Wet van 21 december 2006, houdende wijziging van de Woningwet en enkele andere wetten (verbetering naleving, handhaafbaarheid en handhaving bouwregelgeving)

Wijzigingswet Woningwet, enz. (verbetering naleving, handhaafbaarheid en handhaving bouwregelgeving)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Woningwet te wijzigen ter verbetering van de naleving, handhaafbaarheid en handhaving van de bouwregelgeving en enkele andere wetten in verband hiermee te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

I

Wijzigt de Woningwet.

Artikel

II

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van hoofdstuk VI, afdeling 2, van de Woningwet.

Artikel

III

Wijzigt de Wet op de economische delicten.

Artikel

IIIa

Wijzigt de Monumentenwet 1988.

Artikel

IV

Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel

IVa

Wijzigt de Onteigeningswet.

Artikel

IVb

Artikel

IVc

Wijzigt de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.

Artikel

IVd

De Woningwet zoals deze luidde tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet blijft van kracht ten aanzien van gevallen waarin een rechterlijke uitspraak als bedoeld in artikel 243 of 305, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, is gevorderd en op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet nog geen sprake was van een onherroepelijke uitspraak.

Artikel

VIII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P.Winsemius
De Minister van Justitie, E. M. H.Hirsch Ballin