Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 22 juni 2007, nr. TRCJZ/2007/2075, houdende een subsidieregeling voor verspreiding van kennis en voor innovatie door middel van het groene onderwijs (Regeling kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs)

Regeling kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs

Paragraaf

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

  • a.

    Minister: Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

  • b.

    instelling:

  • c.

    onderwijsinstelling: instelling, bedoeld in onderdeel b, alsmede iedere andere aanbieder van één of meer opleidingen, die op basis van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs of de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt bekostigd voor het verzorgen van onderwijs;

  • d.

    landelijke infrastructuur: geheel van ondersteunende activiteiten gericht op ontwikkeling, beheer en exploitatie van gemeenschappelijke producten en diensten voor het groene kennissysteem;

  • e.

    ondersteuningsinstelling: organisatie, niet zijnde een onderwijsinstelling, die een bijdrage levert aan de landelijke infrastructuur;

  • f.

    openstellingsbesluit: besluit tot openstelling van de aanvraagperiode, bedoeld in artikel 3, eerste lid;

  • g.

    Dienst Regelingen: Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

  • h.

    programma: programma, bedoeld in artikel 2, tweede lid;

  • i.

    programmaonderdeel: project, passend binnen één van de programma’s, waarvoor de Minister, op grond van artikel 14 subsidie heeft verleend;

  • j.

    partnerinstelling: onderwijsinstelling binnen een samenwerkingsverband;

  • k.

    penvoerder: instelling of, voor zover de aanvraag door meer dan één instelling wordt ingediend, door de samenwerkende instellingen in de samenwerkingsovereenkomst aangewezen penvoerende instelling;

  • l.

    samenwerkingsverband: groep van onderwijsinstellingen, die, blijkens een overeenkomst, samenwerken ter verwezenlijking van één van de doelstellingen, genoemd in artikel 2;

  • m.

    uitvoeringsplan: verzameling van documenten, bedoeld in artikel 7, vierde lid, en artikel 8, vierde lid, waarin de inhoud van het programma’s onderscheidenlijk het programmaonderdeel wordt aangegeven;

  • n.

    groene ICT-structuur: ICT-onderdelen van de landelijke infrastructuur, en

  • o.

    onderwijsdoelsubsidie: subsidiesoort, bedoeld in artikel 6, tweede lid.

Artikel

2

Paragraaf

2

Openstelling

Artikel

3

Openstelling

Artikel

3a

Subsidie voor de uitvoering van een programma wordt per thema, bedoeld in artikel 3, tweede lid, voor maximaal vier opeenvolgende jaren verleend.

Artikel

4

Subsidieplafond

Artikel

5

Subsidiabele kosten

Als subsidiabele kosten worden, voor wat betreft de subsidie, bedoeld in artikel 2, eerste lid, uitsluitend in aanmerking genomen:

  • a.

    de kosten van het in te zetten personeel van onderwijsinstellingen. De Minister kan in het openstellingsbesluit de uurtarieven vaststellen voor de verscheidene niveau’s van het in te zetten personeel;

  • b.

    de kosten, die aantoonbaar noodzakelijk zijn en daadwerkelijk door de instelling zijn betaald, voor het inhuren van ondersteuningsinstellingen, bedrijven, maatschappelijke organisaties en onderzoeksinstellingen vanwege hun expertise of specifieke voorzieningen tot een in het openstellingsbesluit te bepalen maximum percentage van de subsidiabele kosten;

  • c.

    de kosten van de verklaring van de accountant, bedoeld in artikel 25, voor zover deze niet meer bedragen dan € 2.500, en

  • d.

    materiële kosten die aantoonbaar noodzakelijk zijn en daadwerkelijk door de instelling zijn betaald voor de uitvoering van de activiteiten van het programma of het project tot een in het openstellingsbesluit te bepalen maximum percentage van de subsidiabele kosten.

Artikel

6

Subsidiebedrag

Paragraaf

3

Aanvraagprocedure

Artikel

7

Aanvraag programma

Artikel

8

Aanvraag project

Artikel

8a

Paragraaf

4

Subsidieverlening

Artikel

9

Criteria programma’s

Artikel

10

Criteria projecten

Artikel

11

Rangschikking programma’s

Artikel

12

Rangschikking programmaonderdelen

Artikel

13

Rangschikking projecten, niet zijnde programmaonderdelen

Artikel

14

Beschikking programma’s

Artikel

15

Beschikking programmaonderdelen

Artikel

16

Beschikking projecten, niet zijnde programmaonderdelen

Artikel

17

Artikel

18

Paragraaf

5

Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel

19

Artikel

20

De ontvanger van de subsidie, bedoeld in artikel 2, start binnen een jaar na de datum van dagtekening van de beschikking tot subsidieverlening of in de gevallen dat in de beschikking tot subsidieverlening een andere termijn is genoemd, binnen deze termijn, met de uitvoering van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend.

Artikel

21

De aanvrager kan na ontvangst van een ontvangstbevestiging van Dienst Regelingen betreffende een aanvraag tot subsidieverlening, bedoeld in artikel 7 of 8, voor eigen rekening en risico beginnen met de uitvoering van de activiteiten, waarvoor de subsidie is aangevraagd.

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

24

Paragraaf

6

Verantwoording

Artikel

25

Artikel

26

De subsidieontvanger legt jaarlijks in het jaarverslag verantwoording af over de inzet van de op basis van deze regeling verstrekte middelen.

Paragraaf

7

Slotbepalingen

Artikel

28

Het recht zoals dat gold voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling blijft van toepassing:

  • a.

    op een aanvraag tot subsidieverlening die voorafgaand aan dat tijdstip op grond van de Regeling innovatie groen onderwijs is ingediend;

  • b.

    met betrekking tot een subsidie die is of wordt verleend op een aanvraag tot subsidieverlening als bedoeld in onderdeel a, alsmede de uit die subsidieverlening voortvloeiende rechten, aanspraken en verplichtingen.

Artikel

29

Deze regeling treedt in werking op de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

30

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G.Verburg

Controleprotocol als bedoeld in artikel 25, derde lid, van de Regeling kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs

Bij de controle op basis waarvan de rapportage, bedoeld in artikel 25, tweede lid, onderdeel b, van de Regeling kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs (de regeling) plaatsvindt, dient aan de naleving van de volgende artikelen op de daarbij aangegeven wijze aandacht te worden besteed.

Artikel 5: Speciale aandacht

Artikel 24, lid 2 en 3: Speciale aandacht

Artikel 25, lid 2, onderdeel b: Speciale aandacht

Toelichting

Artikel 5: vaststellen dat in de financiële verantwoording uitsluitend als kosten zijn opgenomen de in artikel 5 genoemde kosten.

Een nadere uitwerking van de loonkosten en kosten derden is als volgt:

  • 1.

    Onder ‘kosten personeel onderwijsinstellingen’ vallen kosten van de volgende medewerkers:

    • a.

      medewerkers met een vaste/tijdelijke aanstelling bij een onderwijsinstelling;

    • b.

      medewerkers (zonder specifieke expertise) die via een uitzendbureau bij een onderwijsinstelling werken;

    • c.

      medewerkers die gedetacheerd zijn vanuit een andere onderwijsinstelling en daar een vaste/tijdelijke aanstelling hebben.

  • 2.

    Onder ‘kosten inhuur derden’ vallen kosten van:

    • a.

      freelancers met specifieke expertise;

    • b.

      de inhuur van een ondersteuningsinstelling, bedrijf, maatschappelijke organisatie of onderzoeksinstelling met specifieke expertise of voorzieningen. Medewerkers kunnen hierbij door deze externe instellingen gedetacheerd worden. (Maar niet door een onderwijsinstelling, want dan vallen die kosten onder ‘kosten personeel onderwijsinstellingen’);

    • c.

      medewerkers met specifieke expertise die via een uitzendbureau werkzaam zijn. Deze medewerkers zijn geen docenten die voor de klas staan; ze zijn niet aangenomen om onderwijs te geven op instellingen of om reguliere ondersteuningswerkzaamheden te verrichten zoals secretariaatswerkzaamheden.

Artikel 24, lid 2: vaststellen dat de subsidie-ontvanger een administratie voert die te allen tijde voldoende gegevens bevat voor een juist inzicht in de realisatie van de te subsidiëren activiteiten en voor een juiste subsidieverstrekking.

Artikel 24, lid 3: vaststellen dat in de administratie alle ontvangsten en uitgaven zijn vastgelegd met onderliggende bewijsstukken, dat bewijsstukken voldoen aan de gestelde eisen en dat de loonkosten van het in te zetten personeel van onderwijsinstellingen is vastgelegd door middel van een sluitende urenadministratie

Artikel 25 lid 2, onderdeel b: vaststellen of de financiële verantwoording van het programma of project voldoet aan de voor dit doel eraan gestelde eisen.

Onder normale aandacht wordt verstaan: controle met een diepgang die gebruikelijk is voor het afgeven van een accountantsverklaring bij een verantwoording.

Onder speciale aandacht wordt verstaan: controle waarbij nadrukkelijk wordt bezien of de desbetreffende voorschriften zijn nageleefd. In dit geval moet dus verder worden gegaan dan normaal bij een controle van een verantwoording.

Aan de niet genoemde artikelen behoeft bij de controle geen aandacht te worden besteed, met dien verstande dat, teneinde de controle op de hierboven genoemde artikelen goed te kunnen verrichten, kennisneming van deze overige artikelen noodzakelijk is.

De minister behoudt zich het recht voor om een review te laten uitvoeren op de door de accountant van de aanvrager, aan wie de subsidie ingevolge de Regeling kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs is verleend, verrichte werkzaamheden.

Tekst accountantsverklaring als bedoeld in artikel 25, tweede lid, onderdeel b van de regeling

Goedkeurende verklaring

Wij hebben de bijgevoegde financiële verantwoording inzake het programma of project <naam programma of project> over de periode van <begindatum> tot <einddatum> met betrekking tot de subsidieverlening in het kader van de Regeling kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs van <naam instelling> te <zetel> gecontroleerd. De financiële verantwoording is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de leiding van <naam instelling>. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de financiële verantwoording te verstrekken.

Voor het onderhavige project is met brief van Dienst Regelingen, kenmerk <nummer> d.d. <datum> een subsidie verleend tot een maximum van € <bedrag>.

Onze controle is verricht overeenkomstig algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten en overeenkomstig de aanwijzingen die de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in het controleprotocol, behorende bij vorenbedoelde ministeriële regeling, heeft gegeven met betrekking tot de controle op de naleving van de subsidiebepalingen. Volgens de richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële verantwoording geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen in de financiële verantwoording. Voorts is aanvullend specifieke aandacht besteed aan de in vorenbedoeld controleprotocol aangegeven aspecten.

Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Wij zijn van oordeel dat de financiële verantwoording voldoet aan de voor dit doel eraan te stellen eisen.

Tevens delen wij mede dat de in het controleprotocol genoemde subsidiebepalingen zijn nageleefd.

Plaats en datum; Handtekening;

Naam accountant; Naam accountantskantoor; Adres; Postcode en woonplaats, Telefoon: