Wet van 17 februari 2007, houdende regeling voor de toelating, het op de markt brengen en het gebruik van gewasbeschermingmiddelen en biociden (Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden)

Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe regels te stellen voor de toelating, het op de markt brengen en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen alsmede voor de toelating en registratie, het op de markt brengen en het gebruik van biociden, mede gelet op richtlijn nr. 91/414/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PbEG L 230) en richtlijn nr. 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden (PbEG L 123);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Definities

Artikel

2

Mededeling van communautaire maatregelen

Artikel

2a

Zorgplicht

Een ieder is verplicht op zorgvuldige wijze om te gaan met gewasbeschermingsmiddelen, biociden, de daarbij behorende werkzame stoffen of daarbij gebruikte toevoegingsstoffen, alsmede restanten daarvan of de aangebroken verpakkingen. Die zorgvuldigheid houdt in ieder geval in, dat een ieder, die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten gevaar ontstaat of kan ontstaan voor een mens, voor een dier of voor planten waarvan de instandhouding gewenst is, voor planten die aan anderen toebehoren, voor de bodem of voor het water, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten, tenzij zulks in redelijkheid niet van hem kan worden gevergd, dan wel onverwijld alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde voornoemd gevaar te voorkomen of de nadelige gevolgen daarvan te beperken en zoveel mogelijk ongedaan te maken.

Hoofdstuk

2

Het college voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden

Artikel

3

College

Er is een College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Het college bezit rechtspersoonlijkheid.

Artikel

4

Taken college

Artikel

5

Samenstelling college

Artikel

6

Andere functies

Vervallen

Artikel

7

Secretariaat

Artikel

8

Reglement college

Artikel

9

Personeel secretariaat

Vervallen

Artikel

10

Tarieven college

Artikel

11

Inkomsten

De inkomsten van het college bestaan uit:

  • a.

    de opbrengsten van de tarieven, bedoeld in artikel 10;

  • b.

    vergoedingen voor verrichte diensten;

  • c.

    bijdragen van het Rijk;

  • d.

    andere baten, hoe ook genoemd.

Artikel

12

Verantwoording

Artikel

13

Informatieverstrekking

Onze Minister stelt na overleg met het college een informatiestatuut vast. Het informatiestatuut bevat regels met betrekking tot de informatievoorziening tussen Onze Ministers en het college.

Artikel

14

Beleidsregels

Vervallen

Artikel

15

Bekendmaking

Vervallen

Artikel

16

Taakverwaarlozingsregeling

Vervallen

Artikel

17

Gegevensbeveiliging

Vervallen

Hoofdstuk

3

Hoofdstuk

4

Gewasbeschermingsmiddelen

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

18

Definities

In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • basisstof: werkzame stof als bedoeld in artikel 23, eerste lid, van verordening (EG) 1107/2009;

  • milieu: hetgeen daaromtrent is bepaald in artikel 3, onderdeel 13, van verordening (EG) 1107/2009;

  • niet-chemische methoden: methoden die een alternatief vormen voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en die berusten op landbouwtechnieken als bedoeld in punt 1 van bijlage III bij richtlijn 2009/128/EG, of fysische, mechanische of biologische bestrijdingsmethoden;

  • op de markt brengen: hetgeen daaromtrent is bepaald in artikel 3, onderdeel 9, van verordening (EG) 1107/2009;

  • risico-indicator: het resultaat van een berekeningsmethode die wordt gebruikt bij de beoordeling van risico’s van gewasbeschermingsmiddelen voor de menselijke gezondheid en het milieu;

  • voorlichter: persoon die beroepsmatig of in het kader van een commerciële dienst advies verstrekt over de bestrijding van schadelijke organismen en het veilig gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, in voorkomend geval met inbegrip van particuliere en zelfstandige voorlichtingsdiensten, handelsagenten, levensmiddelenproducenten en detailhandelaren;

  • werkzame stof: hetgeen daaromtrent is bepaald in artikel 2, tweede lid, van verordening (EG) 1107/2009.

Artikel

19

Gebruik van werkzame stoffen

Het is verboden een werkzame stof die niet is opgenomen in een toegelaten gewasbeschermingsmiddel te gebruiken, tenzij de stof is goedgekeurd als basisstof op grond van artikel 23 van verordening (EG) 1107/2009.

Artikel

20

Overtredingen van de verordening

Artikel

21

Behandeld zaaizaad

Het is verboden zaad van een plant, dat met een gewasbeschermingsmiddel is behandeld, op de markt te brengen of te gebruiken in Nederland, tenzij aangetoond kan worden dat het zaad is behandeld met een gewasbeschermingsmiddel dat als zodanig is toegelaten in een lidstaat van de Europese Unie.

Artikel

22

Voorschriften en beperkingen

Artikel

23

Procedure

Vervallen

Artikel

24

De aanvrager

Vervallen

Artikel

25

De aanvraag

Vervallen

Artikel

26

Proeven op gewervelde dieren

Vervallen

Artikel

27

Gegevensbescherming

Vervallen

§

2

De toelatingsprocedure

Artikel

28

Nadere regels voor het op de markt brengen

Artikel

29

Voorschriften

§

3

Bijzondere vormen van toelating

Artikel

31

Vereenvoudigde uitbreidingstoelating

Vervallen

Artikel

32

Afgeleide toelating

Vervallen

Artikel

33

Parallelle toelating

Vervallen

Artikel

34

Voorlopige toelating

Vervallen

Artikel

35

Toelating op aanvraag van Onze Minister

Vervallen

Artikel

36

Wederzijdse erkenning van de toelating

Vervallen

§

4

Afwijkingen

Artikel

37

Proeven en experimenten

Artikel

38

Noodsituaties

Artikel

39

Tijdelijk beperken of verbieden

Het college kan ter uitvoering van artikel 71, eerste lid, van verordening (EG) 1107/2009 het op de markt brengen of het gebruik van een toegelaten gewasbeschermingsmiddel, met inbegrip van met een gewasbeschermingsmiddel behandeld zaaizaad, of een goedgekeurde werkzame stof, beschermstof, synergist of formuleringshulpstof tijdelijk beperken of verbieden, indien er duidelijke aanwijzingen bestaan dat het gewasbeschermingsmiddel, het met een gewasbeschermingsmiddel behandelde zaaizaad of de stof een ernstig risico inhoudt voor de gezondheid van mens en dier of voor het milieu.

§

5

§

6

Bekendmaking

Artikel

40

Bekendmaking

Een besluit tot toelating of vrijstelling van een gewasbeschermingsmiddel, alsmede een tijdelijke beperking van of verbod op het op de markt brengen of gebruik van een toegelaten gewasbeschermingsmiddel, wordt in de Staatscourant bekendgemaakt en medegedeeld aan de aanvrager.

Hoofdstuk

5

Biociden

Artikel

41

Exclusieve economische zone

Dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen zijn mede van toepassing op biociden en behandelde voorwerpen binnen de exclusieve economische zone.

Artikel

42

Definities biociden

In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • op de markt aanbieden: de levering van een biocide of een behandeld voorwerp voor distributie of gebruik in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder i, van verordening (EU) Nr. 528/2012;

  • toelating: toelating als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder o, van verordening (EU) Nr. 528/2012.

Artikel

43

Overtredingen van de verordening en van de verordening (EU) nr. 2019/1020

Artikel

44

Respijtperiode

De in artikel 43 bedoelde verboden gelden niet in de respijtperiode bedoeld in artikel 52 van verordening (EU) Nr. 528/2012.

Artikel

45

Nadere regels voor het op de markt brengen

Bij regeling van Onze Minister kunnen ter uitvoering van verordening (EU) Nr. 528/2012 regels worden gesteld over:

  • a.

    vrijstellingen van verordening (EU) Nr. 528/2012 met betrekking tot bepaalde biociden vanwege belangen op het gebied van defensie, bedoeld in artikel 2, achtste lid, van verordening (EU) Nr. 528/2012;

  • b.

    de etikettering van biociden, bedoeld in artikel 69, derde lid, onder b, van verordening (EU) Nr. 528/2012.

Artikel

46

Afwijkingen van de eisen

Artikel

47

Toelating voor het op de markt aanbieden van biociden volgens de vereenvoudigde toelatingsprocedure

Het college is belast met de uitvoering van artikel 27 van verordening (EU) Nr. 528/2012.

Artikel

48

Tijdelijk beperken of verbieden

Het college is belast met de uitvoering van artikel 88 van verordening (EU) Nr. 528/2012.

Artikel

49

Bekendmaking

Een besluit omtrent toelating of vrijstelling van een biocide van Onze Minister of het college, wordt in de Staatscourant bekendgemaakt en medegedeeld aan de aanvrager en de houder van de toelating.

Artikel

50

Voorschriften

Vervallen

Artikel

52

Afgeleide toelating

Vervallen

Artikel

53

Parallelle toelating

Vervallen

Artikel

54

Voorlopige toelating

Vervallen

Artikel

55

Toelating op aanvraag van Onze Minister

Vervallen

Artikel

56

Wederzijdse erkenning van de toelating

Vervallen

Artikel

57

Toepasselijke procedure

Vervallen

Artikel

58

Voorwaarden

Vervallen

Artikel

59

Aanvraag

Vervallen

Artikel

60

Wederzijdse erkenning registratie

Vervallen

Artikel

61

Weigering van wederzijdse erkenning registratie

Vervallen

Artikel

62

De kaderformulering

Vervallen

Artikel

63

De basisstof

Vervallen

Artikel

64

Proeven

Vervallen

Artikel

65

Niet op andere wijze te bestrijden gevaar

Vervallen

Artikel

66

Verlenging

Vervallen

Artikel

67

Tijdelijk beperken of verbieden

Vervallen

Artikel

68

Wijziging of intrekking

Vervallen

Artikel

69

Bekendmaking

Vervallen

Artikel

70

Openbaarmaking en vertrouwelijkheid

Vervallen

Hoofdstuk

6

Handel en gebruik

§

1

Vakbekwaamheidseisen, reclame en opslag

Artikel

71

Opleiding en bewijs van vakbekwaamheid

Artikel

72

Aanprijzing

Artikel

73

Distributie

Artikel

74

Invoer, vervoer en uitvoer van niet-toegelaten middelen

Artikel

75

Nadere regelgeving op de markt brengen

§

2

Gebruik

Artikel

76

Bewijs van vakbekwaamheid

Vervallen

Artikel

78

Geïntegreerde gewasbescherming en juist gebruik van biociden

Artikel

79

Goede praktijken

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de uitvoering van goede praktijken bij het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen of biociden.

Artikel

80

Toepassingsmethoden en -apparatuur

Artikel

80a

Bescherming van milieu en volksgezondheid

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen of biociden in specifieke gebieden als bedoeld in artikel 12 van richtlijn 2009/128/EG. Deze regels kunnen een verbod inhouden dan wel zijn gericht op een vermindering van het gebruik van alle of een bepaald type gewasbeschermingsmiddelen of biociden in bij die maatregel aangewezen gebieden.

Artikel

81

Vergunning tot toepassing

Artikel

81a

Nationaal actieplan

Hoofdstuk

7

Toezicht en handhaving

Titel

1

Algemeen

§

1

Toezicht op de naleving

Artikel

81b

Bevoegde autoriteit

Onze Minister wordt aangewezen als bevoegde autoriteit als bedoeld in artikel 3, derde lid, van verordening (EU) 2017/625 voor zover het betreft het gebied, genoemd in artikel 1, tweede lid, onderdeel h, van verordening (EU) 2017/625.

Artikel

82

Aanwijzing toezichthouders

Artikel

83

Regels over monsterneming

Bij regeling van Onze Ministers kunnen regels worden gesteld over de wijze van monsterneming, het verpakken en het verzegelen van monsters.

Artikel

84

Binnentreden woningen

Een toezichthouder is bevoegd met medeneming van de benodigde apparatuur een woning binnen te treden zonder toestemming van de bewoner.

Artikel

84a

§

2

Bestuursrechtelijke handhaving

Artikel

85

Intrekking bewijs van vakbekwaamheid of vergunning

Artikel

86

Bestuursdwang

Onze Minister is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van de bij of krachtens deze wet gestelde regels.

Artikel

87

Stillegging van activiteiten

Artikel

87a

Andere bestuursrechtelijke maatregelen

Onze Minister is bevoegd ter handhaving van de bij of krachtens deze wet gestelde regels maatregelen te treffen als bedoeld in artikel 138, tweede lid, onderdelen d en g, van verordening (EU) 2017/625.

§

3

Civielrechtelijke handhaving

Artikel

88

Verhalen schade

§

4

Markttoezicht als bedoeld in verordening (EU) nr. 2019/1020

Artikel

88a

Artikel

88b

Artikel

88c

Titel

2

Bestuurlijke boetes

§

1

Bevoegdheid

Artikel

89

Begripsbepalingen

Vervallen

Artikel

91

Geen straf zonder schuld

Vervallen

Artikel

92

Ne bis in idem

Vervallen

Artikel

93

Verhouding tot strafvervolging

Vervallen

Artikel

94

Afstemming met openbaar ministerie

Indien de ernst van de overtreding of de omstandigheden waaronder zij is begaan daartoe aanleiding geven, wordt zij aan het openbaar ministerie voorgelegd.

Artikel

95

Vervallen van de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete

Vervallen

§

2

Hoogte bestuurlijke boete

Artikel

96

Proportionaliteit en evenredigheid

Vervallen

Artikel

97

Hoogte bestuurlijke boete

§

3

De procedure

Artikel

98

Boeterapport

Vervallen

Artikel

99

Recht op inzage

Vervallen

Artikel

100

Zienswijze overtreder

Vervallen

Artikel

101

Zwijgrecht

Vervallen

Artikel

102

Beslistermijn

Vervallen

Artikel

103

Beschikking

Vervallen

§

4

Betaling

Artikel

104

Betaling

Vervallen

Artikel

105

Uitstel van betaling

Vervallen

Artikel

106

Verzuim

Vervallen

Artikel

107

Aanmaning

Vervallen

Artikel

109

Geen zienswijze bij aanmaning en dwangbevel

Vervallen

Artikel

110

Bekendmaking dwangbevel

Vervallen

Hoofdstuk

8

Overige bepalingen

§

1

Algemeen verbindend verklaring

Artikel

111

Verzoek tot algemeen verbindend verklaring

Artikel

112

Besluit tot algemeen verbindend verklaring

Artikel

113

Ontheffing

Artikel

114

Intrekking

Artikel

115

Naleving

Een ieder is tot naleving van een voor hem geldende algemeen verbindend verklaarde overeenkomst gehouden tegenover ieder ander, die bij de naleving een redelijk belang heeft.

Artikel

116

Onderzoek door Onze Minister

§

2

Implementatie

Artikel

117

Begripsbepaling

Artikel

118

Wettelijke basis voor implementatie

§

3

Beroepen

Artikel

119

Beroep

Vervallen

§

4

Bevoegdheden ministers

Artikel

120

Bevoegdheden andere ministers

Hoofdstuk

9

Bepalingen in verband met bijlagen I, IA of IB bij richtlijn 98/8/EG

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

121

Aanvragen voor besluiten inzake biociden met bestaande werkzame stoffen

Vervallen

Artikel

121a

Beoordeling van de aanvraag

Vervallen

§

2

Bepalingen inzake nog niet in bijlagen I, IA of IB bij richtlijn 98/8/EG opgenomen werkzame stoffen

Artikel

122

Verlenging van besluiten tot toelating

Vervallen

Artikel

123

Besluiten inzake een dringend vereist biocide

Vervallen

Artikel

124

Besluiten inzake biociden waarvan de werkzame stoffen zijn opgenomen in de vierde fase van het werkprogramma of zijn bestemd voor biologische landbouw

Vervallen

Artikel

125

Besluiten inzake gewijzigde samenstelling van een biocide

Vervallen

Artikel

126

Besluiten inzake vereenvoudigde uitbreidingstoelating van biociden

Vervallen

§

3

Overgangsbepalingen in verband met de opneming of niet opneming van werkzame stoffen bij richtlijn 98/8/EG

Artikel

127

Besluiten na een communautaire maatregel tot niet opneming

Vervallen

Artikel

128

Besluiten na een communautaire maatregel tot opneming

Vervallen

Hoofdstuk

10

Overgangs- en slotbepalingen

§

1

Overgangsbepalingen

Artikel

129

Overgangsrecht toelatingen, registraties, vrijstellingen, ontheffingen en uitzonderingen

Artikel

130

Overgangsrecht register, aanvragen, bezwaarschriften en beroepen

Vervallen

Artikel

130a

Overgangsrecht ingevolge de verordening

§

2

Wijzigingsbepalingen

Artikel

131

Wijziging WED

Vervallen

§

3

Slotbepalingen

Artikel

138

Verslag ten behoeve van het parlement

Onze Minister zendt binnen vier jaar na de inwerkingtreding van deze wet en vervolgens telkens na vier jaar aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel

140

Inwerkingtreding

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

141

Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Lech
Beatrix
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J. M. Cramer
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

Inhoudsopgave

CONSIDERANS

1

HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN

1

Artikel 1 Definities

1

Artikel 2 Mededeling van communautaire maatregelen

4

HOOFDSTUK 2. HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

4

Artikel 3 College

4

Artikel 4 Taken college

4

Artikel 5 Samenstelling college

5

Artikel 6 Andere functies

5

Artikel 7 Secretariaat

5

Artikel 8 Reglement college

5

Artikel 9 Personeel secretariaat

6

Artikel 10 Tarieven

6

Artikel 11 Inkomsten

7

Artikel 12 Verantwoording

7

Artikel 13 Informatieverstrekking

8

Artikel 14 Beleidsregels

8

Artikel 15 Bekendmaking

8

Artikel 16 Taakverwaarlozingsregeling

8

Artikel 17 Gegevensbeveiliging

9

HOOFDSTUK 3. ALGEMENE VERBODEN

9

Artikel 18 Zorgplicht

9

Artikel 19 Verbod op de markt brengen en voorhanden hebben werkzame stoffen

9

Artikel 20 Verbod op de markt brengen gewasbeschermingsmiddelen en biociden

9

Artikel 21 Uitzonderingen op verboden

9

Artikel 22 Verbod op handelen in strijd met gebruiksvoorschriften

9

HOOFDSTUK 4. GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN

10

§ 1. Algemene bepalingen

10

Artikel 23 Procedure

10

Artikel 24 De aanvrager

10

Artikel 25 De aanvraag

11

Artikel 26 Proeven op gewervelde dieren

11

Artikel 27 Gegevensbescherming

11

§ 2. De toelatingsprocedure

12

Artikel 28 Toelatingsvoorwaarden

12

Artikel 29 Voorschriften

13

§ 3. Bijzondere vormen van toelating

14

Artikel 30 Toepasselijkheid paragrafen 1 en 2

14

Artikel 31 Vereenvoudigde uitbreidingstoelating

14

Artikel 32 Afgeleide toelating

15

Artikel 33 Parallelle toelating

15

Artikel 34 Voorlopige toelating

15

Artikel 35 Toelating op aanvraag van Onze Minister

16

Artikel 36 Wederzijdse erkenning van de toelating

16

§ 4. Vrijstelling

17

Artikel 37 Proeven

17

Artikel 38 Bedreiging plantaardige productie

17

§ 5. Verandering van besluiten en informatieplicht

18

Artikel 39 Verlenging

18

Artikel 40 Tijdelijk beperken of verbieden

18

Artikel 41 Wijziging of intrekking

18

§ 6. Bekendmaking en openbaarmaking

19

Artikel 42 Bekendmaking

19

Artikel 43 Openbaarmaking en vertrouwelijkheid

20

HOOFDSTUK 5. BIOCIDEN

21

§ 1. Algemene bepalingen

21

Artikel 44 Procedure

21

Artikel 45 De aanvraag

21

Artikel 46 Proeven op gewervelde dieren

21

Artikel 47 Gegevensbescherming

22

§ 2 De toelatingsprocedure

23

Artikel 48 Biociden die niet volgens een toelatingsprocedure worden beoordeeld

23

Artikel 49 Toelatingsvoorwaarden

23

Artikel 50 Voorschriften

24

§ 3. Bijzondere vormen van toelating

25

Artikel 51 Toepasselijkheid paragrafen 1 en 2

25

Artikel 52 Afgeleide toelating

25

Artikel 53 Parallelle toelating

25

Artikel 54 Voorlopige toelating

25

Artikel 55 Toelating op aanvraag van Onze Minister

26

Artikel 56 Wederzijdse erkenning van de toelating

26

§ 4. De registratieprocedure

27

Artikel 57 Toepasselijke procedure

27

Artikel 58 Voorwaarden

27

Artikel 59 Aanvraag

27

Artikel 60 Wederzijdse erkenning registratie

28

Artikel 61 Weigering van wederzijdse erkenning registratie

28

§ 5 De Kaderformulering en de basisstof

28

Artikel 62 De kaderformulering

28

Artikel 63 De basisstof

28

§ 6. Vrijstelling

29

Artikel 64 Proeven

29

Artikel 65 Niet op andere wijze te bestrijden gevaar

29

§ 7. Verandering van besluiten en informatieplicht

30

Artikel 66 Verlenging

30

Artikel 67 Tijdelijk beperken of verbieden

30

Artikel 68 Wijziging of intrekking

30

§ 8. Bekendmaking en openbaarmaking

31

Artikel 69 Bekendmaking

31

Artikel 70 Openbaarmaking en vertrouwelijkheid

31

HOOFDSTUK 6. HANDEL EN GEBRUIK

32

§ 1. Handel en opslag

32

Artikel 71 Bewijs van vakbekwaamheid

32

Artikel 72 Aanprijzing

33

Artikel 73 Op de markt brengen voor vakbekwame gebruikers

33

Artikel 74 Invoer en doorvoer

33

Artikel 75 Nadere regelgeving op de markt brengen

34

§ 2. Gebruik

34

Artikel 76 Bewijs van vakbekwaamheid

34

Artikel 77 Legitimatie

35

Artikel 78 Geïntegreerde bestrijding en juist gebruik

35

Artikel 79 Goede praktijken

35

Artikel 80 Toepassingsmethoden, -technieken en -materialen

35

Artikel 81 Vergunning tot toepassing

35

HOOFDSTUK 7. TOEZICHT EN HANDHAVING

36

Titel 1. Algemeen

36

§ 1. Toezicht op de naleving

36

Artikel 82 Aanwijzing toezichthouders

36

Artikel 83 Regels over monsterneming

36

Artikel 84 Binnentreden woningen

36

§ 2. Bestuursrechtelijke handhaving

36

Artikel 85 Intrekking bewijs van vakbekwaamheid of vergunning

36

Artikel 86 Bestuursdwang

36

Artikel 87 Stillegging van activiteiten

37

§ 3. Civielrechtelijke handhaving

37

Artikel 88 Verhalen schade

37

Titel 2. Bestuurlijke boetes

37

§ 1. Bevoegdheid

37

Artikel 89 Begripsbepalingen

37

Artikel 90 Bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete

38

Artikel 91 Geen straf zonder schuld

38

Artikel 92 Ne bis in idem

38

Artikel 93 Verhouding tot strafvervolging

38

Artikel 94 Afstemming met openbaar ministerie

38

Artikel 95 Vervallen van de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete

39

§ 2. Hoogte bestuurlijke boete

39

Artikel 96 Proportionaliteit en evenredigheid

39

Artikel 97 Boetemaxima

39

§ 3. De procedure

39

Artikel 98 Boeterapport

39

Artikel 99 Recht op inzage

40

Artikel 100 Zienswijze overtreder

40

Artikel 101 Zwijgrecht

40

Artikel 102 Beslistermijn

40

Artikel 103 Beschikking

41

§ 4. Betaling

41

Artikel 104 Betaling

41

Artikel 105 Uitstel van betaling

41

Artikel 106 Verzuim

41

Artikel 107 Aanmaning

41

Artikel 108 Invordering bij dwangbevel

42

Artikel 109 Geen zienswijze bij aanmaning en dwangbevel

42

Artikel 110 Bekendmaking dwangbevel

42

HOOFDSTUK 8. OVERIGE BEPALINGEN

43

§ 1. Algemeen verbindend verklaring

43

Artikel 111 Verzoek tot algemeen verbindend verklaring

43

Artikel 112 Besluit tot algemeen verbindend verklaring

43

Artikel 113 Ontheffing

43

Artikel 114 Intrekking

44

Artikel 115 Naleving

44

Artikel 116 Onderzoek door Onze Minister

44

§ 2. Implementatie

44

Artikel 117 Begripsbepaling

44

Artikel 118 Wettelijke basis voor implementatie

45

§ 3. Beroepen

45

Artikel 119 Beroep

45

§ 4. Bevoegdheden ministers

45

Artikel 120 Bevoegdheden andere ministers

45

HOOFDSTUK 9. BEPALINGEN IN VERBAND MET BIJLAGE I BIJ RICHTLIJN 91/414/EEG EN BIJLAGEN I, IA OF IB BIJ RICHTLIJN 98/8/EG

46

§ 1. Algemene bepalingen

46

Artikel 121 Aanvragen voor besluiten inzake middelen met bestaande werkzame stoffen

46

§ 2. Bepalingen inzake nog niet in bijlage I bij richtlijn 91/414/EEG en bijlagen I, IA of IB bij richtlijn 98/8/EG opgenomen werkzame stoffen

47

Artikel 122 Besluiten inzake van rechtswege toegelaten middelen

47

Artikel 123 Besluiten inzake een dringend vereist gewasbeschermingsmiddel of biocide

47

Artikel 124 Besluiten inzake gewasbeschermingsmiddelen of biociden waarvan de werkzame stoffen zijn opgenomen in de vierde fase van het werkprogramma of zijn bestemd voor biologische landbouw

47

Artikel 125 Besluiten inzake gewijzigde samenstelling van een gewasbeschermingsmiddel of biocide

48

Artikel 126 Besluiten inzake vereenvoudigde uitbreidingstoelating van biociden

48

§ 3. Overgangsbepalingen in verband met de opneming of niet opneming van werkzame stoffen bij richtlijn 91/414/EEG en richtlijn 98/8/EG

49

Artikel 127 Besluiten na een communautaire maatregel tot niet opneming

49

Artikel 128 Besluiten na een communautaire maatregel tot opneming

49

HOOFDSTUK 10. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

50

§ 1. Overgangsbepalingen

50

Artikel 129 Overgangsrecht toelatingen, registraties, vrijstellingen, ontheffingen en uitzonderingen

50

Artikel 130 Overgangsrecht register, aanvragen, bezwaarschriften en beroepen

50

§ 2. Wijzigingsbepalingen

51

Artikel 131 Wijziging WED

51

Artikel 132 Wijziging bijlage Awb

52

Artikel 133 Wijziging bijlage Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie

52

Artikel 134 Wijziging Diergeneesmiddelenwet

52

Artikel 135 Wijziging Flora- en faunawet

52

Artikel 136 Wijziging Wet milieubeheer

52

Artikel 137 Wijziging Wet milieugevaarlijke stoffen

52

§ 3. Slotbepalingen

52

Artikel 138 Verslag ten behoeve van het parlement

52

Artikel 139 Intrekking Bestrijdingsmiddelenwet 1962 en wijzigingswetten

53

Artikel 140 Inwerkingtreding

53

Artikel 141 Citeertitel

53