Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat tot mandaatverlening aan de algemeen directeur van SenterNovem voor de uitvoering van het Programma MobiliteitsManagement 2006 (Besluit mandaat en machtiging SenterNovem Programma MobiliteitsManagement 2006)
Besluit mandaat en machtiging SenterNovem Programma MobiliteitsManagement 2006
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Gezien de schriftelijke instemming van de algemeen directeur van SenterNovem van 2 mei 2006 (kenmerk:311/7140/KR/mvdb);
De algemeen directeur van SenterNovem kan van het in het eerste lid aan hem verleende mandaat ondermandaat verlenen aan één of meerdere onder hem ressorterende functionarissen.
3
Aan de algemeen directeur van SenterNovem wordt tevens een machtiging verleend om ter voorbereiding van de in het eerste lid bedoelde besluiten alle benodigde werkzaamheden te verrichten.
4
De algemeen directeur van SenterNovem kan de in het derde lid aan hem verleende machtiging doorgeven aan één of meerdere onder hem ressorterende functionarissen.
Artikel
2
1
Aan de algemeen directeur van SenterNovem wordt mandaat verleend om in het kader van het in artikel 1 genoemde programma namens de Minister van Verkeer en Waterstaat beslissingen op bezwaar te nemen, voorzover het besluit waartegen het bezwaar zich richt niet door hem in mandaat is genomen.
2
De algemeen directeur van SenterNovem kan van het in het eerste lid aan hem verleende mandaat ondermandaat verlenen aan één of meer onder hem ressorterende functionarissen, voorzover het besluit waartegen het bezwaar zich richt niet door dezelfde functionaris is genomen.
3
Aan de algemeen directeur van SenterNovem wordt tevens een machtiging verleend om ter voorbereiding van de in het eerste lid bedoelde besluiten alle benodigde werkzaamheden te verrichten.
4
Aan de algemeen directeur van SenterNovem wordt tevens machtiging verleend om namens de minister van Verkeer en Waterstaat verweer te voeren in beroepszaken.
5
De algemeen directeur van SenterNovem kan de in het derde en vierde lid verleende machtiging verlenen aan één of meer onder hem ressorterende functionarissen.
Artikel
3
De in de artikelen 1 en 2 bedoelde functionarissen van SenterNovem oefenen de bij dit besluit verleende bevoegdheden uit met inachtneming van de algemene instructie opgenomen in de van dit besluit deel uitmakende bijlage.
Een document als bedoeld in het eerste lid van dit artikel vermeldt aan het slot: ‘DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT’, namens deze,” gevolgd door de functieaanduiding, de naam en de handtekening van de betrokken functionaris van SenterNovem.
Artikel
5
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Artikel
6
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat en machtiging SenterNovem Programma MobiliteitsManagement 2006.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H.Peijs
1. De in de artikelen 1 en 2 bedoelde functionarissen verzenden op verzoek een afschrift van de aanvraag, van het op een aanvraag genomen besluit, van een daartegen gericht bezwaarschrift en van een op het bezwaarschrift genomen besluit aan de Minister van Verkeer en Waterstaat. Afschriften van de op een beroepsprocedure betrekking hebbende stukken worden aan de Minister van Verkeer en Waterstaat gezonden.
2. De in artikel 2 bedoelde functionarissen voeren in het kader van een beroepsprocedure overleg met de betrokken ambtelijke diensten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat over de in te nemen standpunten.
3. De in artikel 1 bedoelde functionarissen onderzoeken regelmatig ten aanzien van ieder besluit tot subsidieverlening of er omstandigheden zijn op grond waarvan het besluit moet worden ingetrokken of gewijzigd.
4. De in de artikelen 1 en 2 bedoelde functionarissen treden tenminste eenmaal per kwartaal in overleg met de directie Marktordening en Decentraal Vervoer van het Directoraat-Generaal Personenvervoer van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat over hun uitvoering van het Programma MobiliteitsManagement 2006.
5. De in de artikelen 1 en 2 van het besluit bedoelde functionarissen richten hun administratie zodanig in, dat daarin alle van belang zijnde vastleggingen en bewijsstukken ten behoeve van het besluitvormings-, uitvoerings-, controle- en verantwoordingsproces zijn opgenomen. Zij verschaffen de Minister van Verkeer en Waterstaat desgevraagd alle inlichtingen die betrekking hebben op de uitoefening van de bij dit besluit verleende bevoegdheden.
6. De in de artikelen 1 en 2 bedoelde functionarissen signaleren tijdig problemen die zijn gerezen in het kader van de uitvoering van het Programma MobiliteitsManagement 2006 en melden deze tijdig aan het hoofd van de directie Marktordening en Decentraal vervoer van het Directoraat-Generaal Personenvervoer van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.
Mededeling
Belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen dit besluit door binnen zes weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een bezwaarschrift in te dienen bij de Minister van Verkeer en Waterstaat, per adres Hoofddirectie Juridische Zaken, Postbus 20906, 2500 EX Den Haag.