Regeling van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat houdende bepalingen met betrekking tot de verstrekking van subsidies voor maritieme innovatie (Tijdelijke subsidieregeling maritieme innovatie)

Tijdelijke subsidieregeling maritieme innovatie

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    MIB: de Maritime Innovation Board, het college van deskundigen uit de maritieme sector ten behoeve van het stimuleren van de innovatie in de zeescheepvaart, dat tevens een adviesrol heeft als bedoeld in de artikelen 3, tweede lid en 14, tweede lid;

  • b.

    adviescommissie: de adviescommissie maritieme innovatie, bedoeld in artikel 9;

  • c.

    zeescheepvaartonderneming: een in een lidstaat van de Europese Unie, in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of in de Zwitserse Bondsstaat gevestigde onderneming, waarvan de hoofdactiviteiten bestaan uit het transport van goederen of personen over zee;

  • d.

    project: een samenhangend geheel van activiteiten, bestaande uit:

    • 1°.

      industrieel onderzoek of preconcurrentiële ontwikkeling, of een combinatie van beide,

    • 2°.

      een haalbaarheidsstudie, of

    • 3°.

      kennisoverdracht;

  • e.

    industrieel onderzoek: het opdoen van nieuwe kennis met het doel deze te gebruiken bij de ontwikkeling van nieuwe producten, processen, competenties of diensten of om bestaande producten, processen, competenties of diensten aanmerkelijk te verbeteren;

  • f.

    preconcurrentiële ontwikkeling: het omzetten van de resultaten van industrieel onderzoek in plannen, schema’s of ontwerpen voor nieuwe, gewijzigde of verbeterde producten, processen of diensten;

  • g.

    haalbaarheidsstudie: het tot stand brengen van een schriftelijk rapport, inhoudende een systematisch opgezette en afgeronde analyse, alsmede een inschatting van de technische en economische mogelijkheden van industrieel onderzoek of preconcurrentiële ontwikkeling;

  • h.

    kennisoverdracht: het zonder commerciële doeleinden overdragen van kennis en informatie aan de zeescheepvaartsector;

  • i.

    klein project: een project waarvan de subsidiabele kosten minder dan € 50.000 bedragen;

  • j.

    groot project: een project waarvan de subsidiabele kosten € 50.000 of meer bedragen;

  • k.

    kennisinstelling:

    • 1°.

      een in onderdeel a of b van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde instelling voor hoger onderwijs;

    • 2°.

      een andere dan in de onder 1° bedoelde onderzoeksinstelling die geheel of gedeeltelijk door de rijksoverheid is gefinancierd en die activiteiten verricht met als doel het uitbreiden van de algemene wetenschappelijke en technische kennis;

    • 3°.

      een geheel of gedeeltelijk door een andere staat gefinancierde openbare instelling voor hoger onderwijs;

    • 4°.

      een geheel of gedeeltelijk door een andere staat gefinancierde onderzoeksinstelling die activiteiten verricht met als doel het uitbreiden van de algemene wetenschappelijke en technische kennis;

    • 5°.

      een andere entiteit die door de Minister is aangewezen als kennisinstelling.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Indien ter zake van het project of een deel daarvan al eerder subsidie is verleend, wordt slechts een zodanig bedrag aan subsidie verleend dat de som van de subsidies niet groter is dan het bedrag dat op grond van deze regeling kan worden verleend.

§

2

Subsidiebedrag

Artikel

5

De Minister stelt jaarlijks het subsidieplafond voor kleine en voor grote projecten vast en maakt dit bekend in de Staatscourant.

Artikel

6

Artikel

7

De subsidie bedraagt:

  • a.

    voor een haalbaarheidsstudie maximaal 50 procent van de subsidiabele projectkosten;

  • b.

    voor kennisoverdracht maximaal 80 procent van de subsidiabele projectkosten;

  • c.

    voor industrieel onderzoek maximaal 50 procent van de subsidiabele projectkosten;

  • d.

    voor preconcurrentiële ontwikkeling maximaal 25 procent van de subsidiabele projectkosten;

  • e.

    voor een project dat bestaat uit zowel industrieel onderzoek als preconcurrentiële ontwikkeling maximaal 50 procent van de subsidiabele kosten voor zover de werkzaamheden bestaan uit industrieel onderzoek en maximaal 25 procent voor zover de werkzaamheden bestaan uit preconcurrentiële ontwikkeling.

Artikel

8

De in artikel 7, onderdelen c tot en met e, genoemde maximumpercentages kunnen worden verhoogd met:

  • a.

    maximaal tien procent van de subsidiabele projectkosten, als het gaat om een aanvrager die een kleine of middelgrote onderneming is als bedoeld in verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen (PbEG L 10);

  • b.

    maximaal vijftien procent van de subsidiabele projectkosten indien het project aansluit bij de doelstellingen van een project of een specifiek programma dat is opgesteld ingevolge het communautaire kaderprogramma op het gebied van onderzoek, technische ontwikkeling en demonstratie (PbEG L 400).

§

3

Adviescommissie maritieme innovatie

Artikel

9

§

4

De aanvraag

Artikel

10

Artikel

11

De Minister stelt voor grote projecten jaarlijks in ieder geval een periode vast waarbinnen subsidieaanvragen kunnen worden ingediend en doet daarvan mededeling in de Staatscourant.

Artikel

12

Aanvragen voor kleine projecten kunnen steeds voor 1 november van het desbetreffende jaar worden ingediend, met dien verstande dat in 2010 aanvragen tot 1 juli van dat jaar kunnen worden ingediend.

Artikel

13

De aanvraag wordt geweigerd indien:

  • a.

    het een klein project betreft dat niet past binnen een thema, als bedoeld in artikel 2;

  • b.

    het een groot project betreft dat geen betrekking heeft op een van de onderwerpen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, voor het desbetreffende jaar;

  • c.

    de Minister het niet aannemelijk acht dat het project binnen drie jaar en voor 1 juli 2011 is afgerond.

§

5

Beoordeling grote projecten

Artikel

14

Artikel

15

§

6

Beoordeling kleine projecten

Artikel

16

De Minister beoordeelt of een klein project waarvoor een aanvraag is ingediend:

  • a.

    een innovatief karakter heeft;

  • b.

    economisch of technisch perspectief heeft op de toepassing op praktijkschaal; en

  • c.

    een uitstralingseffect kan hebben voor toepassing door andere zeescheepvaartondernemingen.

Artikel

17

De Minister beoordeelt de aanvragen tot subsidieverlening voor kleine projecten in volgorde van ontvangst, met dien verstande dat indien de aanvraag aanvulling behoeft de datum waarop de aanvraag is aangevuld, geldt als de datum van ontvangst.

§

7

Beschikking tot subsidieverlening

Artikel

18

Artikel

19

§

8

Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel

21

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

25

De subsidieontvanger voert een administratie waaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze alle in artikel 6, eerste lid, genoemde projectkosten kunnen worden afgelezen. Ten aanzien van de verantwoording van de loonkosten is een urenverantwoording per werknemer aanwezig.

§

9

Subsidievaststelling

Artikel

26

Artikel

27

§

10

Voorschotten

Artikel

28

§

11

Slotbepalingen

Artikel

29

De Minister stelt uiterlijk twee en een half jaar na inwerkingtreding van deze regeling een evaluatierapport op.

Artikel

30

Met het toezicht op de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen zijn belast de taakmanagers, het hoofd en het plaatsvervangend hoofd van de afdeling Interne Controle van SenterNovem.

Artikel

31

Artikel

32

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling maritieme innovatie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.C.Huizinga-Heringa

Bijlage

als bedoeld in artikel 26, tweede lid

Model Controleprotocol Subsidies

1. Inleiding

1.1. Dit controleprotocol heeft betrekking op de subsidieverstrekking van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat aan begunstigden in het kader van de Tijdelijke subsidieregeling maritieme innovatie, voor zover dit subsidies betreft van € 100.000 of meer.

1.2. De volgende begrippen zijn van toepassing.

  • de Minister: de Minister van Verkeer en Waterstaat

  • project: een samenhangend geheel van activiteiten, bestaande uit industrieel onderzoek of préconcurrentiële ontwikkeling of een combinatie van beide,

  • een haalbaarheidsstudie of, kennisoverdracht.

  • derde accountant: de externe accountant van de subsidieontvanger (zoals bedoeld in artikel 2: 393 BW)

  • subsidieregeling: De Tijdelijke subsidieregeling maritieme innovatie

  • financieel eindverslag: verslag met daarin een overzicht van de aan het project toe te rekenen daadwerkelijk betaalde subsidiabele kosten en inkomsten alsmede een toelichting op de verschillen ten opzichte van de bij de aanvraag ingediende begroting

    1.3. De volgende regelingen zijn van toepassing:

  • a.

    De AWB

  • b.

    b.de Kaderwet Subsidies Verkeer en Waterstaat

  • c.

    de Tijdelijke subsidieregeling maritieme innovatie

    1.4. Dit controleprotocol is een nadere uitwerking van artikel 26, tweede lid van de Tijdelijke subsidieregeling maritieme innovatie. In dit controleprotocol wordt uiteengezet welke algemene uitgangspunten en specifieke vereisten gelden bij de uitvoering van de controle door de accountant van de subsidieontvanger ten aanzien van het verzoek tot vaststelling van de subsidie alsmede op welke wijze de uitkomsten van deze controle dienen te worden gerapporteerd.

    1.5. Ter toetsing van de naleving van het controleprotocol kan door accountants van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat of door haar aangewezen accountants een review worden uitgevoerd bij de accountant van de subsidieontvanger. Indien een review wordt uitgevoerd zal hierover tevens overleg worden gepleegd met de subsidieontvanger.

2. Algemene uitgangspunten voor de controle

2.1. De controle dient de getrouwe weergave van de financiële gegevens in het financieel eindverslag alsmede de rechtmatige besteding van de ter beschikking gestelde middelen te omvatten.

2.2. Van de accountant wordt verwacht dat hij niet alleen controleert dat de in het financieel eindverslag opgenomen financiële gegevens getrouw zijn weergegeven, maar ook dat hij de naleving van de subsidievoorwaarden toetst en nagaat of de uitgaven passen binnen het kader van de subsidieregeling (zoals genoemd onder punt 1.1).

2.3. Ten aanzien van de uitvoering van de controle door de derde accountant geldt een controletolerantie van 1%. Dit percentage heeft betrekking op het vast te stellen subsidiebedrag, bepaald overeenkomstig de desbetreffende beschikking.

3. Specifieke vereisten

Bij de uitvoering van de controle dient vastgesteld te worden dat:

  • a.

    de kosten na 1-1-2007 zijn gemaakt en daadwerkelijk zijn betaald en rechtstreeks zijn toe te rekenen aan het project <projectnummer> met de titel <titel> terzake waarvan subsidie is verleend;

  • b.

    het project is uitgevoerd overeenkomstig het projectplan (artikel 21);

  • c.

    het project is uitgevoerd in Nederland dan wel dat de Minister daarvoor een ontheffing heeft verleend en aan de eventueel daaraan gekoppelde voorwaarden is voldaan (artikel 22);

  • d.

    de administratie (inclusief de urenverantwoordingen) voldoet aan de eisen zoals opgenomen in artikel 25 van de subsidieregeling;

  • e.

    de in het financiële eindverslag opgenomen kosten kosten betreffen zoals aangegeven zijn in artikel 6 van de subsidieregeling en dat deze kosten zijn gepresenteerd overeenkomstig de rubricering genoemd in de artikelen 7 en 8 van de subsidieregeling;

  • f.

    de eventueel opgevoerde afschrijvingskosten van een schip aantoonbaar zijn gebaseerd op de afschrijvingstermijn die de subsidieaanvrager hanteert bij het opstellen van de jaarrekening overeenkomstig BW2 titel 9 en in overeenstemming is met maatschappelijk geaccepteerde normen terzake (artikel 6 lid 1a4 van de subsidieregeling);

  • g.

    de kosten betrekking hebben op de periode […datum…] tot en met […datum…] die in de beschikking tot toewijzing van de subsidie is aangegeven;

  • h.

    de bij de aanvraag en vaststellingsverzoek verstrekte informatie omtrent de door andere bestuursorganen of door de Commissie van de Europese Gemeenschappen verstrekte subsidies ter zake van de kosten van de gesubsidieerde activiteiten juist en volledig is weergegeven;

  • i.

    de verstrekte informatie inzake de in het financiële eindverslag opgevoerde BTW over het al dan niet in aftrek kunnen brengen van de omzetbelasting (BTW) juist is;

  • j.

    er aan subsidieontvanger geen surséance van betaling is verleend, er geen faillissement voor de subsidieontvanger is aangevraagd dan wel dat daartoe geen verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend;

  • k.

    de subsidieontvanger de resultaten van het project op hoofdlijnen openbaar heeft gemaakt;

  • l.

    indien er een eigendomsrecht op de projectresultaten rust, de overdracht van dit recht aan derden met toestemming van de Minister heeft plaatsgevonden.

Rapportering

De accountant legt de uitkomsten van de controle vast in een accountantsverklaring. Voor deze verklaring dient de tekst te worden gehanteerd conform de onderstaande modelverklaring.

Naast zijn oordeel over het financiële eindverslag en de rechtmatige besteding van de subsidie vermeldt de accountant in een afzonderlijk rapport van bevindingen eventuele specifieke bevindingen, die naar het oordeel van de accountant voor het Ministerie van Verkeer en Waterstaat van belang zijn.

Model accountantsverklaring

Opdracht

Wij hebben het bijgevoegde financiële eindverslag over de periode ……tot …….. met bijlagen van

[...naam aanvrager...] te [...statutaire vestigingsplaats...] gecontroleerd en gewaarmerkt.

Dit financiële eindverslag is opgesteld in het kader van de vaststelling van de subsidie die met aanvraagnummer [...nr...] bij brief van [...datum...] met kenmerk [...kenmerk...] door de Minister van Verkeer en Waterstaat is verleend.

Deze subsidie is verleend op grond van de Tijdelijke subsidieregeling maritieme innovatie (de subsidieregeling).

Verantwoordelijkheden subsidieontvanger

De subsidieontvanger is verantwoordelijk voor het opstellen van een aanvraag om subsidievaststelling met daarbij een financieel eindverslag, onder meer in overeenstemming met de subsidieregeling. Tevens is de subsidieontvanger verantwoordelijk voor de rechtmatigheid van de in het financieel eindverslag opgenomen kosten en inkomsten. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de bij de aanvraag ingediende begroting en de relevante wet- en regelgeving. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer het ontwerpen, invoeren en instandhouden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van een getrouw financiële eindverslag, zodanig dat dit verslag geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat en voor de naleving van de relevante wet- en regelgeving, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.

Verantwoordelijkheid van de accountant

Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over het financiële eindverslag en de rechtmatige besteding van de subsidie op basis van onze controle als bedoeld in het controleprotocol behorende bij de subsidieregeling. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht en het vorengenoemde controleprotocol. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat het financieel eindverslag geen afwijkingen van materieel belang bevat.

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in het financieel eindverslag. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van een accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude en fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het maken van en getrouw weergeven van de bedragen in het financieel eindverslag, alsmede het voor de naleving van de betreffende wet- en regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de subsidie ontvangen.

Tevens omvat de controle onder meer een evaluatie van de toegepaste grondslagen van financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die subsidieontvanger heeft gemaakt, een evaluatie van het algehele beeld van het financiële eindverslag, alsmede de evaluatie van de aanvaardbaarheid van het gehanteerde referentiekader voor de rechtmatigheid.

De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van het vast te stellen subsidiebedrag. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

De controle is uitgevoerd met inachtneming van het voor deze accountantsverklaring geldende controleprotocol behorende bij de Tijdelijke subsidieregeling maritieme innovatie.

Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Oordeel

Naar ons oordeel geeft het financiële eindverslag een getrouw beeld van de omvang en samenstelling van de subsidiabele kosten en opbrengsten in overeenstemming met de subsidieregeling. Voorts zijn wij van oordeel dat de in dit financieel eindverslag verantwoorde kosten en inkomsten voldoen aan de eisen van rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de bij de aanvraag ingediende begroting dan wel met een door de Minster van Verkeer en Waterstaat goedgekeurde wijziging daarvan en met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen zoals die in het vorengenoemde controleprotocol zijn opgenomen

Plaats, datum

Naam accountantsorganisatie

Naam externe accountant en ondertekening met die naam