Artikel
1
Wijzigt de Gemeentewet.
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Wijzigt de Gemeentewet.
Wijzigt de Belemmeringenwet Landsverdediging.
Wijzigt de Natuurbeschermingswet 1998.
Wijzigt de Wet agrarisch grondverkeer.
Wijzigt de Monumentenwet 1988.
Wijzigt de Belemmeringenwet Privaatrecht.
Wijzigt de Luchtvaartwet.
Wijzigt de Opiumwet.
Wijzigt de Kadasterwet.
Wijzigt de Organisatiewet Kadaster.
Wijzigt de Wet bodembescherming.
Wijzigt de Wet voorkeursrecht gemeenten.
Wijzigt de Woningwet.
Wijzigt de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken.
Artikel 100e, eerste lid, van de Woningwet, zoals dat artikellid luidde voor 1 juli 2007, blijft van kracht ten aanzien van besluiten die op basis van artikel 100e, tweede lid, van de Woningwet, zoals dat artikellid luidde voor 1 juli 2007, zijn aangeboden ten behoeve van inschrijving in de openbare registers.
Indien het bij koninklijke boodschap van 5 januari 2004 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Woningwet en enkele andere wetten (verbetering naleving, handhaafbaarheid en handhaving bouwregelgeving) (29 392), tot wet is verheven en in werking is getreden op het tijdstip dat deze wet in werking treedt, zijn ten aanzien van een aanschrijving als bedoeld in artikel V, onder a, van die wijzigingswet de volgende artikelonderdelen van de Woningwet, zoals deze luidde tot het tijdstip van inwerkingtreding van die wijzigingswet, niet langer van kracht:
artikel 28, zesde lid, voorzover daarbij het vijfde lid van toepassing wordt verklaard.
De Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken treedt in werking op het tijdstip waarop deze wet in werking treedt.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Deze wet wordt aangehaald als: Invoeringswet Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.