Besluit van 22 mei 2006, houdende regels omtrent de eisen waaraan de in EU-nieuwe aanpak richtlijnen opgenomen meetinstrumenten voldoen, voordat zij in de handel worden gebracht, in gebruik worden genomen of worden gebruikt, alsmede omtrent overeenstemmingsbeoordelingen van meetinstrumenten (Meetinstrumentenbesluit I)

Meetinstrumentenbesluit I

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 3 maart 2006, nr. WJZ 6015750;
Gelet op richtlijn nr. 2004/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 31 maart 2004, betreffende meetinstrumenten (PbEU L 135), richtlijn nr. 90/384/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 juni 1990 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake niet-automatische weegwerktuigen (PbEG L 189), en de artikelen 5, 9 en 26 van de Metrologiewet;
De Raad van State gehoord (advies van 21 april 2006, nr. W10.06.0064/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 18 mei 2006, nr. WJZ 6036397;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Metrologiewet;

  • b.

    richtlijn meetinstrumenten: richtlijn nr. 2004/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 31 maart 2004, betreffende meetinstrumenten (PbEU L 135);

  • c.

    richtlijn niet-automatische weegwerktuigen: richtlijn nr. 2009/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2009 betreffende niet-automatische weegwerktuigen (PbEU L 122);

  • d.

    fabrikant: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de overeenstemming van het meetinstrument met de bij of krachtens de wet gestelde eisen aan het instrument voordat het in de handel wordt gebracht of in gebruik wordt genomen, waarbij hij als doel heeft dat meetinstrument onder eigen naam in de handel te brengen of voor eigen doeleinden in gebruik te nemen;

  • e.

    CE-markering: markering, overeenkomstig het model van punt I.B.d) van de bijlage bij besluit nr. 93/465/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 juli 1993 betreffende de modules voor de verschillende fasen van de overeenstemmingsprocedures en de voorschriften inzake het aanbrengen en het gebruik van de CE-markering van overeenstemming (PbEG L 220);

  • f.

    instrumentspecifieke bijlage: bijlage MI-001, MI-002, MI-003, MI-004, MI-005, MI-006, MI-007, MI-008, MI-009 of MI-010 bij de richtlijn meetinstrumenten;

  • g.

    beoordelingsprocedurebijlage: bijlage A, A1, B, C, C1, D, D1, E, E1, F, F1, G, H of H1 bij de richtlijn meetinstrumenten;

  • h.

    niet-automatisch weegwerktuig: werktuig voor het bepalen van de massa van een lichaam met gebruikmaking van de werking van de zwaartekracht op dat lichaam, waarbij voor het wegen tussenkomst van een bedienaar noodzakelijk is, alsmede zodanige werktuigen die bovendien worden gebruikt voor het bepalen van met de massa verband houdende grootheden, hoeveelheden, parameters of kenmerken.

Hoofdstuk

2

Meettaken ten behoeve van een specifieke toepassing

Artikel

2

Een meettaak ten behoeve van een specifieke toepassing als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de wet is het bij het drijven van handel, bij levering uit hoofde van beroep of bedrijf en bij het vaststellen van belastingen of van andere heffingen:

  • a.

    meten van een stromende hoeveelheid gasvormige brandstof, al dan niet onder herleiding van de onder meetomstandigheden gemeten hoeveelheid naar een hoeveelheid onder basisomstandigheden, voor huishoudelijk gebruik, handelsgebruik of licht industrieel gebruik;

  • b.

    meten van binnen een stroomkring verbruikte actieve elektrische energie voor huishoudelijk gebruik, handelsgebruik of licht industrieel gebruik;

  • c.

    continu en dynamisch meten in volume of massa van stromende vloeistoffen met uitzondering van water, al dan niet onder herleiding van de onder meetomstandigheden gemeten hoeveelheid naar een hoeveelheid onder basisomstandigheden, binnen een gesloten leiding, ten behoeve van

    • 1°.

      het vaststellen van een hoeveelheid brandstof, al dan niet in de vorm van een vloeibaar gas, bij het tanken van motorvoertuigen, kleine schepen en kleine vliegtuigen;

    • 2°.

      het vaststellen van een hoeveelheid cryogene vloeistoffen;

    • 3°.

      het vaststellen van een hoeveelheid vloeistoffen bij het laden van schepen, of

    • 4°.

      het in andere gevallen vaststellen van een hoeveelheid vloeistoffen;

  • d.

    bepalen van de massa van een lichaam op grond van de werking van de zwaartekracht op dat lichaam, zonder tussenkomst van een bedienaar en volgens een vooraf bepaald programma van automatische processen, en in het bijzonder

    • 1°.

      het bepalen van de massa van vooraf samengevoegde afzonderlijke lasten of enkelvoudige lasten los materiaal, al dan niet met onderverdeling van artikelen met een verschillende massa of ter controle van voorverpakkingen;

    • 2°.

      het bepalen van de massa bij het vullen van houders met een vooraf bepaalde en vrijwel constante hoeveelheid bulkgoed;

    • 3°.

      het bepalen van de massa van bulkgoed door het in afzonderlijke lasten te verdelen, vervolgens de massa van de afzonderlijke last te bepalen en tenslotte de massa van de afzonderlijke lasten bij elkaar op te tellen;

    • 4°.

      het ononderbroken bepalen van de massa van bulkgoed op een continue bewegende transportband;

    • 5°.

      het bepalen van de massa van treinen en spoorwegwagons;

  • e.

    op basis van een door een afstandssignaalgenerator afgegeven signaal berekenen van afstand en het meten van tijdsduur in verband met het vaststellen van vergoedingen voor taxivervoer;

  • f.

    bepalen van de lengte van de randen van het kleinste omhullende rechthoekige parallellepipedum van een product;

  • g.

    meten van warmte die door een vloeistof in een warmtewisselaar wordt afgegeven, voor huishoudelijk gebruik, handelsgebruik of licht industrieel gebruik.

Artikel

3

Een meettaak ten behoeve van een specifieke toepassing als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de wet is het

  • a.

    bij het drijven van handel,

  • b.

    bij het berekenen van een recht, heffing, belasting, premie, boete, vergoeding of soortgelijke verschuldigde bedragen,

  • c.

    bij de toepassing van wettelijke regelingen of andere besluiten van bestuursorganen of voor gerechtelijke expertise,

  • d.

    bij het bepalen van de prijs op grond van de massa voor rechtstreekse verkoop aan het publiek en voor voorverpakte artikelen,

  • e.

    bij het bepalen van de massa in de medische praktijk voor het wegen van patiënten voor observatie, diagnose en medische behandelingen,

  • f.

    bij het bepalen van de massa voor de vervaardiging van medicijnen op voorschrift in de apotheek en het bepalen van de massa tijdens analyses die in medische en farmaceutische laboratoria worden uitgevoerd,

bepalen van de massa van een lichaam met gebruikmaking van de werking van de zwaartekracht op dat lichaam, waarbij voor het wegen tussenkomst van een bedienaar noodzakelijk is, al dan niet vergezeld gaand van het bepalen van met de massa verband houdende grootheden, hoeveelheden, parameters of kenmerken.

Hoofdstuk

3

Meetinstrumenten

§

1

Eisen aan meetinstrumenten

Artikel

4

Meetinstrumenten en onderdelen als bedoeld in de onderdelen a tot en met g voldoen voordat zij in de handel worden gebracht, in gebruik worden genomen of voor ingebruikneming verder worden verhandeld, aan de in bijlage I van de richtlijn meetinstrumenten opgenomen essentiële eisen en aan de toepasselijke essentiële eisen in de hierna bij het meetinstrument vermelde instrumentspecifieke bijlage:

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

§

2

Overeenstemmingsbeoordeling

Artikel

10

Een geregeld meetinstrument als bedoeld in artikel 4 of een meetinstrument als bedoeld in artikel 6 ondergaat, naar keuze van de fabrikant, één van de in de instrumentspecifieke bijlage voor dat instrument aangegeven overeenstemmingsbeoordelingen volgens de beoordelingsprocedurebijlagen.

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

§

3

Merktekens en opschriften

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

§

4

Overige bepalingen

Artikel

21

Bij ministeriële regeling kunnen ten aanzien van de toepassing van een bijlage van de richtlijn meetinstrumenten of van een bijlage van de richtlijn niet-automatische weegwerktuigen nadere regels worden gesteld.

Artikel

21a

Een wijziging van de richtlijn meetinstrumenten of van de richtlijn niet-automatische weegwerktuigen gaat voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Hoofdstuk

4

Overige en slotbepalingen

Artikel

22

Wijzigt het Besluit personenvervoer 2000.

Artikel

23

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

24

Dit besluit wordt aangehaald als: Meetinstrumentenbesluit I.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Economische Zaken , L. J. Brinkhorst
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner