Wet van 5 maart 2007, houdende regels in verband met de inwerkingtreding van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Invoeringswet Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken)

Invoeringswet Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken op onderdelen te wijzigen met het oog op een goede uitvoering van die wet, de inwerkingtreding ervan onder het geven van samenloopbepalingen bij wet te regelen en enkele andere wetten in verband met het voorgaande te wijzigen teneinde uit die wetten voortvloeiende registratieplichten te doen vervallen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Wijziging van diverse wetten in verband met het vervallen van registratieplichten

§

1

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Artikel

1

Wijzigt de Gemeentewet.

§

2

Ministerie van Defensie

Artikel

2

Wijzigt de Belemmeringenwet Landsverdediging.

§

3

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Artikel

3

Wijzigt de Natuurbeschermingswet 1998.

Artikel

4

Wijzigt de Wet agrarisch grondverkeer.

§

4

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Artikel

5

Wijzigt de Monumentenwet 1988.

§

5

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Artikel

6

Wijzigt de Belemmeringenwet Privaatrecht.

Artikel

7

Wijzigt de Luchtvaartwet.

§

6

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Artikel

8

Wijzigt de Opiumwet.

§

7

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Artikel

8a

Wijzigt de Kadasterwet.

Artikel

8b

Wijzigt de Organisatiewet Kadaster.

Artikel

9

Wijzigt de Wet bodembescherming.

Artikel

10

Wijzigt de Wet voorkeursrecht gemeenten.

Artikel

11

Wijzigt de Woningwet.

Hoofdstuk

2

Wijziging van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken

Artikel

12

Wijzigt de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken.

Hoofdstuk

3

Samenloop- en slotbepalingen

Artikel

13a

Indien het bij koninklijke boodschap van 5 januari 2004 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Woningwet en enkele andere wetten (verbetering naleving, handhaafbaarheid en handhaving bouwregelgeving) (29 392), tot wet is verheven en in werking is getreden op het tijdstip dat deze wet in werking treedt, zijn ten aanzien van een aanschrijving als bedoeld in artikel V, onder a, van die wijzigingswet de volgende artikelonderdelen van de Woningwet, zoals deze luidde tot het tijdstip van inwerkingtreding van die wijzigingswet, niet langer van kracht:

Artikel

15

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

16

Deze wet wordt aangehaald als: Invoeringswet Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J. M.Cramer
De Minister van Justitie, E. M. H.Hirsch Ballin
De Minister van Justitie, E. M. H.Hirsch Ballin