Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 juni 2006, nr. AP/OKP/2006/24748, houdende regels voor verstrekking van subsidie ten behoeve van regionale samenwerkingsverbanden en landelijke expertisecentra lerarenopleidingen (Subsidieregeling regionale samenwerkingsverbanden en landelijke expertisecentra lerarenopleidingen 2006–2008)

Subsidieregeling regionale samenwerkingsverbanden en landelijke expertisecentra lerarenopleidingen 2006–2008

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Besluit:

§

1

Inleidende bepalingen

Artikel

1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel

2

Subsidieverstrekking ten behoeve van regionale samenwerkingsverbanden

Artikel

3

Subsidieverstrekking ten behoeve van landelijke expertisecentra

Artikel

4

Subsidieaanvrager

Subsidie als bedoeld in de artikelen 2 en 3 wordt slechts verleend aan:

  • a.

    universiteiten met een lerarenopleiding; of

  • b.

    hogescholen met een lerarenopleiding.

Artikel

5

Subsidieplafond

Artikel

6

Maximumbedragen

1 Het subsidiebedrag per regionaal samenwerkingsverband bedraagt 70% van de subsidiabele kosten, met dien verstande dat niet meer wordt verleend dan € 926.000,–.

§

2

Subsidieaanvraag

Artikel

7

Subsidieaanvraag ten behoeve van een regionaal samenwerkingsverband

Artikel

8

Subsidieaanvraag ten behoeve van een landelijk expertisecentrum

§

3

Subsidieverlening

Artikel

9

Criteria bij subsidieverlening

De minister voorziet in een gelijktijdige beslissing op aanvragen met betrekking tot soortgelijke projecten op basis van een vergelijking van hun geschiktheid om bij te dragen aan de doelstellingen van de subsidie.

Artikel

10

Beoordelingscommissie

Artikel

11

Oordeel beoordelingscommissie over subsidieaanvragen ten behoeve van regionale samenwerkingsverbanden

Artikel

12

Oordeel beoordelingscommissie over subsidieaanvragen ten behoeve van landelijke expertisecentra

Artikel

13

Beslistermijn minister regionaal samenwerkingsverband

De minister beslist uiterlijk op 1 december 2006 over elk van de aanvragen voor een regionaal samenwerkingsverband.

Artikel

14

Beslistermijn minister landelijk expertisecentrum

De minister beslist uiterlijk op 1 december 2006 over elk van de aanvragen voor een landelijk expertisecentrum.

Artikel

15

Mandaatverlening SenterNovem

Aan de algemeen directeur van SenterNovem te ’s-Gravenhage wordt mandaat verleend om, met de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat, op grond van deze regeling besluiten te nemen over:

  • a.

    het buiten behandeling laten van subsidieaanvragen;

  • b.

    de verlening of weigering van subsidie; of

  • c.

    het vaststellen van de bevoorschotting en de afhandeling daarvan.

Artikel

16

Niet vervullen begrotingsvoorwaarde

In het geval van het niet vervullen van de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, worden op grond van deze regeling verleende subsidiebedragen verlaagd tot het bedrag van de subsidie dat na de vaststelling of goedkeuring van de begroting ter beschikking staat, een en ander naar rato van het aantal subsidieaanvragers aan wie subsidie is verleend en van de hoogte van de verleende subsidiebedragen.

§

4

Verplichtingen subsidieontvanger

Artikel

17

Verplichtingen subsidieontvanger

Artikel

18

Tussentijdse audit

Artikel

19

Bewaarplicht

De aanvrager bewaart de boeken en bescheiden en informatie of andere informatiedragers die verband houden met de toepassing van deze regeling, gedurende ten minste zeven jaar na datum waarop de vaststelling van de subsidie heeft plaatsgevonden.

Artikel

20

Informatieplicht

De subsidieontvanger werkt mee aan door of namens de minister ingestelde onderzoekingen die erop gericht zijn de minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid.

§

5

Subsidievaststelling

Artikel

21

Verantwoording subsidie

Artikel

22

Lagere vaststelling subsidie

§

6

Betaling

Artikel

23

Voorschotten

Artikel

24

Termijnen bevoorschotting

§

7

Slotbepalingen

Artikel

25

Afwijking in bijzondere gevallen

In bijzondere gevallen kan de minister besluiten de voorwaarden, bedoeld in artikel 2, tweede lid, buiten toepassing te laten, dan wel daarvan af te wijken, voor zover toepassing van die voorwaarden, gelet op het doel van de regeling, zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel

26

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

27

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling regionale samenwerkingsverbanden en landelijke expertisecentra lerarenopleidingen 2006–2008.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.J.A. van derHoeven

Bijlage

1

Bijlage

2