Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 april 2007, nr. (PO/KO-06.6456), houdende regels met betrekking tot het verlenen van subsidie en het overdragen en opdragen van taken aan de Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (Regeling Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland)

Regeling Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Besluit:

Paragraaf

1

Algemeen

Artikel

1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • Minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • stichting: de Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (Stichting NOB), statutair gevestigd te ’s-Gravenhage;

  • toezichthouders: door de staatsecretaris aangewezen toezichthouders op grond van artikel 10 van de Wet overige OCenW-subsidies

  • onderwijsvoorziening: een in het buitenland gevestigde Nederlandse school, Nederlandse afdeling van een nationale of internationale school waar volledig basisonderwijs, volledig voortgezet onderwijs, NTC-PO of NTC-VO wordt gegeven dan wel een voorziening voor onderwijs op afstand als bedoeld in deze regeling;

  • raamschoolplan: model van een schoolplan voor hetzij volledig basisonderwijs of volledig voortgezet onderwijs, hetzij NTC-PO, hetzij NTC-VO, vastgesteld door de Stichting NOB na goedkeuring door de inspectie;

  • school: een onderwijsvoorziening waar onderwijs wordt geboden op grond van een raamschoolplan als bedoeld in artikel 12, tweede lid;

  • onderwijs op afstand: voorziening voor onderwijs via schriftelijke, telefonische en elektronische media op grond van een raamschoolplan dan wel raamschoolplan NTC als bedoeld in artikel 12, tweede lid;

  • Europese School: school gesticht en instandgehouden op grond van het Statuut voor de Europese School.

Artikel

2

Doel van de subsidie

Paragraaf

2

Subsidieverlening

Artikel

3

Subsidieverlening basisonderwijs

Artikel

4

Subsidieverlening voortgezet onderwijs

Artikel

5

Aanvullende subsidieverlening

Artikel

6

Begrotingsvoorbehoud

Paragraaf

3

Verplichtingen

Artikel

7

Aantal vestigingsplaatsen, leerlingen en formatieplaatsen

Artikel

8

Bestedingsverplichting; delegatie

Artikel

9

Voorwaarden subsidieverlening door stichting

De stichting verleent slechts subsidie op aanvraag:

  • a.

    aan rechtspersonen met volledige rechtspersoonlijkheid, hetzij naar Nederlands recht, hetzij een daarmee overeenkomende rechtsfiguur naar het recht van het land van vestiging;

  • b.

    aan onderwijsvoorzieningen voor Nederlands onderwijs in het buitenland die aan hun personeel dezelfde eisen van bevoegdheid en (onderhouden van) bekwaamheid stellen als in vergelijkbare gevallen onder de Nederlandse onderwijswetgeving;

  • c.

    aan onderwijsvoorzieningen voor Nederlands onderwijs in het buitenland die beschikken over een schoolplan dat voldoet aan de eisen die worden gesteld door het door de toezichthouders goedgekeurde raamschoolplan. Het bevoegd gezag van de onderwijsvoorziening zendt het schoolplan, dan wel de wijzigingen daarvan, en de schoolgids onmiddellijk na de vaststelling naar de toezichthouders;

  • d.

    aan onderwijsvoorzieningen voor Nederlands onderwijs in het buitenland waar de toezichthouders in voldoende mate toezicht kunnen uitoefenen. In het kader van dit toezicht hebben deze toezichthouders steeds toegang tot de onderwijsvoorziening en dienen de onderwijsvoorzieningen en het daarbij in dienst zijnde personeel de toezichthouders alle gevraagde inlichtingen te verstrekken omtrent de onderwijsvoorziening en het onderwijs.

Artikel

10

Informatieplicht

Artikel

11

Egalisatiereserve

Artikel

12

Aansluiting op het Nederlands onderwijs

Paragraaf

4

Toezicht

Artikel

13

Toezichthouders

Paragraaf

5

Verplichtingen ten aanzien van specifieke instellingen

Artikel

14

Lycée International Saint-Germain-en-Laye (Frankrijk)

De stichting voert, met uitzondering van de werkgeverstaken, als bedoeld in artikel 17, eerste lid, het bevoegd gezag over de Nederlands(talig)e afdeling van het Lycée International te St-Germain-en-Laye met inachtneming van hetgeen is bepaald:

  • a.

    in regelingen tussen de Staat der Nederlanden en de Franse Staat,

  • b.

    met betrekking tot de rol van de toezichthouders bij het vaststellen van het schoolplan en de daarop gebaseerde schoolgids voor deze school, alsmede de rol van deze toezichthouders bij aanstelling en ontslag van personeel als beschreven in artikel 17, derde lid.

Artikel

15

Europese school te Bergen (NH)

De stichting beheert namens de Minister de middelen die jaarlijks op de begroting van de Minister zijn bestemd ten behoeve van het groot onderhoud van de Europese school te Bergen alsmede ten behoeve van personele kosten (belastingvrijdom) en materiële kosten (BTW-vrijstelling) als bedoeld in de ‘Overeenkomst betreffende het functioneren van de Europese School in Nederland’ (Tractatenblad 1970, nr. 95).

Artikel

16

Nederlands Astma Centrum in Davos (Zwitserland)

Paragraaf

6

Werkgeverstaken

Artikel

17

Werkgeverstaken

Paragraaf

7

Vaststelling

Artikel

18

Subsidievaststelling

Artikel

19

Accountantsverklaring

Het jaarverslag gaat vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Deze verklaart daarbij tevens dat de administratie van de stichting zodanig is ingericht dat deze een betrouwbaar beeld geeft van de activiteiten. De accountantsverklaring bevat tevens een oordeel over de naleving van de subsidievoorwaarden door de stichting. De verklaring van getrouwheid is mede gebaseerd op het voor de scholen in overleg met de stichting opgestelde controleprotocol en geschiedt volgens het in het protocol opgenomen model.

Artikel

20

Termijn vaststelling

De Minister stelt de subsidie jaarlijks uiterlijk 1 jaar na inzending van het jaarverslag vast.

Artikel

21

Voorschotten

De Minister verleent voorschotten in maandelijkse termijnen, zodanig dat vóór 1 april van het kalenderjaar waarop de subsidies betrekking hebben, tenminste 80% van het totale bedrag van de te verwachten subsidies beschikbaar zal zijn gesteld.

Paragraaf

8

Slotbepalingen

Artikel

22

Wijziging activiteiten van de stichting

Artikel

23

Abp-status

Artikel

24

Intrekking

De Bekostigingsbeschikking Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland, PO/PJ/99/12343, 7 juli 1999, wordt ingetrokken.

Artikel

26

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst, met uitzondering van de bijlage die ter inzage wordt gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S.A.M.Dijksma

Bijlage

Ligt ter inzage in de bibliotheek van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.