Besluit voorschrift informatiebeveiliging rijksdienst 2007

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de Ministerraad;

Besluit:

Artikel

1

Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Informatiebeveiliging: het proces van vaststellen van de vereiste betrouwbaarheid van informatiesystemen in termen van vertrouwelijkheid, beschikbaarheid en integriteit alsmede het treffen, onderhouden en controleren van een samenhangend pakket van bijbehorende maatregelen;

  • b.

    Informatiesysteem: een samenhangend geheel van gegevensverzamelingen, en de daarbij behorende personen, procedures, processen en programmatuur alsmede de voor het informatiesysteem getroffen voorzieningen voor opslag, verwerking en communicatie.

Artikel

2

Plaatsbepaling en reikwijdte

Artikel

3

Informatiebeveiligingsbeleid

De secretaris-generaal van een Ministerie stelt het informatiebeveiligingsbeleid vast, draagt dit uit en legt verantwoording hierover af. Het beleid omvat ten minste:

  • a.

    De strategische uitgangspunten en randvoorwaarden die het Ministerie hanteert voor informatiebeveiliging en in het bijzonder de inbedding in, en afstemming op het algemene beveiligingsbeleid en het informatievoorzieningsbeleid;

  • b.

    De organisatie van de informatiebeveiligingsfunctie, waaronder verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden;

  • c.

    De toewijzing van de verantwoordelijkheden voor ketens van informatiesystemen aan lijnmanagers;

  • d.

    De gemeenschappelijke betrouwbaarheidseisen en normen die op het Ministerie van toepassing zijn;

  • e.

    De frequentie waarmee het informatiebeveiligingsbeleid wordt geëvalueerd;

  • f.

    De bevordering van het beveiligingsbewustzijn;

Artikel

4

Verantwoordelijkheden lijnmanagement

Het lijnmanagement is verantwoordelijk voor de beveiliging van zijn informatiesystemen. Het lijnmanagement:

  • a.

    Stelt op basis van een expliciete risico afweging de betrouwbaarheidseisen voor zijn informatiesystemen vast;

  • b.

    Is verantwoordelijk voor de keuze, de implementatie en het uitdragen van de maatregelen die voortvloeien uit de betrouwbaarheidseisen;

  • c.

    Stelt vast dat de getroffen maatregelen aantoonbaar overeenstemmen met de betrouwbaarheidseisen en dat deze maatregelen worden nageleefd;

  • d.

    Evalueert periodiek het geheel van betrouwbaarheidseisen en beveiligingsmaatregelen en stelt deze waar nodig bij.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, J.P.Balkenende