40

58.1

6

100

19

50.8

2

25

45.7

2

26

44.9

2

44

34.5

2

45

34.1

2

200

19

44.8

2

21

42.9

2

300

12

40.6

2

29

23.7

2

400

8

37.7

2

* Eu is beschermde veldsterkte in dBμV/m

De berekeningen worden uitgevoerd met de volgende instellingen**:

Gewenst signaalniveau

50%/50%

Ongewenst signaalniveau

50%/10%

Delta-H

50 meter

Hoogte ontvangstantenne

10 meter

Ontvangst

Mono

E-min mono

48 dBµV/m

Sommatiemethode Eu

Powersum

Antennediscriminatie

geen

Polarisatiediscriminatie

geen

** Deze instellingen zijn gebaseerd op de huidige lokale omroepplanning. Ten gevolge van het, inmiddels opgestarte, optimalisatie-onderzoek lokale omroep kan de norm bijgesteld worden.

Coördinatieafspraken

Wijzigingen van vergunningsparameters, inclusief de inzet van nieuwe steunzenders, zullen in coördinatie worden gebracht.

Het moet hierbij gaan om een haalbaar verzoek en de gebruikelijke regels zijn daarbij indicatief om de haalbaarheid te beoordelen.

Agentschap Telecom bepaalt of er sprake is van een acceptabele toename van de Nederlandse bruikbare veldsterkte.

Vanwege de uniformiteit met betrekking tot het indienen van coördinatieverzoeken hanteren we het volgende uitgangspunt:

De nieuwe technische parameters, zoals coördinaten, antennehoogte en antennediagram, dus de gewenste situatie, worden als modificatie van de oorspronkelijke P- of C-status ingebracht.

Ten aanzien van het buitenland hanteren we de volgende maximale toenames van de bruikbare veldsterktes op de interferentiecontourpunten (berekend volgens Geneve’84 overeenkomst):

Engeland

0.5 dB

Denemarken

0.5 dB

Frankrijk

0.5 dB

Luxemburg

0.5 dB

België – Vlaanderen

0.2 dB

België – Wallonië

0.5 dB

Duitsland

87.6 – 104.8:

< 41dBW:

0.2 dB

≥ 41 dBW:

0.1 dB

104.9 – 107.9:

< 44 dBW:

0.2 dB

≥ 44dBW:

0.1 dB

Ten aanzien van Duitsland wordt tevens verwezen naar de bilaterale overeenkomst van 4 maart 2004.

Aanvullende randvoorwaarden

Inzet nieuwe frequenties

Indien gekozen wordt voor de inzet van nieuwe frequenties is dit uitsluitend toegestaan als deze frequenties netgebonden zijn.

Ook is het toegestaan een bestaande frequentie om te ruilen met een andere frequentie die onlosmakelijk met de oorspronkelijke frequentie is verbonden. Dat willen zeggen frequenties plus/min 300 kHz ten opzichte van de oorspronkelijke frequentie zoals vergund in 2003.

Steunzenderfrequenties worden, bij grootsignaalgedrag, uitsluitend ingezet als de zender die de grootsignaalproblematiek veroorzaakt, ≥ 10 KW bedraagt.

Grootte demografisch bereik

De ingediende wijzigingen van de parameters en/of de inzet van een steunzender mogen bij NLCO-vergunninghouders niet tot gevolg hebben dat het demografisch meer bedraagt dan 30% van de totale Nederlandse bevolking, zoals vastgelegd in het aanvraagdocument vergelijkende toets 2003.

Afgifte vergunning

Een vergunning wordt pas verleend als het coördinatieproces volledig is afgerond.