Uitvoeringsregeling Lange Speelfilm in opdracht van het Ministerie van OCW

Uitvoeringsregeling Lange Speelfilm

Subsidieregeling van de Stichting Nederlands Fonds voor de Film,

Ter uitvoering van het bepaalde in het Bijdragenreglement geldt het volgende.

1

Algemeen

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Voor deze regeling kan per kalenderjaar een subsidieplafond worden vastgesteld. Dit subsidieplafond wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

Artikel

7

Artikel

8

Om in aanmerking te komen voor een subsidie in de zin van deze regeling overlegt de aanvrager in ieder geval het van kracht zijnde, volledig ingevuld en ondertekende aanvraagformulier, alsmede alle op het voorblad aangegeven stukken, zoals vermeld op de fondssite.

Artikel

9

Artikel

10

De materiële criteria voor subsidieverlening van een lange speelfilm zijn in overeenstemming met de doelstelling zoals neergelegd in artikel 1 en zijn, afhankelijk van de fase van ontwikkeling waarin het project zicht bevindt, in elk geval de originaliteit en authenticiteit van het scenario, de soliditeit en uitvoerbaarheid van het filmplan en de staat van dienst en het vakmanschap van de makers.

Artikel

11

Een beschikking tot subsidieverlening kan worden gewijzigd of ingetrokken indien wordt gehandeld in strijd met het bepaalde in deze regeling.

Artikel

12

2

Scenario-ontwikkeling

Artikel

13

Een subsidie voor scenario-ontwikkeling wordt uitsluitend verleend voor het schrijven van één of meerdere versies van het scenario.

Artikel

14

Artikel

15

3

Projectontwikkeling

Artikel

16

Een subsidie voor projectontwikkeling wordt uitsluitend verleend met als doel de producent financieel te steunen in de zakelijke opzet van een filmproject en kan dienen ter tegemoetkoming in de kosten die gemoeid zijn met onder meer locatieonderzoek, rolbezetting, financiering, het aangaan van een internationale coproductie, het (doen) verrichten van voorverkopen.

Artikel

17

Artikel

18

4

Realisering

Artikel

19

Artikel

20

In geval van een internationale coproductie overlegt de producent de coproductieovereenkomst(en), het curriculum vitae van de coproducent(en) en de gezochte financiële dekking dan wel garantie in het land van herkomst.

Artikel

21

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

25

Artikel

26

Indien de productiekosten meer bedragen dan € 2.500.000 dient er een completion bond te worden afgesloten.

Artikel

27

Het fonds kan voorschotten op een subsidie verstrekken. Indien subsidie is verleend aan een aanvrager waarvan de hoofdvestiging niet in Nederland is gelegen, dan is de aanvrager verplicht ten genoege van het Fonds aan te tonen dat de aanvrager op het moment van voorschotverlening beschikt over een nevenvestiging in Nederland met ten minste één werknemer in vaste dienst.

Artikel

28

Indien er een completion bond vereist is op grond van artikel 26, wordt een voorschot niet verleend dan nadat de ontvanger van de subsidie een afschrift van een geldende completion bond heeft overgelegd waarin het fonds als medebegunstiger is aangewezen.

Artikel

29

Uiterlijk zes maanden na verlening van een subsidie voor realisering overlegt de aanvrager een verslag over de stand van zaken van de financiering van het project.

Artikel

30

Artikel

31

Artikel

32

De minimale hoogte van de kosten voor promotie en marketing worden per lange speelfilm vastgesteld en opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst.

5

Afwerking

Artikel

33

Een subsidie voor afwerking wordt uitsluitend verleend voor lange speelfilms die zonder subsidies van het fonds tot stand zijn gebracht.

Artikel

34

6

Slotbepalingen

Artikel

35

Artikel

36

Wijzigingen van de aanvraagformulieren vinden niet plaats dan na toestemming van het bestuur.

Artikel

37

Artikel

38