Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
Minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
-
b.
instelling:
-
1.
agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
-
2.
scholengemeenschap als bedoeld in artikel 2.6 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, bestaande uit een agrarisch opleidingscentrum en een school voor middelbaar algemeen voorbereidend onderwijs;
-
3.
scholengemeenschap als bedoeld in artikel 19 van de Wet op het voortgezet onderwijs met een afdeling landbouw en natuurlijke omgeving;
-
4.
Wageningen Universiteit, met uitzondering van de leerstoelgroep Educatie- en competentiestudies, of
-
5.
hogeschool die onderwijs verzorgt op het gebied van landbouw en de natuurlijke omgeving.
-
1.
-
c.
onderwijsinstelling: instelling, bedoeld in onderdeel b, alsmede iedere andere aanbieder van één of meer opleidingen, die op basis van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs of de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek wordt bekostigd voor het verzorgen van onderwijs, met uitzondering van de leerstoelgroep Educatie- en competentiestudies van de Wageningen Universiteit;
-
d.
landelijke infrastructuur: geheel van ondersteunende activiteiten gericht op ontwikkeling, beheer en exploitatie van gemeenschappelijke producten en diensten voor het groene kennissysteem;
-
e.
ondersteuningsinstelling: organisatie, niet zijnde een onderwijsinstelling, die een bijdrage levert aan de landelijke infrastructuur;
-
f.
openstellingsbesluit: besluit tot openstelling van de aanvraagperiode, bedoeld in artikel 3, eerste lid;
-
g.
Dienst Regelingen: Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
-
h.
project: geheel van activiteiten gericht op concrete resultaten ter verwezenlijking van de subsidiedoelstellingen, genoemd in artikel 2, eerste lid;
-
i.
programma: programma, bedoeld in artikel 2, tweede lid
-
j.
programmaonderdeel: project, passend binnen één van de programma’s, ten aanzien waarvan de Minister, op grond van artikel 14 subsidie heeft verleend;
-
k.
partnerinstelling: instelling binnen een samenwerkingsverband;
-
l.
penvoerder: instelling of, voor zover de aanvraag door meer dan één instelling wordt ingediend, door de samenwerkende instellingen in de samenwerkingsovereenkomst aangewezen penvoerende instelling;
-
m.
samenwerkingsverband: groep van instellingen, die, blijkens een overeenkomst, samenwerken ter verwezenlijking van één van de doelstellingen, genoemd in artikel 2;
-
n.
uitvoeringsplan: verzameling van documenten, bedoeld in artikel 7, vierde lid, en artikel 8, vierde lid, waarin de inhoud van het programma onderscheidenlijk het project wordt aangegeven;
-
o.
groene ICT-infrastructuur: ICT-onderdelen van de landelijke infrastructuur, en
-
p.
onderwijsdoelsubsidie: subsidiesoort, bedoeld in artikel 6, tweede lid.