Besluit van 20 oktober 2006, houdende regels met betrekking tot het gebruik van biobrandstoffen in het wegverkeer (Besluit biobrandstoffen wegverkeer 2007)

Besluit biobrandstoffen wegverkeer 2007

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 10 juli 2006, nr. DJZ2006283324, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op richtlijn nr. 2003/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 8 mei 2003 ter bevordering van het gebruik van biobrandstoffen of andere hernieuwbare brandstoffen in het vervoer (PbEU L 123) en op artikel 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen;
De Raad van State gehoord (advies van 9 augustus 2006, no. W08.06.0293/V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 11 oktober 2006, nr. DJZ2006296810, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Met ingang van 1 januari 2010 komt artikel 2, eerste lid, te luiden:

  • 1.

    Iedere vergunninghouder levert per kalenderjaar ten minste 4,00% van de door hem uitgeslagen hoeveelheid ongelode lichte olie en gasolie aan als biobrandstof, waarbij zowel bij de ongelode lichte olie als bij de gasolie ten minste 3,5% bestaat uit biobrandstoffen. Bij de berekening van het percentage kan op bij ministeriële regeling aan te wijzen biobrandstoffen een bij die regeling vast te stellen wegingsfactor worden toegepast. Bij die regeling kan worden bepaald dat de vergunninghouder in bepaalde gevallen aantoont dat een biobrandstof voldoet aan het in die regeling gestelde en op welke wijze dit aangetoond kan worden.

Artikel

6

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

Artikel

7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit biobrandstoffen wegverkeer 2007.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P. L. B. A. van Geel
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin